Voetpad, langs oostzijde Dokkumer Ee.
Bijlage no, 230 Leeuwarden, 14 augustus 1975»
Aan de Gemeenteraad,
Op 12 mei j.l. heeft IJ ons opgedragen te onderhandelen met alle eige
naren van de terreinen, waarop het zgn, Blokkepad (het pad langs de oost
zijde van de Dokkumer Ee) is gelegd, teneinde te hereiken, dat dit pad
toegankelijk blijft voor het publiek.
Ter voldoening aan deze opdracht hebben wij de bedoelde eigenaren, als
mede de bewoners van de aan het pad staande woningen uitgenodigd om op een
op 8 augustus j.l, te houden bijeenkomst het nodige overleg omtrent de wense
lijkheid van het al of niet open houden van het pad te kunnen plegen. Een
kort verslag van het verhandelde in deze bijeenkomst is voor U ter inzage
gelegd» V/ij mogen naar de inhoud daarvan verwijzen.
Uit het verslag blijkt, dat alle aanwezigen bezwaren hebben tegen het
instandhouden van het pad. Deze bezwaren richten zich niet alleen tegen de
baldadigheid die door de jeugd ter plaatse wordt bedreven, maar hebben voor
al betrekking op de zakelijke belangen, die door de openbaarheid van het pad
worden geschaad. Vooral het botenverhuur- en reparatiebedrijf van de heer
Hofstra heeft veel belang bij het verkrijgen van de vrije beschikking over
het gedeelte van zijn terrein, waarover het pad loopt, zulks ten behoeve
van het verbreden van de boothelling bij het bedrijf. V/ij achten het niet
verantwoord deze bezwaren zonder meer terzijde te schuiven.
Daar komt nog bij, dat bij handhaving van de openbaarheid van het pad
van gemeentewege een aantal voorzieningen zal moeten worden getroffen. Deze
hebben onder meer betrekking op de verbetering van de verlichting, de ver
betering van de oeververdediging en het vernieuwen en vergroten van het oude
"heechhout" over de Bonkesloot op de Dokkumer Ee» De kosten van een en an
der zullen zeker niet gering zijn.
Verder wijzen wij op de overeenkomst die in 1964 tussen de gemeente en
mevr. Timmermans-Bloemhof is gesloten, waarin is bepaald, dat de gemeente
zich verplicht die maatregelen te nemen, welke ertoe leiden, dat het voet
pad van de legger der openbare wegen wordt afgevoerd en dit pad in feite
voor het verkeer wordt gesloten. Bij raadsbeslxiit van 18 mei 1966, no. 7011
heeft U dan ook besloten tot het onttrekken aan het openbaar verkeer van
o.a. de weg Oldegalileën, voorzover betreft het gedeelte gelegen tussen de
Prof. Mr. P.S. Gerbrandyweg en de Bonkesloot, met ingang van een nader docr
ons College te bepalen datum» Dit besluit werd door Gedeputeerde Staten
van Friesland goedgekeurd op 12 juli 1966, no. 7867. De verplichtingen
welke voor de gemeente uit de hiervoor genoemde overeenkomst voortvloeien
kunnen door de gemeente niet éénzijdig ongedaan worden gemaakt» Bovendien
zijn door het raadsbesluit van 18 mei 1966 bij de overige eigenaren gerecht
vaardigde verwachtingen gewekt, dat het pad aan het openbaar verkeer zou
worden onttrokken. Het zou ons inziens in strijd zijn met de beginselen
van behoorlijk bestuur hierop terug te komen.
Tenslotte merken wij op, dat uit de mededelingen van degenen, die aan
het pad wonen en werken, blijkt, dat het gebruik van het pad in belangrijke
mate is verminderd na het openstellen van de verbinding tussen Lekkumerend
en Snakkerburen via de brug in het verlengde van de fam. van der Weijstraat.
Daaruit leiden wij af, dat de recreatieve belangen, welke met het instand
houden van het pad zullen worden gediend niet van al te grote betekenis
moeten worden geacht.