No. 6629
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 mei 1975,
(bijlage no. 155);
BESLUIT;
I. de gemeente, onder afstanddoening van de voorrechten van uitwinning en
schuldsplitsing en van alle andere voorrechten en exepties bij de wet
aan borgen toegekend of nog toe te kennen, speciaal ook van de voorrech
ten, welke zij te harer bevrijding zou kunnen ontlenen aan het bepaalde
in de artikelen 1466, 1885, 1886 en 1887 van het Burgerlijk Wetboek,
borg te stellen ten behoeve van de "Stichting Pensioenfonds van Beambten
der Nederlandsche Middenstandsbank N.V.", gevestigd te Amsterdam, tot
zekerheid van de nakoming van al de verplichtingen, voortvloeiende uit
een door de "Stichting Dagverblijven voor Gehandicapten Leeuwarden en
omstreken", gevestigd te Leeuwarden, met genoemd pensioenfonds te slui
ten overeenkomst van geldlening, welke overeenkomst zal worden aange
gaan ten belope van 450*000,tegen een koers van 100% en verder
onder de voorwaarden, welke door de Stichting met de geldgever in de
overeenkomst van geldlening op te maken akte zullen worden overeenge
komen, als onder meer;
- dat de lening zal worden opgenomen per 1 augustus 1975;
- dat de rente 9% per jaar zal bedragen;
- dat de looptijd 40 jaar bedraagt;
- dat de rente in halfjaarlijkse termijnen moet worden voldaan;
- dat het geleende bedrag in 40 jaarlijkse termijnen van elk groot
11.250,wordt terugbetaald;
- dat algehele of gedeeltelijk vervroegde aflossing der lening gedu
rende de eerste 10 jaar is uitgesloten en daarna gedurende vijf
jaar slechts mogelijk is tegen een koers van 101-J% en daarna tegen
de koers van 101%;
II. ten aanzien van de onder I bedoelde garantie met de "Stichting Dag
verblijven voor Gehandicapten Leeuwarden en Omstreken", gevestigd te
Leeuwarden, een overeenkomst aan te gaan, houdende dezelfde bepalingen
als die, genoemd onder II, sub 1 t/m 14 van het raadsbesluit van 21
september 1970, no. 15280.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beleidsnota Raad voor Sportaangelegenheden.
Bijlage no. 156. Leeuwarden, 12 juni 1975*
Aan de gemeenteraad.
Tijdens de behandeling van het beleidsplan 1975-1973 hebben wij U toegezegd
e beleidsnota's van de Raad voor Sportaangelegenheden en de Raad voor Culturele
angelegenheden nog afzonderlijk in Uw Raad aan de orde te duellen,
aar aanleiding daarvan merken wij met betrekking tot de nota van de Raad voor
Sportaangelegenheden het volgende op.
De nota levert een duidelijke inbreng ten aanzien van de problematiek die
onder ogen moet worden gezien om te komen tot een doelgericht beleid met
betrekking tot de sport in zijn verschillende verschijningsvormen. Tevens levert
deze nota bouwstenen voor een dergelijk beleid.
Yoor het vele werk, dat is verricht aan de totstandkoming van deze nota hebben
wij dan ook waardering. Hoewel de in de nota ontwikkelde gedachten niet in alle
gevallen volledig door ons worden onderschreven kunnen wij in het algemeen
met de in de nota aangegeven beleidslijnen instemmen. Op een aantal in de nota
genoemde onderwerpen achten wij het evenwel gewenst nader in te gaan.
Ten aanzien van het gestelde op bladzijde 22 van de nota betreffende de bovenloxale
en regionale akkommodaties merken wij op, dat, zoals bij de behandeling van het
beleidsplan 1975-1978 is gesteld, een kunstijsbaan zou passen in het totale
pakket van sportvoorzieningen. Voor de realisering van een dergelijk object zien
wij echter vooralsnog geen mogelijkheden.
Voor een nadere motivering hiervoor verwijzen wij U naar het aan U toegezonden
voorstel van 12 juni 1975, bijlage no. 164..
Voor vrat betreft de toekomstige bestemming van de Frieslandhal menen wij dat
althans een deel van deze hal in de toekomst bestemd dient te worden tot
evenementenhal. Wij zien de bestemming van deze hal evenwel in een breder verband
dan alleen voor sport.
In de toekomst zullen in deze hal alle grote evenementen, waaronder sportevene
menten, moeten kunnen plaatsvinden.
De in de nota op bladzijde 22 en 25 opgenomen inventarisatie van nog te
realiseren sportvoorzieningen is niet geheel volledig.
Bovendien wijzen wij erop, dat in het kader van do afwerking van de Noordgrens
van het Groene-Stergebied niet moer wordt uitgegaan van het realiseren van een
roeibaan. Te zijner tijd komen wij in het kader van een herziening van het
basisplan Groene Ster hierop terug bij afzonderlijk raadsvoorstel.
Op bladzijde 25 wordt verder gepleit voor een onderzoek naar de werkelijke
behoefte aan sportvoorzieningen. Hij stellen ons voor mot de Sportraad nader
overleg te plegen over een dergelijk onderzoek.
Ion aanzien van hetgeen de Sportraad op bladzijde 52 opmerkt over de suosidiëring
van het betaald voetbal in Leeuwarden volstaan wij met U te verwijzen naar ons
voorstel van 17 januari 1974; bijlage no. 28 en de nadere beslissing daaromtrent
tijdens de behandeling van het beleidsplan 1975-1973.
Het betrekicing tot hetgeen op bladzijde 54 Gn 55 inzake de fondsen voor de
^ateursport is gesteld, verwijzen wij U naar ons voorstel van 12 juni 1975;
bijlage no. 158.