Deze keuze kan op-een later tijdstip worden bepaald. Inmiddels hebben wij reeds
de opdracht verstrekt een studie te maken omtrent de technische en financiële
aspecten, welke zijn verbonden aan het maken van een verbinding via de Kanaal-
weg en via de De Herodestraat. Zodra wij ons standpunt terzake hebben bepaald
zullen wij U een voorstel hieromtrent doen toekomen.
Volledigheidshalve willen wij hierbij nog aantekenen, dat de voorgestelde
plaats voor het viaduct o.i. het meest gewenst is voor het verkrijgen van een
goede aansluiting op het wegennet in het plan Camminghaburen. Het iets zuide
lijker maken van het viaduct zou uit technisch oogpunt waarschijnlijk geen
bezwaren opleveren (rekening moet worden gehouden met de noodzaak van het maken
van in- en uitvoegstrolcen over een aanvaardbare lengte), maar komt de ontslui
ting van genoemd bestemmingsplan niet ten goede.
Het maken van een aansluiting door middel van het bouwen van een viaduct
onmiddellijk ten noorden van het viaduct over de spoorlijn Leeuwarden-Groningen
is naar ons oordeel niet realiseerbaar, aangezien mede in verband met de aan
wezigheid van de ICurkemeer ter plaatse slechts met hoge kosten een oplossing kan
worden bereikt voor het verkrijgen van een goede aansluiting van de verbindings
weg op de oostelijk buitentangent. Bovendien zou een wijziging van het thans
voorliggende plan in vorenstaande zin betekenen, dat nader overleg moet worden
gepleegd met en opnieuw goedkeuring moet worden verkregen van de verschillende
instanties, die reeds met het huidige plan hebben ingestemd. Wij verwachten, dat
een dergelijke gang van zaken een belangrijke vertraging zal opleveren met be
trekking tot het tijdstip van aanvang van de uitvoeringswerkzaamheden.
Tenslotte kunnen wij U mededelen, dat de Minister van Yerkeer en Water
staat bij brief van 7 augustus j.l., no. 53129, aan onze gemeente in de kosten
van uitvoering van het thans voorliggende plan een rijksbijdrage heeft verleend
van 50% van de directe kosten van het werk. Voorts mag worden verwacht, dat door
het Rijk (Economische Zaken) op korte termijn in de resterende kosten van het
werk aan de gemeente een bijdrage, berekend naar 95%? zal worden toegekend.
De definitieve subsidietoezeggingen zijn nog niet ontvangen.
Tot zolang gaan we er van uit -rekening houdende met bepaalde niet- subsidiabe
le kosten, dat het subsidie van het Ministerie van Economische Zaken op onge
veer 90/j van de resterende kosten kunnen worden geraamd.
De totale rijkssubsidies in de geraamde kosten van 23.700.000,kunnen
dan als volgt worden berekende
Verkeer en Waterstaats 50?' van 21 600.000,— (directe kosten)
10.800.000,—
Economische Zaken" 90% van 23.700.000,
- 10.800.000, 11.600.000,—
22.400.000,
Ten laste van de Gemeente blijft 1.300.000,
In verband met de grote omvang van de investering voor dit in een aantal
jaren uit te voeren werk, is het o.i. verantwoord de dekking in jaarlijkse
fasen te regelen. In het ontwerp-beleidsplan 1976/1980 is met de toekomstige
investeringen rekening gehouden.
Op grond van het schema van uitvoering is de verdeling van het te investe
ren bedrag naar verwachting als volgts
1975 1.600.000, 1976 7.000.000, 1977 f 5.000.000,—
1978 4.100.000,— en 1979 6.000.000,
Onder aftrek van de verwachte subsidies blijft in 1975 ten laste van de
Gemeente een bedrag van 110.000,De uit deze investering voortvloeiende
kapitaallasten, te ramen ops
afschrijving 2^f/o van 110.000,2.750,
rente 11% van 110.000,12.100,—
Totaal 14.850,kunnen ten laste van de voor
kapitaallasten van investeringen voor straten, riolen enz. gereserveerde ruimte
op de post "Nog functioneel toe te rekenen uitgaven" (volgno. 648/2) worden
gedekt.
-3-
Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, alsmede
d; Jommissie voor Openbare Werken zich met het thans voorliggende plan kunnen
verenigen, geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna
afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuw7ar den,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.