No. 2615
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 26 februari
1976 (bijlage no. 81);
BESLUIT:
te verkopen aan H.G. Harte, wonende te Goutum, Lykwei 12, het op de bij
dit besluit behorende tekening met een rode omlijning aangegeven gedeelte
ter grootte van plm. 1.00.40 ha van het perceel, kadastraal bekend gemeente
Huizum, sectie E, nummer 469? geheel groot 1.13-05 ha, voor een prijs van
27.6IO,(géén B.T.W. verschuldigd) en verder onder de volgende bedingen:
1de begrenzing van het verkochte zal ter plaatse worden aangegeven door
de landmeetkundig ambtenaar van de Dienst Stadsontwikkeling van de ge
meente Leeuwarden;
over- of ondermaat tengevolge van de daarna ambtshalve plaatsvindende
kadastrale opmeting van het verkochte kan geen aanleiding geven tot ver
hoging of verlaging van de koopsom;
2. koper aanvaardt het gekochte vrij van hypotheek, beslag, pacht en huur
en verder in de toestand, waarin het zich ten tijde van de eigendomsover
dracht bevindt, met alle lusten, lasten, rechten, plichten, erfdienst
baarheden, enz.daartoe van ouds en met recht behorende;
3. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van eigen
domsoverdracht, op of zo spoedig mogelijk na 1 maart 1976;
4. het risico voor en het onderhoud van het gekochte en alle daarvan geheven
wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf de levering
voor rekening van de koper;
5- de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die
wegens uitwinning;
6. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als
bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
7. de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verleden
voor en door de koper aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde notaris;
8. alle op de grondoverdracht vallende kosten, daaronder begrepen die van
de levering van een afschrift van de akte ten behoeve van het gemeente
archief en die van de verrichtingen van de landmeetkundig ambtenaar,
bedoeld onder 1, komen voor rekening van de koper.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Benoemen van een lid van de Commissie voor het Princessehof
Bijlage no. 82 Leeuwarden, 26 februari 1976.
Aan de Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 3 september 1974j no. 12008, hebt U de heer
C.W.H. van Renssen benoemd tot lid van de Commissie voor het Princessehof.
Deze benoeming geschiedde overeenkomstig het bepaalde in artikel II, punt
2, sub d, van het instellingsbesluit van de Commissie voor het Princesse
hof op voordracht van de Raad voor Culturele Aangelegenheden. De heer Van
Renssen heeft inmiddels bedankt als lid van de commissie.
In verband hiermee draagt de Raad voor Culturele Aangelegenheden
thans ter benoeming van de heer IC. Marinus, Eerste Weteringdwarsstraat 44a
te Amsterdam.
De heer Marinus is buiten de gemeente en de provincie woonachtig. De
Raad voor Culturele Aangelegenheden heeft zich bij het opmaken van de voor
dracht mede laten leiden door de gedachte, dat in de Commissie voor het
Princessehof een aantal landelijk ingevoerde leden zitting dienen te hebben,
zulks om het nationale karakter van het museum duidelijk te onderstrepen.
De Raad spreekt daarbij voorkeur uit voor de heer Marinus aangezien deze
een uitstekende naam geniet op ceramisch gebied, een feit waardoor hij deel
uitmaakt van de redactie van het Mededelingenblad van de Vereniging van
Vrienden van de Nederlandse Ceramiek, het meest toonaangevend tijdschrift
op dit gebied.
Wij geven U in overweging tot de benoeming over te gaan.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
de Jong Secretaris.