Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de V/et op de Ruimtelijke Ordening met betrekking tot een drietal gebieden in de binnenstad en een terrein aan de Har linger trekwe.g. Bijlage no. 860 Leeuwarden, 26 februari 1976. Aan de Gemeenteraad» I Op basis van het structuurplan voor de binnenstad is een aanvang ge maakt met de ontwikkeling van bestemmingsplannen voor de gebieden "Bagijne- straat", "Eewal-Schoenmakersperk" en "Langemarktstraat"Yoor de begren zing van deze gebieden mogen wij U kortheidshalve verwijzen naar de bijge-* voegde tekeningen nrs. 132-dl, 132-cl en 132-pl2. V/ij achten het gewenst dat voor deze gebieden een voorbereidingsbe sluit, als bedoeld in artikel 21 van de V/et op de Ruimtelijke Ordening wordt genomen. Met toepassing van een dergelijk besluit kunnen namelijk bouwaktiviteitenwelke strijdig zijn met de stedebouwkundige visie met betrekking tot deze stadsgebieden, worden geweerd. Daarnaast blijft de mogelijkheid open medewerking te verlenen aan bouwplannen, welke zullen passen in de toekomstige bestemmingsplannen voor deze gebieden. Het structuurplan voor de binnenstad heeft ten aanzien van bedoelde gebieden aanwijzingen voor de bestemming gegeven. In verband hiermede kan aan het voorbereidingsbesluit -in afwijking van de algemene termijn van- ten hoogste één jaar- een werkingsduur van maximaal 2 jaar worden ver bonden, welke termijn eenmaal nog eens met een jaar kan worden verlengd. Een besluit met deze werkingsduur behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Het zal niet mogelijk zijn de ontwerp-bestemmingsplannen voor de on derhavige gebieden binnen een jaar voor een ieder ter visie te leggen. V/ij stellen U dan ook voor het voorbereidingsbesluit vast te stellen voor een termijn van maximaal twee jaar. Rekening houdende met de moge lijkheid van verlenging van deze termijn, wordt daardoor tot aan het van kracht worden van de bestemmingsplannen voor de betrokken stadsgedeelten een ononderbroken voorbereidingsbescherming verkregen. Een ontwerp-besluit is hierna afgedrukt. II Het transportbedrijf fa. K.W. van Wieren heeft plannen ontwikkeld voor de bouw van een loods voor stalling en werkplaats op het bij dit bedrijf reeds in gebruik zijnde terrein, plaatselijk bekend Harlingertrek- weg 8 De bouw van een dergelijke loods is in afwijking van de nog ter plaatse geldende agrarische bestemming. Tegen de gewenste bouw bestaan geen stedebouwkundige bezwaren. Het transportbedrijf is gevestigd op gronden welke bij het goedgekeurde bestemmingsplan voor het buitengebied zijn bestemd voor voorlopige agra rische doeleinden, gebied B. Deze bestemming houdt in dat deze gronden 5 jaar na het rechtsgeldig worden van het plan zijn bestemd voor industriële doeleinden. Dit bestemmingsplan heeft echter in verband met een bij de Kroon ingesteld beroep, dat overigens niet op deze gronden betrekking heeft, nog geen rechtskracht. V/ij zijn bereid een herziening van dit be stemmingsplan te ontwikkelen, in die zin, dat de voorlopige agrarische bestemming voor deze gronden vervalt en het terrein wordt bestemd voor industrie en bedrijven. Het is voor het bedrijf van groot belang dat zo spoedig mogelijk met de bouw van de loods een aanvang kan worden gemaakt. Hieraan kan worden meegewerkt, indien voor het bedrijfsterrein een voorbereidingsbesluit, als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt genomen. Vooruitlopende op het van kracht worden van het herzieningsplan kan dan met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Orde ning en artikel 50, lid 8, van de Woningwet een bouwvergunning worden ver leend, mits Gedeputeerde Staten vooraf verklaren, dat hunnerzijds daarte gen geen bezwaar bestaat.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 222