No o 10296
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 augustus
1975 ("bijlage no. 216
B E a L I Ts
aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden te verzoeken te besluiten
tot onteigening ten name van de gemeente Leeuwarden van
1. een gedeelte ter grootte van 54 ca van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie H, no. 1027, huis, garage, erf, geheel
groot 453 ca;
2. een gedeelte ter grootte van 19 ca van het perceel, kadastraal bekend
alsvoren no. 1028, huis, tuin, geheel groot 160 ca;
3. eer gedeelte ter grootte van 67 ca van het perceel, kadastraal bekend
alsvoren no. 1089, huis, erf, geheel groot 900 ca;
4. een gedeelte ter grootte van 11 ca van hot perceel, kada.straal bekend
alsvoren no. 1218, erf, geheel groot 88 ca;
5. een gedeelte ter grootte van 1790 ca van het perceel, kadastraal bekend
alsvoren no. 889, weiland, geheel groot 13200 ca;
6. een gedeelte ter grootte van 23 ca van het perceel, kadastraal bekend
alsvorens no. 456, huis, garage, erf, geheel groot 460 ca;
7. een gedeelte ter grootte van 610 ca van het perceel, kadastraal bekend
alsvoren ne 858, weiland, geheel groot 17980 ca;
zulks ten behoeve van het verbeteren en verbreden van de Lekkumerweg, ge
deelte ten noorden van de Gebr. Wierdastraat, de Buorren te Lekkum en een
aansluitend gedeelte van de Canterlanswei
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verlenen en weigeren van medewerking aan enkele besturen van bijzondere
scholen voor kleuter-, gewoon- en buitengewoon lager onderwijs voor het
treffen van diverse voorzieningen c.q. het aanschaffen van loer- en hulp
middelen.
Bijlage no. 217 Leeuwarden, 14 augustus 1975»
Aan de Gemeenteraad.
Van enkele besturen van bijzondere scholen voor kleuter gewoon- en
buitengewoon lager onderwijs zijn aanvragen als bedoeld in artikel 50 van de
Kleuteronderwijswet en artikel 72 der Lager-ondorwijswet 1920, c.q. artikel
183 van het Besluit buitengewoon onderwijs 19^7, ingekomen om medewerking
voor het treffen van diverse voorzieningen en het doen van enkele aanschaf
fingen.
Genoemde aanvragen zijn met de daarbij behorende bescheiden ter inzage gelegd.
De in het hierbij gaande ontwerp-besluit onder I sub 1, 3s 4» 5, 6 en 7 ge
noemde verzoeken behoeven geen nadere toelichting.
Ten aanzien van het onder 2 vermelde verzoek dolen wij U, gehoord de toelich
ting van het schoolbestuur, het volgende mede. In Uw vergadering van 28 april
1969 hebt U aan dit schoolbestuur medewerking verleend voor de bouw van een
overdekte rijwielstalling.
Ingevolge dit besluit is bij de school een fietsenstalling gebouwd welke
plaats biedt aan 12 rijwielen. Deze stalling wordt uitsluitend door het
onderwijzend personeel gebruikt.
Iiede ten gevolge van hot feit, dat op de onderhavige school onderwijs volgens
het Jena-plan wordt gegeven komt een groot aantal leerlingen van buiten de
stad of uit veraf gelogen woonwijken. Op het schoolplein is geen mogelijkheid
aanwezig om de fietsen van deze leerlingen op behoorlijke wijze te stallen.
De nu her en der geplaatste rijwielen lopen kans te worden beschadigd er-
geven voorts de omgeving een rommelige aanblik.
Teneinde aan deze ongewenste situatie een einde te maken verzoekt het
schoolbestuur medewerking voor de aanschaffing van een aantal fietsbeugels
Daar de hierboven omschreven toestand ook naar onze mening niet aanvaard
baar is stellen wij voor het verzoek van het schoolbestuur in te willigen.
De normale eisen, aan het geven van kleuter-, gewoon- en buitengewoon
lager onderwijs te stellen sullen door de inwilliging van dit verzoek
niet worden overschreden.
In het hierbij gevoegde ontwerp-besluit zijn onder II een tweetal verzoeken
vermeld waaraan om hieronder nader omschreven redenen de gevraagde mede
werking dient te worden onthouden.
Het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Leem/arden verzoekt
om medewerking voor het creëren en inrichten van een documentatiecentrum
in de St. Bonifatiusschool door middel van het aanbrengen van een vouwwand
tussen een leegstaand lokaal en het klasselokaal van het hoofd der school.
In de aldus verkregen ruimte sou dan eo:i documentatiecentrum kunnen worden
ingericht.
Daarnaast zou dan ruimte over blijven voor een nieuwe docentenkamor.
Naar onze mening kan het onderhavige lokaal door het aanbrengen van
enige eenvoudige voorzieningen worden getransformeerd tot een goed te
gebruiken documentatiecentrum; hiervoor is het naar ons oordeel niet nodig
een vouwwand aan te brengen.
V/ij merken hierbij op, dat in de meeste scholen het documentatie
centrum wegens ruimtegebrek wordt ondergebracht in de hal of de gang.