partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; alle kosten, waartoe de overeenkomst aanleiding mocht geven, komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van "Voorzitter. Secretaris. No. 5644t>. BS RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 mei 1975 (bijlage no. 124)5 met mevrouw E. Sleijfer-Oosterhuis, wonende te Leeuwarden, Carel van Mander- straat31> en consorten, een overeenkomst aan te gaan, waarbij genoemde erfpachters ten behoeve van de gemeente Leeuwarden afstand doen van het recht van erfpacht tot 31 december 1990, voorzover gevestigd op een strook grond, uitmakende een noordelijk gedeelte ter grootte van plm. 9 centiare van het perceel, plaatselijk bekend Carel van Manderstraat 31» kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie B, nummer 3102, geheel groot 125 centiare, welke afstanddoening door de gemeente Leeuwarden wordt aanvaard, zulks onder de volgende bepalingen en bedingen; 1. de erfpachtscanon voor het in erfpacht verblijvende gedeelte van het be doelde perceel wordt met ingang van 1 januari 1975 vastgesteld op 104»per jaar; 2. de begrenzing van het aan de erfpacht te onttrekken perceelsgedeelte is ter plaatse aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar van de Dienst Stadsontwikkeling der gemeente Leeuwarden; over- of ondermaat van het aan do erfpacht te onttrokken perceelsgcdeelte tengevolge van de nog ambtshalve plaatsvindende kadastrale opmeting van dit perceelsgedeelte zal geen aanleiding geven tot verhoging of verlaging van de voor het niet aan de erfpacht te onttrekken gedeelte van het bedoelde perceel vastgestelde erfpachtscanon; 3. vanaf de datum van het passeren van de betreffende notariële akte komen alle van het aan de erfpacht te onttrekken perceelsgedeelte geheven wordende zakelijke lasten en belastingen voor rekening van de gemeente Leeuwarden; 4. vooruitlopende op het passeren van de betreffende notariële akte verlenen de erfpachters de gemeente Leeuwarden het recht het aan de erfpacht te onttrekken pcrceelsgedeelte in gebruik te nemen; 5. de gemeente Leeuwarden verkrijgt bij eerdere ingebruikname van het aan de erfpacht te onttrekken perceelsgedeelte de bevoegdheid daarop werken uit te voeren en de gemaakte werken in eigendom te behouden; 6. indien nodig en gewenst zal door en voor rekening van de gemeente Leeuwarden het in erfpacht verblijvende gedeelte van de voortuin in overleg met de een aan- onttrekkcn erfpachters met daartoe geschikte grond worden opgehoogd, zodat vaardbare aansluiting wordt verkregen op hot aan de erfpacht te perceelsgedeelte aan te leggen trottoir; indien nodig en gewenst zal door en op kosten van de gemeente Leeuwarden het bestaande tegelpad, toegang gevende tot de op het in erfpacht ver blijvende gedeelte van het bedoelde perceel staande woning, worden herlogd en in aansluiting worden gebracht met het op het aan de erfpacht te ont trekken perceelsgedeelte aan te leggen trottoir; de uitkomende tegels zullen de erfpachters ter beschikking worden gesteld; de erfpachter dient zelf te zorgen voor het aanbrengen van een erfafschei ding; in verband met de daaraan verbonden kosten zal de gemeente Leeuwarden aan de erfpachters op de datum van het passeren van do betreffende notariële akte een bedrag uitkeren van 400,5 het onderhoud van do erfafscheiding komt volledig ten laste van de erfpachters

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 184