No. 7726a.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 12 juni 1975
(bijlage no. 184S
gelet op de artikelen 170 en 228, sub c, der gemeentewet;
BESLUIT;
I. de Gemeente, onder afstanddoening van de voorrechten van uitwinning en
schuldsplitsing en van alle andere voorrechten en exceptiën bij de Wet
aan borgen toegekend of nog toe te kennen, speciaal ook van de voor
rechten, welke zij te harer bevrijding zou kunnen ontlenen aan het be-
paalde in de artikelen 1466, 1885, 1886 en 1887 van het Burgerlijk Wet
boek, te stellen tot borg ten behoeve van de Friesland Bank, gevestigd
te Leeuwarden, tot zekerheid van de nakoming van al de verplichtingen voort
vloeiende uit een door de Stichting Sociaal Kultureel Werk voor de Jeugd
in Leeuwarden gevestigd te Leeraarden met de genoemde Friesland Bank te
sluiten overeenkomst van geldlening, welke overeenkomst zal worden aan
gegaan ten belope van 76.250,-- tegen een koers van 100% en verder on
der de voorwaarden, welke door de stichting met de Friesland Bank in de
van deovereenkomst van geldlening op te maken akte zullen worden over
eengekomen, als onder meer;
- dat de lening zal worden opgenomen per 1 september 1975»
- dat de rente 9% pei" jaar zal bedragen, per halfjaar te voldoen;
- dat de looptijd van de lening 25 jaar bedraagt;
- dat de aflossing zal plaatsvinden door middel van 25 jaarlijkse ter
mijnen van 5-050,
II. ten aanzien van do te verlenen garantie met de Stichting Sociaal Kultu
reel Werk voor de Jeugd in Leeuwarden, gevestigd to Leeuwarden een over
eenkomst aan te gaan, houdende de navolgende bepalingen;
1. de Stichting behoeft de toestemming van Burgemeester en Wethouders
tot aanbesteding van de verbouwwerkzaamheden van het pand Groninger
straatweg 171a "Sinneljocht"Bij het verzoek om toestemming dienen
het bestek met tekeningen en de kostenraming van de verbouw en in
richting van het genoemde pand te worden overgelegd;
2. de gunning is mede aan de goed.keuring van Burgemeester en Wethouders
onderworpen;
5'. gedurende de periode, dat het onder 1 genoemde pand wordt verbouwd
en ingericht als jeugdcentrum zal in het bestuur vein de stichting
of de bouwcommissie, die rechtstreeks is botroklcen bij deze verbouw
en inrichting, een vertegenwoordiger van de gemeente zitting hebben;
4. de Gemeente zal, zolang de in deze overeenkomst bedoelde geldlening
niet geheel is afgelost, het recht hebben om alle bezittingen van
de stichting ten behoeve waarvan de geldlening is gesloten met de op
die bezittingen rustende lasten en verplichtingen en alle schulden
der stichting, voor zoveel die ten behoeve dier bezittingen zijn ge
maakt, gezamenlijk over te nemen tegen een vergoeding ten bedrage
van het voor de verwerving en instandhouding van die bezittingen aan
gewende deel van het eigen vermogen der stichting, benevens c.q. een
naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders billijke vergoeding
voor liquidatiekosten;