210 503 - 2 - AANTAL LEERLINGEN 1 augustus 1975 1minder dan 1000 I I LT\ LT\ 38 2. 1000,— tot 1500,— 185,— 20 3° 1500,— tot 2000,— f 215,— 44 4'. 2000,tot 2500, f 245,— 60 5° 2500,— tot 3000,— f I I 0 co CM 48 6. 3000,tot 4000,--- ~p J 315, 63 7° 4000,— tot 6000,— f 350, 112 8. 6000,en meer f 385, co CM N~\ Totaal 713 SCHOOLGELDMAATSTAF HUIDIGE TARIEP (bij 50 min» les) Bij niet regelmatige aanpassing van de tariefgrenzen (schoolgeldmaat staven) treedt als gevolg van de jaarlijkse loonsverhogingen (stijging kosten levensonderhoud en reële loonsverbetering) een verschuiving naar hogere tariefgroepen op van het aantal belastingplichtigen» Het gevolg van dit systeem is, dat bij een jaarlijkse verhoging van alleen de tarieven, een aantal belastingplichtigen te maken krijgt mét een zeer aanzienlijke verhoging van het lesgeld» Hier ontbreekt als het ware de inflatiecorrectie» In de eerste vijf tariefgroepen stijgt de schoolgeldmaatstaf telkens met 500,hetgeen overeenkomst met een stijging van het belastbaar inkomen van rond 2000,-Het---ia--dus mogelijk, dat bij een -inkomensver-- schil van bijna 2000,betrokkene nog in dezelfde tariefgroep valt» Het komt eveneens voor, dat bij een inkomensstijging van plm» 100,een hoger tarief moet worden betaald, doordat de "oude" schoolgeldmaatstaf nog net onder de grens van een bepaalde tariefgroep valt en de "nieuwe" maatstaf daar juist boven» Deze omstandigheid wordt door de belasting plichtige vaak als onbillijk ervaren» Het blijkt ook, dat een in verhouding steeds groter aantal belasting plichtigen terecht komt in de hoogste tariefgroepen. "Öp 1 augustus 1973 en 1 augustus 1975 bedroeg het totaal aantal leer lingen respectievelijk 748 en 713° Het aantal belastingplichtigen bedroeg bij een schoolgeldmaatstaf a. tot 3000, b. 3000,en meer per 1 aug. 1973 358 390 748 per 1 aug» 1975 713 In verband met het vorenstaande hebben wij in overleg met het Gemeen telijk Muziekinstituut een uitwerking gemaakt, die naar onze mening de tegen het huidige heffingsysteem gerezen bezwaren kunnen opheffen. Hij stellen U voor de acht tariefgroepen te laten vervallen en deze te vervangen door een systeem, waarbij voor elke 100,hogere school geldmaatstaf een hoger tarief zal worden berekend. Bij dit systeem zal een minimum-(basistariefalsmede een maximum-tarief moeten worden vastgesteld, elk behorende bij een bepaalde schoolgeldmaatstaf. Om te bevorderen, dat het muziekinstituut toegankelijk blijft voor de laagste inkomensgroepen stellen wij U voor het huidige minimum-tarief 155,— bij een wekelijks lesuur van 30 minuten) ongeveer gelijk te hou den en vast te stellen op 1Ö0, De bijbehorende schoolgeldmaatstaf zou dan op 1200,(was 1000, kunnen worden bepaald» Deze maatstaf komt ongeveer overeen met het mini- mum-loon van een gezin met twee kinderen» Wij stellen U voor het maximum-tarief te bepalen op 420,Dit is *10% hoger dan het huidige maximum tarief van 385, Het bedrag waarmee het minimum-tarief wordt verhoogd voor elke 100,— hogere schoolgeldmaatstaf boven 1200,kan worden bepaald op 4, Het maximum-tarief 420,wordt dan bereikt bij een schoolgeldmaatstaf van rond 7700,(was 6000,Deze maatstaf komt ongeveer overeen met een belastbaar inkomen van 33°000, De redactie van artikel 4 ond. 2 kan dan als volgt luidens "Het lesgeld bedraagt per leerling per heffingstijdvaks 2. voor leerlingen jonger dan 19 jaar, bij een school- gel dmaat staf vans a» minder dan 1200,160,- b» 1200,en meer, de onder a vermelde bedragen, vermeer derd voor elke volle 100, van de schoolgelsmaatstaf boven 1200,met 4, Het lesgeld bedraagt niet meer dan 420, Bij een gedifferentieerd tarief is deze opzet naar onze mening wel de meest billijke. Grote verschillen bij overgang naar een ander tarief worden vermeden. Onder het maximum-tarief vallen bij deze opzet 220 belastingplichtigen Ensemblelessen; Het tarief 120,per jaar) heeft betrekking op deelname aan de ensemblelessen door "buitenschoolse leerlingen". Uit de praktijk blijkt, dat alleen leerlingen van het muziekinstituut aan deze lessen deelnemen. Het lesgeld voor het deelnemen aan deze lessen is voor deze leerlingen begrepen in het lesgeld volgens de individuele methode. Enkele jaren geleden is getracht' de deelname door buitenschoolse leerlingen te stimuleren door het tarief te verlagen van 180,naar 120,Dit heeft geen extra leerlingen van buiten het instituut opge leverd. In het kader van de ensemblelessen wordt er door het muziekinstituut o.a. naar gestreefd te fungeren als een "open werkplaats", het toegankelijk maken van een brede groep deelnemers aan deze vorm van muziekonderrichc. Dit is vooral van belang bij het tot ontwikkeling brengen van het sedert februari 1975 bestaande jeugdsymfonieorkest. Momenteel telt dit orkest plm. 20 leden, allen leerlingen van het muziekinstituut. Uitbreiding tot 40 leden is mogelijk en gewenst. Extra kosten brengt dit niet met zich mee, aangezien de kosten van de leiding/leraar toch gelijk blijven bij een groep van deze grootte. Uitbreiding van het orkest is wenselijk omdat de verschei denheid aan muziekinstrumenten het orkest vollediger maakt en het tevens aantrekkelijker wordt voor de deelnemers zelf. Het goed functioneren van het orkest achten wij ook uit een representatief oogpunt belangrijk. Uit de parktijk blijkt, dat het huidige lesgeld 120,j vooral voor de middelbare scholieren een te groot bezwaar oplevert. Deze groep volgt (elders) in de regel al muziekonderricht. De 120,komen er dus nog eens bovenop» In deze groep vindt men echter vaak leerlingen die ver schillende instrumenten bespelen, wat voor een symfonieorkest van belang is - (bij een wekelijks lesuur van 30 minuten)

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 478