- 14 - Dat is 2 keer zoveel als de Prov. Planologische Dienst aangeeft. Dit zijn aannamen van voor de recessie. Men heeft toen al rekening gehouden met de Hemrik. Ik vraag me af of dit cijfermateriaal niet moet worden her zien. 65. Op bladzijde 7 van eerdergenoemde nota gaat men er van uit dat de pen delverhoudingen gelijk blijven. Deze zijn nu zodanig dat van de wer kers in Leeuwarden 2/3 deel afkomstig is uit Leeuwarden en 1/3 deel uit de regio Dit zou dus inhouden dat van de 9000 nieuwe arbeidsplaatsen 6000 geleverd moeten worden door Leeuwarden en dat terwijl ervan wordt uitgegaan dat de bevolking niet toeneemt. Aangenomen mag worden dat het aantal ar beidsplaatsen van 1971 (onderzoekjaar) tot dan - dus voor de recessie - reeds was gegroeid van 38000 tot rond 40.000, (giro - andere nieuwe kantoren aan de Tesselschadestraatwinkelcentrum Bil- gaard enz. Bij de prognose in 1974 werd rekening gehouden met de zich toen reeds afteke— nende recessie. V/orden de cijfers per wijk bekeken dan blijken de aantallen voor 1972 en 1990 in vele gevallen gelijk te blijven of te verminderen. Waar toeneming werd ver wacht (of op dat moment reeds gesigna leerd) is dat duidelijk verklaarbaar (PTT-vestigingen, hoger onderwijs, ver zorgende arbeidsplaatsen in nieuwe wij ken, enz.en ook op dit moment nog steeds aannemelijk. Slechts bij de 3000 arbeidsplaatsen op het Hemrik (toen reeds laag ingeschat) kan men momenteel een vraagteken plaatsen. Een regelmatig bijstellen van de vooruitberekeningen tegen de achtergrond van nieuwe ontwik kelingen blijft uiteraard noodzakelijk, I De nota "Beleids- en technische uitgangs-l .punten" is op p. 7 inderdaad niet erg duidelijk op dit punt en werkt daardoor enigzins verwarrend. Wél duidelijk is dit op p. 3 van de appendix bij de pré nota., waar staats "Omdat het inwonertal niet is toegeno men en de pendelsituatie van 1975 is gehandhaafd, zal de bezetting van de ar beidsplaatsen meer door nietinwoners plaats vinden, waardoor er relatief meer externe ritten worden gemaakt". Het bovenstaande moet dan ook als volgt worden geïnterpreteerd: a. aangenomen wordt dat de pendel-verhou dingen in 1990 voor wat betreft het nu aanwezige aantal arbeidsplaatsen 38.000) gelijk is gebleven; b. aangenomen wordt dat het toegenomen aantal arbeidsplaatsen voornamelijk bezet wordt door niet Leeuwarders. Bovenstaande houdt in dat de pendelsi tuatie in 1990 verschuift ten gunste van de niet-inwoners Tabel 2 op bladzijde 4 van meer genoem de appendix is in dit opzicht zeer ver helderend. 66. Bij het Drachtsterplein zijn nu 6 opstelstroken gemaakt. In de prénota wopdt gesteld dat er slechts 3 nodig zijn. Dit zou dus inhouden dat er een deel geld weggegooid is. Er zijn nergens 6 opstelstroken gemaakt. Wel zijn er twee aanvoerroutes met 5 stroken en twee routes met 4 stroken. De aanvoerroutes met 5 stroken zijn zo uitgevoerd om het verkeer Aldlansdyk w.z. naar de Pieter Stuyvesantweg (vice-versa) voldoende capaciteit te geven tot het moment dat de oostelijke buitentangent uit gevoerd is. Dat betekent dat de meerdere stroken in principe verwijderd kunnen worden zodra de oosttangent is aangelegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 266