I O, s- Onteigening van perceelsgedeelten ten behoeve van de aanleg van de oostelijke huitentangent. Bijlage no. 250 Leeuwarden, 4 september 1975» Aan de Gemeenteraad. Wij hebben in bijlage no. 252 van 4 september 1975 aan U voorgesteld het plan vast te stellen voor het aanleggen van de oostelijke buitentangent. De voor het uitvoeren van dit plan benodigde grond is reeds in een eerder stadium aangekocht, echter met uitzondering van een drietal perceelsgedeelten, gelegen nabij de geprojecteerde aansluiting van de nieuwe weg op de Groninger straatweg en onmiddellijk ten noorden van de Kurkemeer. De onderhandelingen met de eigenaren van deze pe.rceelsgedeelten, die op de ter inzage gelegde stukken nader zijn omschreven en aangeduid, hebben tot nu toe niet het ge wenste resultaat opgeleverd en wij verwachten, dat ook in de toekomst langs minnelijke weg geen overeenstemming zal kunnen worden bereikt. Wij zien ons daarom genoodzaakt te bevorderen, dat de bedoelde perceelsgedeelten door middel van onteigening ter beschikking van onze gemeente komen. Deze onteigening kan geschieden op grond van titel II A van de Onteige ningswet. Volgens deze titel kan namelijk een onteigening voor het aanleggen van wegen plaats vinden uit kracht van een door Hare Majesteit de Koningin, de Raad van State gehoord, genomen besluit. Aan Hare Majesteit de Koningin zal derhalve moeten worden verzocht tot onteigening te willen besluiten. In verband met het vorenstaande hebben wij een onteigeningsplan gemaakt, dat wij voor U ter inzage hebben gelegd. Het advies van de Commissie voor het Grondbedrijf is eveneens ter inzage gelegd. Wij geven U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna afge drukte ontwerp Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 409