Ho. 11337
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
II. vast te stellen het bestemmingsplan "Huizum-Sixm^!, zoals dit is ver
vat in de bij dit besluit behorende;
-6-
De bezwaren van de B.V. Lijempf richten zich overigens niet tegen
het ontwerp-bestemmingsplan als zodanig, doch hebben in ïoüg oetrekking op
de regeling van de schade, welke voor het bedrijf voortvloeit uit het
vaststellen van het plan»
Een uitspraak van de gemeenteraad-zoals adressant verzoekt - vóór
de vaststelling van het onderhavige ontwerp-bestemmingsplan, dat de gemeen
te tot overname van de Lijempf-terreinen onder toekenning van een on de
onteigeningswet gebaseerde schadevergoeding zal overgaan, achten wij niet
gewenst en ook niet noodzakelijk. Zoals reeds gesteld is de realisering
van dit gedeelte van het bestemmingsplan alleen dan economisch uitvoer
baar indien rijkssubsidie wordt verkregen in de verwervingskosten. Een
van de voorwaarden voor het verkrijgen van rijkssubsidie is het bestaan
van een vastgesteld bestemmingsplan. De Rijksoverheid wenst een duidelijk
inzicht inzake de stedebouwkundige plannen van de gemeente voor de reali
sering waarvan een subsidie wordt aangevraagd. Een beslissing omtrent de
economische haalbaarheid van de a.ankoop van de Li jempf-terreinen kan dan
ook eerst worden genomen, nadat het bestemmingsplan is vastgesteld.
De gevraagde uitspraak van de gemeenteraad voor de vaststelling
van het plan achten wij ook niet noodzakelijk, aangezien indien adressant
bij uitvoering van het plan, d.i. bij aankoop of onteigening, schade zou
lijden, deze hem overeenkomstig de bepalingen van de onteigeningswet zal
worden vergoed.
Tenslotte merken wij nog op, dat indien adressant scha.de meent te
lijden als gevolg van het bestemmingsplan als zodanig, een beroep op de
schaderegeling van artikel 49 van de wet op de Ruimtelijke Ordening kan
v/orden gedaan.
De door adressant ingediende bezwaren zijn daarom naar onze mening onge
grond.
Het spreekt voor zich, dat indien Uw Raad conform dit voorstel be
slist gezien de grote belangen die - ook voor de Lijempf - hierbij in het
geding zijn, het uiterste zal worden gedaan op zo kort mogelijk termijn
over de economische uitvoerbaarheid van het plan definitieve zekerheid
te verkrijgen.
Onder mededeling, dat de commissie voor de Ruimtelijke Ordening over
het vorenstaande is gehoord, stellen wij U voor de ingediende bezwaar
schriften ongegrond te verklaren en het bestemmingsplan "Huizum-Sixma"
vast te stellen overeenkomstig het ontwerp-plan, dat ter visie heeft gele
gen. Volledigheidshalve merken wij hierbij op, dat U de beslissing omtrent
de vaststelling van. het plan bij besluit van 23 juni 1975? no. 7450, heeft
verdaagd tot uiterlijk 28 oktober 1975.
Een concept-vaststellingsbesluit is hierna afgedrukt.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.
Overwegende, dat het wenselijk is onder meer ter voorziening in de
behoefte aan kantorenterreinen buiten de binnenstad en het reserveren
van gronden voor het tracé van de Oostergoweg het bestemmingsplan "Euizum-
Sixma" vast te stellen;
dat het ontwerp voor dit bestemmingsplan, vervat in een plankaart
met voorschriften, als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de Ruimte
lijke Ordening, vergezeld van een toelichting, waarin de uitkomsten van het
onderzoek en het overleg, bedoeld in de artikelen 7 en 8 van genoemd Besluit,
met ingang van 27 maart 1975 gedurende een maand ter gemeente-secretarie
voor een ieder ter inzage heeft gelegen;
dat tegen het ontwerp (tijdig) bezwaar is ingediend door;
a. Accountantskantoor L. Havinga, Huizumerlaan 5» Leeuwarden;
b. B.V. "Lijempf" Leeuwarder IJs- en Melkproductenfabrieken, Potmarge 3-5,
eveneens te Leeuwarden;
dat hij de beslissing omtrent de vaststelling van dit ontwerp-bestem
mingsplan bij besluit van 23 juni 1975, no. 7450 heeft verdaagd tot uiter
lijk 28 oktober 1975;
dat hij - de Gemeenteraad - onder het overnemen van de motivering
opgenomen in het hierna genoemde voorstel van Burgemeester en Wethouders;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 4 september
1975 (bijlage no. 246);
gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
BESLUIT;
I. de ingekomen bezwaren van accountantskantoor L. Havinga en van de
B.V. "Lijempf", ongegrond te verklaren;
a. kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemming van de in
het plan begrepen grond wordt aangewezen;
b„ voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begropen
grond en van de zich daarop bevindende opstallen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.