DE RAAD DER GEMEENTE LEETT./ARDEN - 2 - De "bestaande "bioloods kan niet worden aangemerkt als een gebouw van lichte IconstruktieBovendien beslaat het gebouw een-oppervlakte van ruim 123 m2. Het bestaande gebouw wijkt dus reeds af van de nieuwe bestemming. Het behoeft geen betoog, dat een uitbreiding van het gebouw eveneens sal afwijken van die bestemming» De overgangsbepaling van het bestemmingsplan biedt ook geen mogelijkheid tot het verlenen van medewerking» Op grond van dese bepaling is het verboden niet voor bewoning bestemde gebouwen, welke afwijken van het plan, uit te breiden. Het verlenen van de bouwvergunning door gebruik te maken van de anticipatieproced.ure is derhalve in dit geval niet mogelijk, In zijn beroepschrift voert de heer Wijbenga aan, dat zijn boxujplan wel voldoet aan het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied, aangezien de door hem gewenste aanbouw van lichte constructie is» V/at hier ook van zij, de bouwaanvraag betreft een uitbreiding van het bestaande gebouw, dat afwijkt van de bepalingen van het nieuwe bestemmingsplan» Zoals reeds gesteld, laten deso bepalingen een dergelijke uitbreiding niet toe. Voorts stelt appellant dat hij door het weigeren van de bouw vergunning in de uitoefening van zijn bedrijf wordt belemmerd, hetgeen naar zijn oordeel in strijd is met de V/et. Naar aanleiding hiervan merken wij op, dat hiervan geen sprake kan zijn nu de aangevochten beslissing van het college is gegrond op de bepalingen van de Woningwet Het bestemmingsplan dat de bouwmogelijkheid ter plaatse uitsluit is volgens de wettelijke procedure ter visie gelegd, vastgesteld en goed gekeurd. door Gedeputeerde Staten. Gelet op het vorenstaande is de commissie tot de conclusie gekomen da.t het besluit tot aanhouding op de juiste grond is genomen en dat in bexoep geen argumenten zijn aangevoerd, welke aanleiding kunnen geven de gevraagde vergunning alsnog te verlenen. Do commissie adviseert de Gemeenteraad derhalve het beroepschrift ongegrond te verklaren, conform bijgevoegd ontwerp-besluit De commissie van advies inzake beroep schriften ingevolge de Bouwverordening, mr. B.P. van der Yeen Voorzitter mr. V/.J.G. Beumer Secretaris. No. B 256/74. Beschikkende op het beroepschrift, ingekomen op 10 januari 1975 van de heer R. V/ijbenga, Oer de Peart 14? te Goutum, tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 11 november 19/4? *10° U 2g«'? tot aanhouding van de beslissing van zijn verzoek om vergunning voo.: het uitbreiden van een bioloods aan de Tearnscrdyk te Goutum op he>» perceel kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, no. 504? overwegende, dat het besluit tot aanhouding door burgemeester en wethouders op de juiste gronden is genomen; dat het in beroep aangevoerde geen aanleiding kan geven de gevraagde vergunning alsnog te verlenen; gezien het advies d.d. 20 maart 1975? van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening (bijlage no. 71 gelet op artikel 51 van de Woningwet; BESLUIT s onder overneming van de motivering van het hiervoor genoemde advies het ingestelde beroep ongegrond te verklaren» Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1975 | | pagina 52