Noo 6585. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN 5 gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 mei 1975 (bijlage no. 151)5 BESLUIT; a. mits het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk bereid is, gedurende de eerstkomende 3 jaar 40% en daarna aflopend met 4% per jaar, bijzonder rijkssubsidie te verlenen in de daarvoor in aanmerking komende kosten van het project planningsfase Willem Sprengerstraat e.o., de oriënta tiefase Huizum en de oriëntatiefase Vegelinbuurthet in de begroting 1975 geraamd gemeentelijk subsidie voor deze onderdelen met 15-600,te ver lagen. b. Tot het in 1975 verlenen van subsidie aan de Stichting Centraal Orgaan Leeuwarden voor; 1e. de oriëntatiefase Molenpad e.o. tot een bedrag van maximaal 3125» met dien verstande dat alvorens tot besteding van de in dit bedrag be grepen post ad 2.500,voor groen- en speelvoorzieningen wordt be sloten het C.O.L. de gemeente vooraf onder overlegging van een gespe cificeerde begroting met toelichting om goedkeuring moet verzoeken; 2e. het aanstellen van een opbouwwerker voor de wijken Huizum en Vegelin buurt tot een bedrag van 4-500, Voorwaarde bij de onder 1 en 2 genoemde subsidieverlening is dat het Ministe rie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk eveneens tot subsidiëring zal besluiten en bovendien bijzonder rijkssubsidie zal verlenen voor het onder a en b genoemde. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Preadvies op het schrijven van J.P. Scheper, alhier. Bijlage no. 152. Leeuwarden, 22 mei '975' Aan de Gemeenteraad. De heer J.P. Scheper, alhier, maakt in zijn brief van 13 maart j.l. be- cwaar tegen de hoogte van het bedrag, dat hem in rekening is gesteld wegens het aansluiten van zijn pand aan de Tuinen op het nieuwe hoofdriool, dat achter de walmuur aan de Tuinen n.z. is gelegd. Dit hoofdriool is, omdat het in de toekomst in het bemalen stelsel zal worden opgenomen, vrij cisp aangelegd, zodat het praktisch onder water ligt. Bc aanvulling achter de walmuur bestaat uit zeezand, dat de eigenschap heeft te gaan "lopen" zodra het een bepaalde vochtigheidsgraad heeft bereikt. In verband hiermede zijn de pogingen van de aannemer van adressant om de benodig de sleuf met de hand op diepte te brengen mislukt. Het bleek zelfs niet moge lijk het hoofdriool met gebruik van machinerieën te bereiken. In overleg met de Dienst Stadsontwikkeling is daarna getracht de dichtstbijzijnde particuliere aansluitleiding op het hoofdriool te vinden. Deze leiding bleek eveneens tot het perceel van adressant te behoren. De nieuwe afvoerleiding is daarna van gemeentewege op deze leiding aangesloten, waarna eveneens van gemeentewege de ontstane sleuf is gedicht en bestraat. Opgemerkt zij nog, dat het niet gebruikelijk is particuliere aansluitingen op rioolleidingen op revisietekeningen aan te geven, zeker niet wanneer het op een nieuw riool overgezette bestaande afvoerleidingen betreft. Tenslotte delen wij U mede, dat aan adressant een hoeveelheid straatwerk in rekening is gebracht, welke naar het geldende tarief is berekend met in achtneming van een oppervlakte van 8 m2. In werkelijkheid bedroeg deze opper vlakte plm. 12 m2, zodat gesteld kan worden, dat de gemeente adressant redelijk heeft behandeld. Op grond van het vorenstaande achten wij geen redenen aanwezig de aan adressant gezonden nota te wijzigen. Cnder mededeling, dat de commissie voor Openbare Werken zich met dit pre advies kan verenigen, geven wij U in overweging adressant in bovenstaande zin te berichten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 230