Bflfl
Advies van de commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouw
verordening, betreffende het door de firma Gebr. van der Wijk, ingediende
beroepschrift tegen de weigering van een bouirvergunning.
Bijlage nr. 3']B„ Leeuwarden, 16 oktober 1975»
f r: r - -
Aan de gemeenteraad.
De firma Gebr» van der Wijk te dezer sake woonplaats kiezende te Leiden,
Rapenburg 56 (hierna te noemen; appellante) heeft bij brief, ingekomen op
29 juli j.l., bij de gemeenteraad beroep ingesteld tegen het besluit van
burgemeester en wethouders van 24 juni 1975> nr. B88/75» Bij dit besluit is
het verzoek van appellante om bouwvergunning voor het verbouwen van de garage-
ruimte op het perceel Ruysdaelstraat 8, alhier (garage Borger) tot verkoopruimte
voor levensmiddelen (supermarkt) en overdekte ruimte voor het pa.rkeren van auto's
en het stallen van fietsen geweigerd.
Burgemeester en wethouders hebben het beroepschrift vergezeld van hun advies
bij brief van 25 augustus j.l. in handen gesteld van de commissie»
Het beroepschrift is tijdig ingediend, zodat appellante in haar beroep
kan worden ontvangen.
De commissie heeft appellante in de gelegenheid gesteld haar beroepschrift
in een commissie vergadering toe te lichten. Van deze gelegenheid heeft zij
gebruik, gemaakt. De mondelinge toelichting kwam geheel overeen met de hoofd
punten van het beroepschrift, met dien verstande, dat ter ondersteuning van
die punten een tweetal nieuwe aspecten naar voren werd gebracht.
Ten aanzien van deze beroepszaak merkt de commissie het volgende op.
Burgemeester en wethouders hebben de gevraagde vergunning geweigerd, omdat het
ingediende bouwplan niet voorziet in voldoende reële parkeerruimte in, op of
onder het betrokken gebouw, dan wel op of onder het daarbij behorende onbebouwd
blijvende terrein. De aanwezigheid van de parkeerruimte achten burgemeester
en wethouders noodzakelijk aangezien het hier betreft de vestiging van. een
supermarkt, waaraan op zijn minst een wijkverzorgend karakter moet worden
toegekend en welke derhalve veel verkeer zal aantrekken. Burgemeester en
wethouders kunnen deze parkeervoorziening eisen op grond van artikel 258,
1e lid van de Bouwerordening. Een nadien - tijdens de behandeling van de
bouwaanvrage - ingediend verzoek om vrijstelling van deze parkeervoorziening
hebben zij geweigerd. De in dat verzoek bedoelde vervangende parkeerruimte
t.w. de showroom van garage Borger gevestigd in de beganegrondverdieping van
het perceel Eraris Halsstraat 6, kan naar de mening van het college niet worden
beschouwd als een reële mogelijkheid om op een andere dan de in artikel 258,
1e lid, van de Bouwerordening genoemde wijze te voorzien in de nodige parkeer
ruimte.
In het door het college genomen weigeringsbesluit is een .en ander uitvoerig
gemotiveerd. De commissie meent dan ook kortheidshalve naar dat besluit, dat
met de overige op deze beroepszaak betrekking hebbende stukken voor U ter inzage
ligt op de leeskamer, te.mogen verwijzen.
In het beroepschrift wordt verzocht alsnog bouwergunning te verlenen maar
dan alleen voorzover nodig onder heb stellen van redelijke voorwaarden ten
aanzien van riolering en brandveiligheid.
De daa,rvoor aangevoerde argumenten kunnen worden samengevat in de volgende
hoofdpunten:
a. appellante is het niet eens met de gestelde parkeernorm;
b„ aan artikel 258 van de Bouwerordening - hierna, te noemen a.rtikel 258 -
is een onjuiste toepassing gegeven;
c. toepassing van artikel 258 is bovendien in strijd met artikel 7 vau de
Woningwet
d. indien artikel 258 wel van toepassing zou zijn (hetgeen volgens appellante
niet het geval is) is de vrijstellingsmogelijkheid, bedoeld in artikel 267
van de Bouwerordening ten onrechte buiten toepassing gelaten.