No. 5933.
NE RAAN NER GEMEENTE LEE WARDEN;
beschikkende op het verzoek d.d. 17 april/1 mei 1975 van D.J. van
ScherpenseolGroce Hoogstraat 3B, namens een aantal winkeliersverenigingen,
om ter gelegenheid.van een op dinsdag 5- en woensdag 4 juni 1975 te houden
braderie in de Grote Hoogstraat, de St. Jacobsstraatde IQokstraat, het
Naauw en op de Kelders, op die dagen van 1.8 tot 21 uur ontheffing te
verlenen van de op grond van de Vinkeisluitingswet 1951 geldende verboden;
gezien het voorstel van burgemeester e.n wethouders van
mei 1975 (bijlage no. 130);
gelet op artikel 11, eerste lid van de Winkelsluitingswet 1951;
BESLUIT s
ten behoeve van het houden van een braderie in de Grote Hoogstraat, de
otJacobsstraat, do Klokstraat, het Naauw en op de Kolders op 3 4 juni
1975 ontheffing te verlenen van de op grond van de Winkelsluitingswet
1951 geldende verboden voor de tijdsruimte, gelegen tussen 18 en 21 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Samenwerking Leeuwarder Ziekenhuizen
Bijlage nr. 139 Leeuwarden, 22 mei 1975
Aan
de Gemeenteraad.
Op 4 april 1972 besloot in te stemmen met de bereidverklaring
tot samengaan van het Diakonessenhuis en Triotel en machtigde ons op
die basis met het bestuur van het Biakonessenhuis overleg te voeren en
te doen voeren. Overwogen werd daarbij dat het bestaan van drie zelf
standige ziekenhuizen in Leeuwarden onvoldoende mogelijkheden bood om
aan de ziekenhuisvoorziening in Friesland gezamenlijk die bijdrage te
leveren die overeenkomt met het beschikbare aantal ziekenhuisbedden.
Tevens werd overwogen dat het op dat moment niet mogelijk was gebleken
de verantwoordelijkheid die ieder ziekenhuis afzonderlijk draagt voor
de ontwikkelingen en activiteiten van de drie ziekenhuizen in Leeuwarden
binnen één organisatorisch verband in te brengen en die daar gezamenlijk
te dragen. Aan het slot van de bereidverklaring werd voor het Bonifatius-
hospitaal de mogelijkheid geopend vanaf het begin of in een later stadium
onder de dan vigerende omstandigheden en voorwaarden tot het voorgenomen,
gan wel inmiddels reedsgercaliseerde samenwerkingsverband toe te treden.
Een belangrijke factor daarbij was dat het Biakonessenhuis had afgezien
van een verdere modernisering en sanering van het bestaande ziekenhuis
en had besloten tot de bouw van een nieuw ziekenhuis op een andere plaats.
Getracht zou worden op zo kort mogelijke termijn konkrete voorstellem
te doen met betrekking tot de bouw van een nieuw ziekenhuis c.q. een
andere vervanging van het Biakonessenhuis, rekening houdend met de in
Triotel aanwezige en zo nodig aan te passen mogelijkheden.
Ter uitvoering van de genoemde bereidverklaring werd op 24 april 1972
door het bestuur der Vereniging "Het Biakonessenhuis" en het gemeentebe
stuur gezamenlijk een aanvraag ingediend bij de Minister van Volksgezond
heid en Milieuhygiëne teneinde te komen tot nieuwbouw ter vervanging van
het huidige Biakonessenhuis Uitgesproken werd daarbij dat de verantwoor
delijkheid voor de nieuwbouw gezamenlijk zou worden gedragen en dat daar
bij gekomen zou moeten worden tot volledige integratie van de beide zieken
huizen. Tevens werd een aanvraag gedaan voor een aantal overbruggingsvoor
zieningen ten behoeve van het huidige Biakonessenhuis.
Naar aanleiding van de eerstgenoemde aanvraag nodigde de ziekenhuiscom
missie de besturen van de drie ziekenhuizen uit voor een bespreking op
30 mei 1972.
In die bespreking is gesteld dat - alvorens op de aanvraag een beslissing
zou kunnen worden genomen - een beleidsplan voor de ziekenhuisvoorzieningen
in Leeuwarden door de drie ziekenhuizen moest worden opgesteld. Be zieken
huiscommissie stelde zich op het standpunt dat de drie ziekenhuizen in
Leeuwarden gezamenlijk verantwoordelijk zouden moeten zijn voor het gebo
den pakket ziekenhuisvoorzieningen in dat gebied. Baar komt nog bij dat
genoemde commissie zich op het standpunt heeft gesteld dat het huidige
klinische opnamepotentieel in Leeuwarden dient te worden teruggebracht
Pas als een beleidsplan voor Leeuwarden ter tafel ligt, zal de ziekenhuis
commissie een standpunt bepalen en advies aan de minister uitbrengen over
de aanvraag.
Een en ander heeft er toe geleid dat begin 1973 in een vergadering van de
vertegenwoordigers van besturen en directies van de drie Leeuwarder Zieken
huizen een Beleidsgroep is gevormd, samengesteld uit leden van de besturen,
de directies en de medische staven. Als voorzitter van.deze Beleidsgroep
werd aangezocht de heer Prof. Br. J.B. Stolte. Helaas is de Beleidsgroep
er niet in geslaagd te komen met een plan voor de ziekenhuisvoorzieningen
in Leeuwarden. Met name over de lokatie keuze kon geen overeenstemming
worden bereikt.