partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Terrein voor kermisexploitanten. Bijlage 110. 125. Leeuwarden, 1 mei 1975. Aan de Gemeenteraad. Ten vervolge op ons eerder tot gericht voorstel van 14 juni 1973 ("bij lage no. 191inzake liet inrichten van een terrein voor staanplaats van salon- en pakwagens van kermisexploitanten aan do noordzijde van de James Wattstraat, delen wij U med.e, dat naderhand is gebleken, dat van de zijde van betrokkenen zeer grotj weerstand bestaat tegen het innemen van een staanplaats op dit terrein. Als hoofdbezwaar geldt de exentrische ligging van het terrein. Door de ligging op het industrieterrein is ter plaatse geen gelegenheid voor sociaal contact met anderen, mat name voor ouderen, vrouwen en kinderen. In enkele bijeenkomsten mat betrokkenen zijn de bezwaren naar voren ge komen en nader toegelicht. Wij zijn daarbij tot de slotsom gekomen, dat het niet verantwoord is het eerder door Uw raad vastgestelde plan aan de James Wattstraat te realiseren. In verband met het vorenstaands hebben wij getracht voor het verschaffen van ruimte voor het innemen van een staanplaats aan deze groep van inwoners onzer gemeente een andere aanvaardbare oplossing te vinden. Onze keuze is daarbij gevallen op een terrein met een oppervlakte van ruim 2 ha, dat is gelegen ten oosten van de begraafplaats in Huizum-Dorp, tot voor kort in gebruik als ijsbaan door de IJsclub Tjallinga. Het is mogelijk hier voldoende ruimte te creëren voor het aanloggen van de benodigde staanplaatsen en voor het aanbrengen van de verder benodigde voorzieningen. Aan de westzijde grenst het terrein aan de begraafplaats; langs de oost- en zuidzijde is de aanleg van een flinke groengordel mogelijk; ssn de noordzijde bevindt zich een af sluitend fabriekscomplex. De bereikbaarheid is gedacht aan dc noordzijde. De staanplaatsen zullen zo praktisch geheel aan het oog worden onttrokken, zodat het gebruik van het terrein voor het beoogde doel naar ons oordeel geen storende invloed op de omgeving behoeft te hebben. De kermisexploitanten aanvaarden het gekozen gebied gaarne. Het bekend maken van de plannen heeft ook andere reacties opgeleverd, hen bezwaarschrift werd ingediend doors 1. de IJsclub Tjallinga; 2. bewoners van de Huizumerlaan, het Schooldijkje, Dorp-Huizum, de Tijnjedijk on het Kamgras; 3. het college van Kerkvoogden van de Hervormde Gemeente Huizum. De betreffende bezwaarschriften hebben wij voor 'u tor inzage gelegd, oef 1Het ijsclubbestuur grondt zijn bezwaren op het feit, dat een stuk re creatiegebied verloren gaat, dat de vervangende baan nog niet klaar is en dat enkele jaren geleden door do ijscLub kosten zijn gemaakt voor het ver lengen van do baan. Wij merken hierbij op, dat aan do west- en zuidzijde van de begraafplaats een grQene zone zal komen mot ruime wandelmogelijkheden. Verder zijn de plan nen voor hot 'aanleggen van een natuurijsbaan aan liet emde van de Tijnjedijk reeds in een zo ver gevorderd stadium van uitvoering, dat m^'worden verwacht, dat deze nieuwe ijsbaan reeds gedurende de winterperiode 1975/1976 als zodanig kan worden gebruikt, hot verlengen van de baan is gebeurd nadat de Aldlansdyk in zuidelijke richting is verlegd. Het ijsclubbestuur stelt daarbij, dat van gemeentezijde de toezegging zou zijn gedaan, dat do oude baan gebruikt zal kunnen worden totdat de kunstijsbaan is gerealiseerd. Een toezegging als door het ijsclubbestuur aangehaald is door ons niet gedaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 187