winkeliers-. Eenzelfde standpunt is namelijk ingenomen bij de bestrating van de Oude Doelecteog en van een gedeelte van de Nieuwestad II.Z. Ook in d< ze gevallen hoeft de gemeente geen financiële bijdrage gevraagd van de aan- wonenden, aangezien deze v/eggedeelten op het moment van het aanbrengen van de sierbestrating voor een normale horstrating in aanmerking kwamen. Tenslotte delen wij u nog mede, dat enige tijd geleden in het ITaauw elektrische leidingen en waterleidingen zijn gelegd. De huisaansluitingen zullen nog op de nieuwe waterleiding moeten worden aangesloten en de oude waterleidingen moeten nog worden verwijderd. Dit betekent, dat in het Haam sleuven moeten worden gegraven. Ha dichting van deze sleuven zal de grond gedurende een flink aantal maanden nazakken. Het is niet verantwoord de sierbestrating aan te brengen voordat het nazakken van de sleuven volledig is uitgewerkt. Het uitvoeren van het thans voorliggende plan zal derhalve vermoedelijk pas in de tweede helft van 1976 kunnen plaats vinden. Over heH tijdstip zal met betrokkenen overleg worden gepleegd. De Commissie voor Openbare Werken kan zich met het plan verenigen. Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. de Jong Secretaris DL RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN 5 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van lo okto- 1975 (bijlage nr. 287): BESLUIT tot het aanbrengen van een sierbestrating in het naam:, overeen komstig de bij dit besluit behorende tekening nr. B - 102 - 015 voer het uitvoeren van het onder I bedoelde werk een krediet beschikbaar te stellen van 85.000, Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 492