45.704,—
- 2 -
5. de opstalhoudster kan het onroerend goed in eigen gebruik en genot
aanvaarden in de staat, waarin het zich op dat moment bevindt, met alle
daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden, rechten en
lasten; de gemeente waarborgt de opstalhoudster het rustig en vreedzaam
bezit van haar recht van opstal; zij zal het onroerend goed niet verder
met erfdienstbaarheden of andere zakelijke rechten mogen belasten; ver
schil tussen de werkelijke en de hiervoor opgegeven grootte zal geen
aanleiding geven tot enigerlei rechtsvordering, hoe ook genaamd;
6. de begrenzing van het perceelsgedeelte, waarop het recht van opstal
wordt verleend, zal ter plaatse worden aangegeven door de landmeetkundig
ambtenaar van de Dienst Stadsontwikkeling der gemeente Leeuwarden;
7de onroerendgoed-belasting en alle verdere zakelijke lasten, welke van
het onroerend goed worden geheven, komen voor rekening van de opstal
houdster met ingang van de datum van het tot stand komen van de notariële
akte, waarin de overeenkomst met betrekking tot het verlenen van het
recht van opstal wordt vastgelegd; deze lasten blijven te- haren laste
tot de eerste januari na het einde van het opstalrecht;
8. bij het einde van het opstalrecht vergoedt de gemeente aan de opstal
houdster het nog niet afgeschreven gedeelte van de ten behoeve van de
restauratie van de opstal, bedoeld onder punt 2, gemaakte kosten., uit
gaande van een minimale jaarlijkse afschrijving van 2%; de afschrijving
neemt een aanvang op het tijdstip, waarop het onder 2 bedoelde restau
ratieplan door burgemeester en wethouders van Leeuwarden wordt goedge
keurd;
9. alle kosten, vallende op het totstandkomen van 'de opstal-akte, alsmede
die vande verrichtingen van de landmeetkundig ambtenaar, bedoeld onder
6, komen voor rekening van de opstalhoudster.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Bouwkundige voorzieningen aan gemeentelijke gebouwen ten behoeve van ge
handicapten.
Bijlage no. 62
Leeuwarden, 5 februari 1976.
Aan de Gemeenteraad.
In de loop van 1975 heeft de Regering besloten om binnen het Extra
Ierkgelegenheidsprogramma 1975 gelden beschikbaar te stellen voor het doen
uitvoeren met financiële steun van het Rijk van bouwkundige voorzieningen
aan o.m. gemeentelijke gebouwen ten behoeve van gehandicapten.
Wij hebben in overleg met de Stichting Revalidatie Friesland plannen
doen ontwerpen voor het beter toegankelijk maken voor gehandicapten van
het Beursgebouw, h"et Princessehof en de Harmonie. De plannen met de bijbe
horende begrotingen enz. zijn voor U ter inzage gelegd. Deze plannen (teke
ningen) spreken voor zichzelf en behoeven naar onze mening geen nadere toe
lichting.
De kosten van het treffen van de thans voorgestelde voorzieningen
worden als volgt geraamds
a. voor het Beursgebouw op
b. voor het Princessehof op
c. voor de Harmonie op
109.185,—
51.651,60
Totaal (rond) 206.550,
Inmiddels heeft het Hoofd van het District Noord voor Aanvullende
Civieltechnische Werken te Assen ons bericht, dat het Rijk in de werke
lijke totale kosten van de genoemde objecten, voorzover deze subsidiabel
worden gesteld, een subsidie zal verlenen van maximaal 95%» De "ten laste
van de gemeente blijvende kosten worden met het oog op niet-subsidiabele
kosten geraamd op - 10% 20.650,In de begroting voor 1976 is hier
voor 6.500,geraamd op de post Princessehof. Op de dekking van de
overige kosten ad 14.150,komen wij terug bij een aan U binnenkort
aan te bieden aanpassing van de begroting 1976.
Het was onze bedoeling tevens een plan tot het treffen van voorzie
ningen op dit gebied voor het Hof aan U ter vaststelling aan te bieden.
Tegen dit plan zijn echter in de Commissie voor Openbare Werken bezwaren
gerezen. Wij gaan thans na in hoeverre deze plannen kunnen worden gewijzigd.
Onder mededeling, dat de Commissie voor Openbare Werken zich met de
thans voorgestelde plannen kan verenigen, geven wij U in overweging te be
sluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.