- 2 - 8a. indien do akte van overdracht door toedoen van de koopster nipt notarieel wordt verleden hinnon twee maanden nadat dit raadsbesluit do goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Friesland heeft verkregen, is de koopster vanaf de datum, vallende twee maanden na do datum van goedkeuring van dit besluit tot de dag, waarop de akte wordt verloden, aan de gemeente Leeuwarden over do koopsom een rente verschuldigd, berekend naar 9 2por jaar; b. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden kunnen toestaan, dat nadat Gedeputeerde Staten van Friesland dit raadsbesluit hebben goedgekeurd, het verkochte, vooruitlopende op het passeren van de overdrachtsakte, met inachtneming van de eventueel door Burgemeester en Wethouders te stollen voorwaarden, door de koopster in gebruik wordt genomen; koopster is alsdan mot ingang van de dag waarop de ingebruikneming is toegestaan, tot de dag waarop de overdrachtsakte wordt verloden, aan de gemeente Leeuwarden over de koopsom een rente verschuldigd, berekend naar 9"2 i» per jaar; 9. het risico voor en het onderhoud van het gekochte en alle daarvan geheven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf de levering voor rekening van 'de koopster; 10. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 11. partijen doen afstand van het recht tot hot vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1^02 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; 12. de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verleden voor een door koopster aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde notaris. Aldus vastgesteld in de openba,re vergadering van Voorzitter. Secretaris. dy -v y» 7 W -i» Instelling Fonds Stadsvernieuwing. Bijlage nr. 78. Leeuwarden, 26 februari 1976. Aan de Gemeenteraad. In de memorie van toelichting op het ontwerp beleidsplan 1976-1900 hebben wij U op bladzijde 9 medegedeeld dat incidentele begrotingsoverschot ten in de allereerste plaats zouden moeten worden aangewend tot het dekken van uitgaven op het. gebied van de stadsvernieuwing. Wij hebben ons inmiddels beraden over de vraag hoe een en ander het beste zou zijn te verwezenlijking. Wij zijn daarbij tot de conclusie gekomen dat het aanbeveling verdient een Fonds Stadsvernieuwing in het leven te roepen, waarin eventuele incidentele begrotingsoverschotten gestort zouden kunnen worden en ten laste waarvan uitgaven in het belang van 'de stadsvernieuwing kunnen worden gedaan. Een aantal projectgroepen is thans bezig voor verschillende wijken van de gemeente stadsvernieuwingsplannen voor te bereiden. Beze voorbereidende werkzaamheden kosten de gemeente een aanzienlijk bedrag. Be dekking van deze kosten vormt dan ook een groot probleem. In verband met de financiële posi tie waarin de gemeente verkeert, hebben wij de Staatssecretaris van Volks huisvesting en Ruimtelijke Ordening gevraagd ons in deze voorbereidende werkzaamheden een bijdrage te verlenen. Bij zijn brief van 18 december 1975 heeft voornoemde Staatssecretaris ons laten weten dat hij in principe bereid is het verzoek te honoreren tot een bedrag van 682.670,--. Bit bedrag stemt overeen met een percentage van 70% van de over 1974 an 1975 opgegeven kosten, exclde kosten van hoorzittingen en informatie bevolking. Be overige 30% van de kosten betreffen naar de mening van de Staatssecretaris kosten van algemene beleidsadviserende werkzaamheden, die niet voor subsidiëring in aanmerking komen. Voorzoveel de kosten in 1974 zijn gemaakt zijn deze in de rekening over dat jaar opgenomen. Zoals wij U onlangs in ons in bijlage nr. 65 opgenomen voorstel tot het wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de takken van dienst voor het dienstjaar 1974 mededeelden, zal het reke ningstekort over 1974 ongeveer 289.000,-- bedragen. Bit tekort zal kunnen worden gedekt ten laste van de nog aanwezige saldireserve. Wij achten het niet nodig de ministeriële bijdrage, voorzoveel die betrekking heeft op de in 1974 gedane uitgaven en op 260.900,-- kan worden gesteld, te gebruiken voor de dekking van het rekeningstekort over dat jaar. Wij zijn van mening dat dit bedrag moet worden aangewend in het belang van de stadsvernieuwing. Omdat op dit moment nog niet bekend is welke lasten hiermee gedekt moeten worden, stellen wij IJ voor dit bedrag voorlopig te re serveren in het thans door U in het leven te roepen "Fonds Stadsvernieuwing". Aan de in het fonds opgenomen bedragen kan naar onze mening rente worden toegevoegd, gelijk aan het gemiddeld omslagpercentage. Omdat nog niet bekend is in hoeverre de definitieve kosten van de betreffende stedebouwkundige ad viezen voor 1975 kunnen worden gedekt uit de hiervoor in de begroting 1975 opgenomen post, kan thans nog niet worden overgegaan tot storting van een deel van het subsidie voor 1975 in het fonds stadsvernieuwing. Indien achter af hiervoor alsnog ruimte blijkt te zijn zal ook een deel van dit bedrag aan het fonds worden toegevoegd. In verband met het vorenstaande geven wij in overweging, conform bij gaand concept-besluit, te besluiten:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 202