Restauratie orgel Grote Kerk
Bijlage no. 62. Leeuwarden, 27 februari 1975»
Aan de gemeenteraad.
Het College van Kerkvoogden van de Hervormde Gemeente Leeuwarden
heeft verzocht voor de reeds geruime tijd in voorbereiding zijnde
restauratie van het orgel van de Grote Kerk in Leeuwarden oen
subsidie toe te kennen. Gezien de beslissing van de Minister van CH. 11
van 20 november 1974 (voor IJ bij de stukken ter inzage is gelegd)
waarbij 2-0o extra subsidie in uitzicht werd gesteld, verzoekt do
Kerkvoogdij het gebruikelijke gemeentelijke subsidiepercentage van
30 eveneens te verhogen met 2-|$.
Bij Uw besluit van 13 maart 1972, no. 3030, stelde U voor de
restauratie van de Grote Kerk het subsidie-percentage vast op 32h$«
Dit betekende dat 2-g$ geheel ten laste van de gemeentebegroting kwam,
omdat maximaal 30$ wordt gedekt door de verfijningsuitkering uit het
gemeentefonds. Rijk en provincie stelden elk ook 27$ boven het
gebruikelijke subsidie in uitzicht.
Nadien is het als gevolg van de toekenning van werkgelegenheids
subsidies mogelijk gebleken het gemeentelijk subsidie wederom te be
perken tot de gebruikelijke 30$. Het werkgelegenheidssubsidie zal echt
niet van toepassing zijn op de restauratie van het orgel. Teneinde to
bevorderen dat de ten laste van de Kerkvoogdij blijvende investering
binnen aanvaardbare grenzen blijft, zijn vrij van mening, dat hot aan
beveling verdient wat betreft de restauratie van het orgel het aan
vankelijk vastgestelde subsidie-percentage van 32-g$ te handhaven.
Ook de Provincie heeft tot een extra subsidiëring van 2g$ besloten.
Blijkens de beschikking van de Minister van C.R.M. zijn do
subsidiabele kosten voor de restauratie van het waardevolle IliMlor-crg
bepaald op 641.825,Het hiervan af te leiden gemeentelijke subsid
op basis van 32*1$ bedraagt 208.593,12 of rond 208.595, Hiervan
wordt een bedrag van 192.550,gedekt door de verfijningnuitkoring
het gemeentefonds, zodat een bedrag van f 16.045,ten laste
van de gemeente blijft. Dit bedrag kan worden gedekt t.l.v. do poot
voor onvoorziene uitgaven.
Te Uwer informatie merken wij nog op, dat de totale kosten
voor de restauratie van de C-rote Kerk en het orgel volgens een recente
begroting, welke voor U ter inzage is gelegd,moeten worden geschat
op rond 7«7 miljoen gulden. Dit is t.o.v. de U in onze raadsbrief van
3 maart 1972 genoemde restauratiekosten een forse kostenstijging,
enerzijds veroorzaakt door loon- en prijsstijgingen, anderzijds door
tegenvallers en de vondst van niet vermoede historisch zeer unardevoll
bouwfragmenten, waaraan extra kosten en moeite moeten worden besteed.
Zeer recent zijn belangrijke beschilderingen aan het tongewelf van de
kerk ontdekt, die thans zorgvuldig worden schoongemaakt. Zodra wij in
de hieruit voortvloeiende consequenties een duidelijker inzicht hebben-
verkregen zullen wij U een afzonderlijk voorstel doen over de bijstoll
van het gemeentelijk aandeel in het totaal-subsidie. Wij verwachten
overigens wel dat deze kosten volledig gedekt kunnen worden uit do
aan de gemeente toekomende verfijningsuitkering.