Subsidiëring van de niet gedekte aanstellingskosten van een drietal tijde lijke krachten van de Stichting Rehabilitatie Transvaalwijk. Bijlage no. 212 Leeuwarden, 14 augustus 1975» de Gemeenteraad. - 2 - 7. de opstalhouder is verplicht hij beëindiging van het recht van opstal het in de aanhef van dit besluit genoemde perceelsgedeelte geheel ont ruimd ten genoegen van Burgemeester en Wethouders op te leveren; hij moet er zorg voor dragen, dat de grond in dezelfde toestand verkeert bij het eindigen van zijn recht als toen hij met bouwen begon, zonder dat hij enige aanspraak kan maken op schadevergoeding of schadeloos stelling wegens aan de grond aangebrachte veranderingen of verbeteringen of anderszins, hoe ook genaamd; 8. de gemeente zal bij beëindiging van het recht van opstal geen enkele vergoeding verschuldigd zijn voor het door de opstaller opgerichte bouw werk; 9» alle kosten en rechten van de uit dit besluit voortvloeiende akte, als mede die van de tenuitvoerlegging daarvan, komen voor rekening van de opstalhouder. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Aan Eij raadsbesluit van 11 april 1974, bijlage no. 128, is U een over zicht verstrekt van de op dat moment voor het Transvaalwijkprojeet gemaak te c.q. nog te maken kosten. Onder punt 2b. van deze opstelling was een bedrag van 50.000,opgenomen, ten behoeve van een vermoedelijke ver lenging van het project. Deze verlenging is intussen een feit geworden. Voordien bestond er al geruime tijd behoefte aan een versterking van het projektkantoor met een aantal arbeidskrachten. Vanaf februari 1974 kon in deze behoefte worden voorzien, door gebruikmaking van de Tijdelijke Arbeids plaatsen-regeling (T.A.P.) en de A.C.W.-regeling. Dit laatste als uit vloeisel van de interim-regeling Voorbereiding Rehabilitatie van het Mini sterie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het gevolg hiervan is, dat een beperkt gedeelte van de aanstellings kosten van drie tijdelijke krachten ten laste van de Stichting Rehabilitatie Transvaalwijk blijft. Deze lasten zijn niet in eerder genoemd overzicht op genomen. Zij bestaan uit; 5% van de aanstellingskosten in A.C.W.-verband en 1000,voor de administratieve kracht tot 1 maart 1976. In totaal betekent dit voor de stichting een extra last van 9«644»10» De specifi catie hiervan is; T.A.P.-regeling (administratieve functie) 1 persoon gedurende 4 perioden a 250,1000, A.C-regeling (2 bouwkundige functies woningverb et ering Periode tot 1 maart 1975s van 74.456,— 5722,80 Periode 1 maart 1975 - 1 maart 1976s van 98.425,98 4921,50 Totaal ten laste van de Stichting; 9644,10 De stichting heeft reeds geruime tijd te kampen met financiële moei lijkheden, hetgeen tot gevolg heeft gehad, dat het salaris van de project leider ver is achter gebleven bij de normale loon-ontwikkeling en heeft a,ls verdere consequentie, dat het bankkrediet vrijwel permanent wordt overschre den. Dit leidt tot extra rentekosten en uiteindelijk tot nog grotere financiële problemen. De stichting heeft een poging gedaan de niet gedekte aanstellingskosten bin nen de lopende begroting op te vangen. Er is bezuinigd op werk-uitgaven en het salaris van de projektleider(Dit laatste in de vorm van niet verhogen van het salaris). Deze bezuinigingen zijn echter niet toereikend om een dekking aan te geven voor de onderhavige niet gedekte aanstellingskosten. Dit heeft de stichting er toe gebracht zich tot ons te wenden met het ver zoek over te gaan tot subsidiëring van deze lasten. De ervaring is nu zo langzamerhand dat eerder gedane prognoses inzake dit rehabilitatie-projekt steeds weer tegenvallen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 346