-6-
b. voor accordeon- en symphonie-orkesten een bijdrage van
25?per openbare uitvoering of andere daarmee gelijk
te stellen vorm van openbaar optreden met inbegrip van
het deelnemen aan concoursen met een maximum van
Co voor tamboer- en pijperkorpsen en drumbands een bijdrage
van 50,per openbare uitvoering of andere daarmee
gelijk to stellen vorm van openbaar optreden met inbe
grip van het deelnemen aan concoursen met een maximum
van
d. voor oratorium- en oratoriumbrengende zangverenigingen
en opera- en operetteverenigingen een bijdrage van
700,per openbare uitvoering voor ten hoogste twee
uitvoeringen per jaar met een maximum van
e. voor zangverenigingen een bijdrage van 100,per
openbare uitvoering voor ten hoogste twee uitvoeringen
per jaar met een maximum van
f. voor toneelverenigingen een bijdrage in het tekort van
de eerste opvoering van een toneelstuk tot maximaal
100,voor ten hoogste twee opvoeringen per jaar
g. voor verenigingen voor beeldende expressie een bijdrage
van 50,per openbare tentoonstelling van werk van
de leden, gehouden in de gemeente Leeuwarden, voor ten
hoogste twee tentoonstellingen per jaar
h. voor volksdansgroepen een bijdrage van 50,per
openbaar optreden, hetzij zelfstandig, hetzij in het
kader van een ruimer evenement, voor ten hoogste twee
optredens per jaar
4. Contributiesubsidie
Dit bedraagt 10%x) van de door de werkende leden te betalen contributie
over het jaar, waarvoor subsidie aangevraagd wordt.
5Inve s t e rings sub s i di c-
Dit bedraagt voor organisaties voor instrumentale muziek 25%x) van de
kosten van rente en afschrijvingen ten behoeve van aanschaffingen van
ten minste 2.500,Eet toegekende investeringssubsidie blijft voor
v/at het afschrijvingsbestanddeel betreft ieder volgend jaar gelijk tot
het moment, waarop de geschatte levensduur afloopt. Als maatstaf geldt
het jaar van subsidie-aanvraag.
x) De exploitatie-, contributie- en investeringssubsidie wordt voor accordeon
verenigingen en symphonieorkosten, alsmede voor verenigingen voor beel
dende expressie en volksdansgroepen vastgesteld op 50% van genoemde be
dragen en percentages.
100,—
200,—
ƒ1400,—
200,—
200,—
100,—
100,—
Subsidiëren van de Stichting Kunstijsbaan Leeuwarden.
Bijlage no. 164. Leeuwarden, 12 juni 1975»
Aan de gemeenteraad.
In 1972 besloot de Saad voor Sportaangelegenheden een werkgroep in te
stellen met onder meer als taak de KoninklijkeVereniging "De IJsclub",
de IJsclub "Tjallinga" en het Aktiecomité voor een kunstijsbaan in Leeuwarden
bij elkaar te brengen teneinde de bouw van een kunstijsbaan mogelijk te maken.
De aktiviteiten van deze werkgroep hebben geresulteerd in het tot stand komen
van de Stichting Kunstijsbaan Leeuwarden, Het bestuur van deze Stichting
heeft een plan voor een 400-meter kunstijsbaan laten ontwerpen en dit plan
bij brief van februari 1974 aan U toegezonden. Daarbij deed de Stichting het
verzoek haar een jaarlijks subsidie te verlenen gelijk aan het exploitatie
tekort van de kunstijsbaan onder eventueel nader door U te stellen voor
waarden. Indien zou blijken, dat dit verzoek niet binnen één jaar zou
kunnen worden gehonoreerd, werd verzocht om gemeentelijke medewerking
bij s
a. het voordragen en ondersteunen van het plan als een door de rijksoverheid
te subsidiëren werkgelegenheidsobject
b. het ontwikkelen van een samenwerking van de aan de gemeente Leeuwarden
grenzende gemeenten om aldus gezamenlijk tot het verlenen van financiële
medewerking voor het plan te geraken;
c. het ontwikkelen van de mogelijkheden tot het verlenen van financiële
steun van èn het provinciaal bestuur van Friesland en de overige
gemeenten in het noorden van deze provincie;
d. het verlenen van steun en medewerking in enigerlei vorm, hoe en op welke
wijze ook, om binnen 3 jaren het gestelde doel te bereiken.
Op 11 maart 1974 besloot Uw Raad dit verzoek om preadvies in onze handen
te stellen.
Inmiddels besloot de Raad voor Sportaangelegenheden op 26 maart 1974 de
nota "Plan tot het stichten van een kunstijsbaan", opgesteld door de
werkgroep IJsbaanproblematiek van die Raad, ongewijzigd vast te stellen.
De conclusies van deze nota sloten volledig aan bij het door de Stichting
Kunstijsbaan Leeuwarden gedane verzoek.
Gelet op de financiële consequenties voor onze gemeente deelden wij de
Stichting Kunstijsbaan Leeuwarden mede, dat het verzoek haar een jaarlijks
subsidie te verlenen gelijk aan het jaarlijkse exploitatietekort zou
worden bezien in het kader van de opstelling van het beleidsplan 1975-1978.
In dit beleidsplan hebben wij gesteld, dat weliswaar een dergelijke
accommodatie zou passen in het totale pakket van sportvoorzieningen, doch dat
vrijgelet op de financiële positie van de gemeente het verlenen van een
subsidie als hiervoor bedoeld de komende vier jaren niet haalbaar achtten.
Bij de behandeling van het beleidsplan 1975-1978 in Uw Raad hebben wij
toegezegd bij een afzonderlijke nota nogmaals op deze zaak to zullen
terugkomen.
Aan het door de Stichting primair gestelde verzoek kon derhalve binnen één
jaar niet worden voldaan. V/ij gaan daarom thans eerst in op het door haar
geformuleerde alternatieve voorstel, dat wij puntsgewijze volgens
ad a. V/ij hebben het plan voor de kunstijsbaan tot dusverre niet als A.C.VJ.-
project aangemerkt, omdat wij verwachten, dat zowel van de kant van
het Rijk als van de. Provincie geen médewerking verleend zal worden
dit project in het programma van de aanvullende werkgelegenheid te
doen opnemen. Deze verwachting is gebaseerd op de reeds in het noorden
van ons land bestaande kunstijsbanoien de moeilijke financiële
omstandigheden, waarin deze accommodaties verkeren.