No. 13455.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het verzoek van het bestuur van de Stichting tot oprichting
en instandhouding van een of meer Christelijke scholen voor buitengewoon
lager onderwijs voor Leeuwarden en omgeving, ingekomen 3 juli 1975, om
medewerking voor het uitbreiden van de onder zijn bestuur staande school
voor buitengewoon lager onderwijs, do Da Costaschool, Schieringcrwcg 30?
alhier, met enkele lokalen;
overwegende, dat de school thans niet voldoende ruimte biedt om on
verantwoorde wijze voortgezet buitengewoon onderwijs te geven;
dat door inwilliging van de aanvraag de normale eisen, te stellen
aan net geven van buitengewoon onderwijs, niet zullen worden overschreden
gelezen het voorstel van Burgemeester en llethouders van
1o oktober 1975 (bijlage no. 297);
BESLUIT
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Bedrijfsgeneeskundige zorg
Bijlage nr. 298
Leeuwarden, 16 oktober 1975»
Aan de Gemeenteraad.
Op 2 februari 1971 besloot U met de provincie Friesland een overeen
komst aan te gaan om samen te werken inzake de bedrijfsgeneeskundige zorg
voor het personeel van de gemeente Leeuwarden en de provincie Friesland.
Met ingang van 1 september 1972 werd aan deze overeenkomst daadwer
kelijk gestalte gegeven door indiensttreding van de bedrijfsarts V. van
Hof. Daar de heer Van Hof de opleiding tot bedrijfsgeneeskundige nog moest
volgen kon hij feitelijk pas in mei 1973 zijn werkzaamheden aanvangen. Met
ingang van 1 september 1974 hebben wij de heer Van Hof op diens verzoek,
wegens aanvaarding van een benoeming elders, eervol ontslag verleend.
Nadat de heer.Van Hof ontslag had gevraagd, rees de vraag of het wen
selijk was op dezelfde voet als voorheen, in samenwerking met de provincie
Friesland, weer een bedrijfsarts te benoemen. In die periode was een werk
groep, gevormd uit personeelsfunctionarissen uit het particuliere bedrijfs
leven, bezig de mogelijkheden te onderzoeken te konen tot de oprichting
van een gezamenlijke bedrijfsgeneeskundige dienst. Na gepleegd overleg
kx^amen zowel Gedeputeerde Staten van Friesland als wij tot de conclusie
dat het aanbeveling verdiende nog niet over te gaan tot benoeming van een
eigen bedrijfsarts, maar dat het de voorkeur verdiende eerst na te gaan
of het mogelijk zou zijn aansluiting te zoeken bij de vanuit het particu
liere bedrijfsleven ontwikkelde plannen. De betreffende werkgroep werd
vervolgens uitgebreid met een personeelsfunctionaris van onze gemeente en
een van de provincie Friesland.
Op 3 maart 1975 heeft de werkgroep een rapport uitgebracht, waarin
geconcludeerd werd dat de oprichting van een gezamenlijke bedrijfsgenees
kundige dienst tot de mogelijkheden behoorde. In een op 16 april 1975
gehouden vergadering, waaraan vertegenwoordigers van een aantal geïnteres
seerde bedrijven en van de provincie en de gemeente deelnamen, hebben wij
ons tegenover de plannen positief opgesteld. Een voorlopig bestuur, waarin
ook onze gemeente was vertegenwoordigd, werd belast met de verdere uit
werking van de plannen.
Het voorlopig bestuur heeft bij brief van 1 oktober 1975 de uitge
werkte plannen aan een aantal particuliere bedrijven en de provincie en
de gemeente voorgelegd. Bij de brief zijn gevoegd het concept van stich-
tings-statuten en een begroting.
Haar onze mening bieden de ontwikkelde plannen de mogelijkheid om
op betere wijze dan via een eigen bedrijfsarts of een bedrijfsarts alleen
voor het personeel van de provincie en de gemeente te komen tot realisering
van een goede bedrijfsgeneeskundige zorg ten behoeve van het personeel
van deze gemeente. Met name achten wij het een belangrijk winstpunt dat
via een gezamenlijke bedrijfsgeneeskundige dienst - hierna te noemen oe-
drijfsgezondheidsdienst Friesland, zijnde de naam waarvoor het voorlopig
bestuur heeft gekozen - de continuïteit in de bedrijfsgeneeskundige zorg
beter gewaarborgd is. Bovendien sluit een gezamenlijke dienst goed aan
bij het streven naar samenwerking en regionalisering in de gezondheidszorg.
De stichtingsvorm, waarvoor het voorlopig bestuur gekozen heeft, is
naar onze mening in het onderhavige geval inderdaad de meest voor de hand
liggende. Met de opgestelde concept—statuten kunnen wij ons verenigen. ..ij
hebben deze concept-statuten voor U ter inzage gelegd.
De door het voorlopig bestuur opgestelde begroting geeft voor 1976
een kostenbedrag van 7555 per werknemer aan. Het aantal werknemers van
de gemeente wordt in de begroting geraamd op 1250. Dit is evenwel niet
juist; het totaal aantal ambtenaren bedroeg per 1 juli 1975? exclusief
onderwijzend personeel 1.777»
Bij een aantal werknemers van 1.777 en een kostenbedrag van 75?55
Der werknemer zullen de totale kosten voor de gemeente 134-252,35 bedra
gen.
3. 7ÖW m&l