Artikel XL. Artikel 239 wordt als volgt ge\ri.jzigd: A. Lid 3 wordt vervangen door: 3. De binnenwerkse wijdte van stankafsluiters moet ten minste gelijk zijn aan de binnenwerkse wijdte van de leiding tussen het lozings- toostel en de stankafsluiter, dan wel indien het lozingstoestel is voorzien van een ingebouwde stankafsluiter, van de leiding waaraan ze zijn aangesloten; B. In lid 4 en in lid 5 vervallen de woorden "of (een) privaatrechter". Artikel XLI. Van artikel 242 wordt lid 3 vervangen door: 3. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1onder d en lid 2, indien blijvende deugdelijkheid van de afvoerloiding is gewaarborgd. Artikel XLII. Artikel 244 wordt als volgt gewijzigd: A. In het opschrift van artikel 244 en in de leden 1 en 2 wordt het woord "van" vervangen door "voor". B. Aan artikel 244 wordt toegevoegd een lid J>, luidende: Artikel XLIII. Artikel 245 wordt als volgt gewijzigd: A. In het opschrift van artikel 245 en in lid 5j onder a, worden de woorden "standlcidingen van" vervangen door "standleidingen voor". B. De leden 1 t/m 4 worden vervangen door: 1Standleidingen voor hemelwater moeten buiten het gebouw zijn aangebracht 2. Standleidingen voor hemelwater moeten door middel van een bochtstuk in verbinding staan met de grondleiding. De delen van de standlei dingen moeten luchtdicht in elkaar sluiten. 3. Als nadere eis kan worden gesteld, dat in standleidingen voor hemelwater, in plaats van bochtstukken, stankafsluiters worden aangebracht Artikel XLIV. Van artikel 247 wordt lid 1 vervangen door: - 12 - 3. vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 2 voor niet tot bewoning bestemde gebouwen. 4. Vrijstelling kan worden verleend van: a. hot bepaalde in lid 1 voor het aanbrengen van standleidingen voor hemelwater binnen een gebouw, mits de leidingen worden uitgevoerd zoals voor standleidingen voor huishoud- en bedrijfswater 011 drekstoffen is vereist; b. het bepaalde in lid 2, mits de lozing van het hemelwater niet op hinderlijke wijze plaatsvindt. "I Liggende leidingen moeten bij voorkeur mot een afschot van 1 200 zijn gelegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 20