üi
- 107 -
De stichting en exploitatie van-woningwetwoningen leidt over
het algemeen niet tot een overmatig beslag op de financiële
middelen van de gemeente, aangezien kapitaaluitgaven en kapitaal
inkomsten vrij wel parallel lopen. Een uitzondering daarop vormen
de rentenadelen, die optreden als gevolg van de financiering door
de gemeente van woningwetwoningen, gebouwd in de periode 1948-
1957- In die tijd zijn door de gemeente leningen afgesloten tegen
een rentepercentage, dat niet of slechts in geringe mate afweek
van het percentage dat in de exploitatie-opzetten werd gehanteerd,
doch waarbij de aflossing totaal verschillend was. De verschillen
tussen aflossingsverplichtingen en aflossingsontvangsten zijn
steeds bijgefinancierd, uiteraard tegen steeds hogere rentekosten.
Wij hebben becijferd, dat optrekking van de rente op leningen, in
genoemde periode verstrekt aan de woningcorporaties en aan het
Gemeentelijk Woningbedrijf, tot het voor 1975 vastgestelde om
slagpercentage van 7,7c/o, voor 1975 tot een meeropbrengst sou
leiden van meer dan één miljoen gulden. De Minister van Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening, daartoe ook reeds benaderd
door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Raad voor de
Gemeentefinanciën, is niet bereid aanvullende financiële steun
van rijkswege te verstrekken. Optrekking van de rente zou slechts
geleidelijk kunnen geschieden, omdat meerdere woningcomplexen, wel
ke nu als gevolg van de jaarlijkse huurverhogingen een batig saldo
te zien geven, direct weer met een nadelig saldo op de exploi
tatie zouden worden geconfronteerd. Aangezien wij menen in redelijk
heid van de woningcorporaties te mogen verlangen terzake medewer
king te verlenen zijn wij voornemens daarover met hen een gesprek
te beginnen, niet eerder evenwel dan nadat een door ons in te
stellen werkgroep deze zaak nader heeft uitgewerkt, In verband
hiermede hebben wij er van afgezien nu reeds tot herziening van
de geraamde kapitaalontvangsten over te gaan» Wij zijn van mening
dat voor het Gemeentelijk Woningbedrijf dezelfde gedragslijn dient
te worden gevolgd als voor de corporaties. Tot 1 januari 1974
gold voor renovatieprojecten de regel dat in de tekorten voor
75fo door het rijk en voor 25/i door de gemeente wordt bijgedragen.
Ingaande 1 januari 1974 heeft de Minister medegedeeld dat voor
nieuwe renovatieobjecten het exploitatietekort geheel voor reke
ning van het rijk zal worden genomen. Dank zij deze wijziging
zullen voor nadien aangepakte renovatieobjecten geen gemeentelijke
bijdragen meer behoeven te worden geraamd. Zulks geldt o ok vo02?
het Gemeentelijk Woningbedrijf