f 32.099,68
9.186,95
f 4.599,68
f 1-586,95
f 33.700,36.920,01 3.220,01
f 5.800,— 8.551,09 ƒ2.751,09
No. 7451 -
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen de desbetreffende verzoekschriften van de drie hierna te noeier
schoolbesturen;
gezien zijn besluit van 18 februari 1974, no. 1233;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders van 12 juni 1975
(bijlage no. 162);
mede gelet op het bepaalde in artikel 193 van het Besluit buitengewoon
onderwijs 1967;
D E S L U I Ti
I. de vergoeding als bedoeld in artikel 193» derde en vijfde lid, van het
Besluit buitengewoon onderwijs 1967 (personele kosten van onderwijs) ovi
het jaar 1974 vast te stellen als is aangegeven in kolom 4 van onder
staande staat;
II. Burgemeester en Wethouders te machtigen de in kolom 5 van onderstaande
staat vermelde bedragen alsnog aan de daar vermelde schoolbesturen uit
te betalen.
Naam van de vereniging School
of stichting
Vereniging tot oprich
ting en instandhouding
van één of meer Chr.
scholen voor b.l.o.
voor Leeuwarden e.o.
Vereniging voor Chr.
onderwijs aan kinderen
met leer- en opvoe
dingsmoeilijkheden
Stichting Leeuwarder
Parkherstellingsoord
oorschot Vergoeding
Nog uit te
betalen
4
Da Costaschool 27.500,
(debiele kinde
ren kernaf de
ling De Schutse 7«600,
(imbeciele kin
deren)
Dr. J. Hofer-
school (kinde
ren met l.o.m.)
Buitenschool
(ziekelijke
kinderen)
x inclusief 3300,voor
de afdeling v.b.o. In
1974 echter geen vak
onderwijs gegeven.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verordening subsidiëring amateuristische kunstbeoefening
Bijlage no. 163 Leeuwarden, 12 juni 1975»
Aan
de Gemeenteraad.
In de afgelopen jaren is door verschillende verenigingen, die in amateu
ristische zin de kunst beoefenen, aangedrongen op een herziening van de sub
sidieregelingen die voor deze sector worden gehanteerd. In verband hiermee
hebben wij besloten tot het vervaardigen van een ontwerp-subsidieregeling ten
behoeve van de verenigingen op het gebied van de amateuristische kunstbeoefe
ning.
Deze regeling is, mede in aanmerking genomen de indertijd door de Cultu
rele Raad gegeven adviezen en de resultaten van een onderzoek naar elders be
staande subsidieregelingen, gebaseerd op de volgende uitgangspuntens
a. De nieuw te ontwerpen subsidieregeling zal, gelet op de vele raakvlakken
en identieke problematiek die de verenigingen op het gebied van de ama
teuristische kunstbeoefening hebben, moeten gelden voor liet gehele terrein.
b. Het subsidie ten behoeve van de diverse verenigingen zal in de nieuwe
subsidieregelingen aan de hand van een aantal meetpunten dienen te worden
bepaald; m.a.w. niet alleen het aantal leden, de kosten van een repetitie
ruimte, het honorarium van een dirigent of regisseur, de vervangingswaarde
van het instrumentarium zijn bepalend voor de hoogte van het te verstrekken
subsidie, maar het in een aantal meetpunten samengebrachte totaal van deze
factoren dient uiteindelijk het subsidiebedrag te begrenzen.
Aan de hand van deze uitgangspunten is een integrale subsidieregeling ont
worpen, waarin ais bestanddelen een basissubsidie, een exploitatiesubsidie,
een prestatiesubsidie, eon contributiesubsidie en een investeringssubsidie
zijn opgenomen. Teneinde zicht te krijgen op het totale voor de uitvoering
van deze ontwerp-regeling noodzakelijke subsidiebudget, is vervolgens een
onderzoek naar de financiële situatie van de tot dusver gesubsidieerde
verenigingen gehouden. Op grond van de resultaten van dit onderzoek en in
aanmerking genomen de hoogte van de tot dusver verstrekte subsidies, zijn
de normbedragen voor de verschillende onderdelen van de regeling in eerste
instantie vastgesteld.
De totale ontwerp-regeling is vervolgens voorgelegd aan de Culturele Raad,
die op zijn beurt de betrokken verenigingen in staat heeft gesteld reacties
op de inhoud ervan naar voren te brengen.
De Culturele Raad, evenals het merendeel van de geraadpleegde verenigingen,
bleek van mening, dat de voorgelegde ontwerp-regeling een belangrijke ver
betering inhield ten opzichte van de bestaande subsidieregelingen en dat
bij toepassing ervan genuanceerde subsidietoekenning mogelijk wordt.
Rekening houdend met de bij een groot aantal verenigingen levende wens om in
de komende jaren de subsidiebedragen verder structureel aan te passen, heb
ben wij in het kader van het beleidsplan 1975-1978 voorgesteld een getempo
riseerde invoering van de regeling, waarbij van 1976 tot en met 1978 het
totale subsidiebudget voor deze sector ieder jaar met 3.000,stijgt,
te realiseren. Uiteindelijk hebt U bij de behandeling van het genoemde be
leidsplan besloten ter dekking van de kosten van de uitvoering van een in
tegrale subsidieregeling amateuristische kunstbeoefening voor het jaar 1975
een totaalbudget van f 45.COO,beschikbaar te stellen. Voor een subsidie
uit dit totaalbudget komen voor 1975 in het geheel 43 verenigingen op het
gebied van de amateuristische kunstbeoefening in aanmerking.