- 2 -
Wij stellen U dan ook voor in de Algemene Politieverordening een art ij
.op te nemen dat het ons mogelijk maakt te bepalen dat men zich in een
dergelijk winkel cent rum niet met een hond mag bevinden, noch deze dac.
mag laten loslopen of vastzetten.
De meerderheid van de Commissie ter voorbereiding van verordeningen i
van oordeel dat de bestaande bepalingen voldoende mogelijkheden biede
om in dit soort gevallen op te treden en is dan ook tegen het opnemer,
van deze bepaling.
Artikel E 5.
De A.P.V. bevat op dit moment geen bepaling, op grond waarvan Burgonec
en Wethouders ontheffing kunnen verlenen van het verbod van artikel 2
om een voertuig, niet zijnde een bromfiets, op een weg langer dan
drie minuten met een inwerking zijnde motor in stilstand te hebben.
Ons hebben verzoeken bereikt te willen bevorderen, dat een uitzonder!::
bepaling of een ontheffingsmogelijkheid terzake in de A.P.V. wordt opv
nomen. Het belangrijkste bezwaar tegen een verbod zonder meer is, dat
met name taxi's en autobussen gedurende de wintermaanden bij wachttij.'
langer dan drie minuten niet voldoende warm gehouden kunnen worden.
Wij kunnen deze bezwaren onderschrijven, hoewel het - voorzover onze
inlichtingen gaan - mogeli.jk is in een auto terzake voorzieningen te
treffen.
Wij stellen U voor een ontheffingsmogelijkheid van het verbod in een -
artikel E 5 toe te voegen tweede lid op te nemen»
De Commissie ter voorbereiding van verordeningen heeft tegen het oprei:
van een ontheffingsmogelijkheid geen bezwaar, doch is van oordeel dat
gebruik daarvan beperkt dient te blijven tot autobussen.
Afbranden van riet, ruigten e.d.
De laatste jaren wint de gedachte veld, dat aan het ongelimiteerde rt"b
den van rietvelden, begroeiingen langs wegen, le,ngs slootkanten en op
dijkhellingen of van andere ruigten paal en perk gesteld dient te word
hoofdzakelijk uit het oogpunt van bescherming van daar vertoevende die
Diverse instanties hebben als hun mening uitgesproken, dat het afbrand
van genoemde gebieden gedurende de meest kwetsbare periode (maart tot
met september) verboden zou moeten worden, te weten het Bedrijfschap v
de Bosbouw en de Houtteelt (ook om redenen van bosbrandgévaar)de Bon
van de Friese Vogelbeschermingswachten, de Stichting "Friese Milieuraa
en het College van Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten hebben ons
januari 1974 verzocht de vaststelling van een dergelijke verbodsbepali
te bevorderen.
In de A.P.V. is de voorgestelde bepaling ons inziens het best op zijn
plaats in het hoofdstuk, handelende over de volksontwikkeling en opvoc
De Commissie ter voorbereiding van verordeningen kan zich met dit voo::
verenigen.
Wij stellen U voor de Algemene Politieverordening Leeuwarden te wij zie
en aan te vullen overeenkomstig het hierbijgaande ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris,
'Ho. 2793.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDSH
gelezen het voorstel van Burgemeester en ,,'ethouders
van 27 februari 1975 (bijlage no. 65);
gelet op artikel 168 van de gemeentewet;
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging en aanvul]
van de Algemene Politieverordening
(4e wijziging).
Artikel I.
In artikel A 9? lid 1, wordt tussen de woorden "verlenen" en "wijzigc
ingevoegd "weigeren".
Artikel II.
Artikel C 5? lid 1, wordt gewijzigd en gelezen als volgt;
"Het is de eigenaar -of houder van een woonschip, als bedoeld in artil
1 van de Wet op Woonwagens en Woonschepen 1912 (staatsblad nr. 492),
verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders daarmee li
plaats in te nemen elders dan op daartoe door de gemeenteraad aangcw
plaatsen"
Artikel III.
Artikel C 5> lid 2, vervalt.
Artikel IV.
Artikel C 6 wordt gewijzigd en gelezen als volgt;
"1. De eigenaar of houder van een woonschip, als bedoeld in het vori
artikel, is verplicht alle door of vanwege burgemeester en wetho'
gegeven bevelen tot verandering van ligplaats en aanwijzigingen
ten aanzien van het gebruik van een ligplaats op te volgen.
2. De eigenaar of houder van een woonwagen, als bedoeld in artikel
van de Woonwagenwet 1963 (Staatsblad nr. 98) is verplicht allo d
of vanwege burgemeester en wethouders gegeven bevelen ten aanzie
van het gebruik van een standplaats op te volgen".
Artikel V.
Artikel C 11, lid 2, sub b, wordt gewijzigd en gelezen als volgt;
"1e. een goed gesloten, door burgemeester en wethouders goedgekeurde
polyethyleen vuilniszak;
2e. goed verpakt of samengebonden grofvuil, dat buiten de rijweg en-
eventueel het rijwielpad is neergelegd ter medeneming door do g
meentelijke reinigingsdienst en zich daar bevindt tussen 7 en 1
uur op de dag, waarop medeneming door die dienst kan worden ver
wacht