IV. de storting in het hij besluit van 5 juli 1971? no. 8813 I ingestelde
fonds voor de amateur-topsport te bepalen op 7»500,per jaar.
V. a. in te stellen een fonds ten behoeve van de sportieve recreatie;
b. de eerste storting in dit fonds te bepalen op 2.500,
c. Burgemeester en Wethouders te machtigen uit dit fonds bijdragen
te verlenen aan;
1 verenigingen of onderdelen en groepen daarvan;
2. personen of groepen van personen.
die zich bezighouden met het begeleiden en/of beoefenen van sportieve
rekreatie onder eventueel nader door Burgemeester en Wethouders te
stellen voorwaarden en na advies van de Raad voor Sportaangelegenheden.
VI. a-, in te stellen een fonds ten behoeve van de sport voor gehandicapten;
b. de eerste storting in dit fonds te bepalen op 2.000,
c. Burgemeester en Wethouders te machtigen uit dit fonds bijdragen
te verlenen aan;
1verenigingen of onderdelen en groepen daarvan;
2. personen of groepen van personen,
die zich bezighouden met het begeleiden en/of beoefenen van sport
voor gehandicapten onder eventueel nader door Burgemeester en Wet
houders te stellen voorwaarden en na advies van de Raad voor Sport-
aange1egenhe den
a. in te stellen een fonds ten behoeve van de gebruikers van niet-gemeen-
telijke sportakkommodaties
b. de eerste storting in dit fonds te bepalen op 10.000,
en deze storting jaarlijks te verhogen met 5«000,tot
een maximale storting van 20.000,per jaar;
c. Burgemeester en Wethouders te machtigen uit dit fonds bij
dragen te verlenen aan verenigingen die gebruik maken van
niet-gemeentelijke sportakkommodaties onder eventueel door
Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden en na ad
vies van de Raad voor Sportaangelegenheden.
de onder Ha, IV, Vb, en Vllb genoemde stortingen jaarlijks met een per
centage te verhogen gelijk aan de inflatoire kostenontwikkeling met ingang
van 1 januari 1975»
de onder I t/m VIII genoemde wijzigingen en aanvullingen in werking te
laten, treden met ingang van 1 juli 1975»
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Terlenen van medewerking aan enkele besturen van bijzondere scholen voor kleu
ter, gewoon- en buitengewoon lager onderwijs voor het treffen van diverse voor
zieningen c.q. het aanschaffen van leer- en hulpmiddelen.
Bijlage no. 159» Leeuwarden, 12 juni 1975»
Aan
de Gemeenteraad.
1. Het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Leeuwarden verzoekt
met zijn op 12 maart 1975 ingekomen brief om medewerking voor de aanschaffing
van een nieuwe leesmethode met het daarbij behorende speel-leermateriaal
ten behoeve van de St. PaulusschoolIn verband met het feit dat de thans
in gebruik zijnde methode niet als verouderd kan worden aangemerkt dient
vervanging te worden bekostigd uit de ingevolge artikel 101 van de Lager-
onderwijswet 1920 aan het schoolbestuur toegekende exploitatiekostenvergoe
ding. Voor de aanschaffing van het speel-leermateriaal ten behoeve van de
eerste klas kan, daar het hier een eerste aanschaffing betreft, wel mede
werking ingevolge artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 worden verleend.
2. Van het bestuur van de Vereniging tot stichting en instandhouding van
scholen met de Bijbel te Leeuwarden-Huizum is op 14 maart 1975 een verzoek
binnengekomen om medewerking voor de verbouwing en aanpassing van cis Prins i'il-
lem Alexander .school in verband met het plaatsen van een documentatiecentrum.
In nagenoeg alle scholen in deze gemeente ontbreekt een aparte ruimte voor
het inrichten van een dergelijk centrum. Be hiervoor benodigde ruimte wordt
als regel gecreëerd in de hal of de gang van de scholen; de hiermee gepaard
gaande voorzieningen zijn meestal van geringe omvang. Het door het onderha
vige schoolbestuur ingediende plan behelst een omvangrijke verbouwing, die
naar onze mening de normale eisen, te stellen aan het geven van gewoon la
ger onderwijs overschrijdt. Als bijkomende voordelen van deze verbouwing
noemt het schoolbestuur het totstandkomen van een grotere conciërgeruimte en
het realiseren van oen nieuwe uitgang.
Dit zijn echter op zichzelf staande voorzieningen welke als zodanig buiten
het kader vallen van het plaatsen van een documentatiecentrum.
Indien noodzakelijk kan voor het treffen hiervan een afzonderlijk ver
zoek om medewerking worden ingediend. In verband met het bovenstaande zijn
wij van mening, dat aan het door het schoolbestuur ingediende verzoek met
het daarbij behorende plan de gevraagde medewerking moet worden onthouden.
3. Op 24 maart 1975 is van het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs
Leeuwarden een verzoek binnengekomen om medewerking voor de aanschaffing
van een bandrecorder en 6 koptelefoons met een aansluitkast ten behoeve
van de Sint BonifatiusschoolAangezien de aanschaffing van koptelefoons en
oen aansluitkast vooralsnog de normale eisen overschrijdt welke aan hot
geven van gewoon lager onderwijs kunnen worden gesteld geven wij IJ in over
weging aan dit deel van het verzoek de gevraagde medewerking te onthouden.
4» Met zijn op 24 maart 1975 ingekomen brief verzoekt het bestuur van de
Stichting tot oprichting en instandhouding van één of meer Christelijke
scholen voor buitengewoon lager onderwijs voor Leeuwarden en Omgeving mede
werking voor de aanschaffing van een viertal elektrische naaimachines ten
behoeve van de La Costaschool. Tegen het verlenen van do gevraagde medewer
king bestaan geen bezwaren.
5- Het bestuur van de Stichting Leeuwarder Parkherstellingsoord verzoekt
met zijn op 25 maart 1975 ingekomen brief medewerking voor de onderstaande
aanschaffingen c.q. voorzieningen ten behoeve van de Buitenschool;
a. vernieuwing van materiaal in de zaal voor lichamelijke opvoeding;
b. uitbreiding van leesmateriaal;
c. het aanbrengen van een toegangshek;
d. het vervangen van constructief gezien slechte deuren.