STEMMINGEN
Artikel 9.
1. Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen,
voorzover bij deze statuten niet anders is bepaald. Geldige besluiten
kunnen niet worden genomen indien niet tenminste de helft van het
aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
2. Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk bij gesloten
en ongetekende briefjes gestemd, tenzij geen van de léden stemming
verlangt, in wélk geval een besluit zonder hoofdelijke stemming tot
stand komt.
3. Blanco stemmen worden bij de vaststelling van de uitslag van een
stemming geacht niet te zijn uitgebracht.
4. Indien bij een stemming over een zaak in een onvoltallige vergadering
de stemmen staken, wordt het nemen van een besluit tot de volgende
vergadering uitgesteld. In deze volgende vergadering wordt, evenals
terstond in een voltallige vergadering, bij staking van stemmen over
een zaak een daaromtrent gedaan voorstel geacht te zijn verworpen,
dan wel een besluit niet te zijn genomen.
5. Voor het geval bij een eerste stemming over personen niemand de vol
strekte meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede vrije stemming
gehouden. 'Heeft ook bij laatstbedoelde stemming niemand de volstrekte
meerderheid verkregen, dan wordt een herstemming gehouden tussen de
twee personen, die bij de tweede stemming de meerste stemmen op zich
hebben verenigd; wanneer alsdan de stemmen staken, beslist terstond het
lot,
Is door gelijkheid van stemmenaantallen dit tweetal niet aan te wijzen,
dan hebben een of meer tussenstemmingen plaats om te bepalen wie van
hen, die bij de. tweede vrije stemming een gelijk aantal stemmen op
zich verenigden, voor de herstemming in aanmerking komen; staken bij
een tus sens temming de stemmen, dan beslist terstond in dezlefde
vergadering'het lot welke 'persoon voor de herstemming in aanmerking
komt.
6'. Mochten zich'bij de stemming problemen voordoen, waarin in dit artikel
niet is voorzien, dan beslist de voorzitter hoe gehandeld zal worden.
TOEZICHT GEMEENTEBESTUUR
Artikel 10.
1Besluiten van het bestuur betreffende de stichting rakende onderwerpen
welke overeenkomen met de voor de gemeenten in artikel 228 van de
gemeentewet opgesomde onderwerpen, behoeven voor hun tenuitvoerlegging
de goedkeuring van burgemeester en wethouders der gemeente Leeuwarden.
2» Het bestuur zendt daartoe zo spoedig mogelijk deze besluiten met de
eventuele toelichtende bescheiden ter goedkeuring aan burgemeester en
wethouders toe.
PERSONEEL
Ahtikol 11
1Het bestuur benoemt en. onslaat het personeel van de stichting; dit
personeel kan door het dagelijks bestuur worden geschorst.
2. Het bestuur kan zijn bevoegdheid tot het benoemen en ontslaan van
personeelsleden, als bedoeld in het eerste lid, geheel of ten dele
delegeren aan het dagelijks bestuur, behoudens voor wat betreft het
verlenen van ontslag anders dan op eigen verzoek.
3. Het bestuur regelt de rechtspositie van het in het eerste lid bedoelde
personeel. Op de rechtspositieregeling is de goedkeuring van Burgemeester
en Wethouders van Leeuwarden vereist.
- 5 -
GELDMIDDELEN
Artikel 12.
De geldmiddelen van de stichting worden gevormd door:
a. het kapitaal van de stichting, bestaande Uit de volledige inventaris
van het buffet in de Prinsentuin, ter waarde van 25.000,
b. de inkomsten uit in eigendom of beheer bij de stichting zijnde
goederen;
c. bijdragen van natuurlijke- en rechtspersonen;
d. uit schenkingen, legaten en erfstellingen verkregen bedragen;
e. geldleningen;
f. alle overige inkomsten en baten van de stichting.
BOEKJAAR
Artikel 13«
Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar, behalve
het eerste dan eindigt op éénendertig december aanstaande.
BEGROTING
Artikel 14»
1. Jaarlijks voor één mei stelt het bestuur de begroting voor het volgende
boekjaar vast.
2. Tenminste veertien dagen voor de vergadering, waarin de vaststelling
van cle begroting aan de orde zal worden gesteld, legt het dagelijks
bestuur het ontwerp van de begroting voor het volgende boekjaar ter
vaststelling over aan het bestuur.
3. Binnen een week na de vaststelling zendt het bestuur de begroting
ter goedkeuring aan de raad der gemeente Leeuwarden.
4. Buiten de goedgekeurde begroting kan de stichting geen uitgaaf doen
dan met afzonderlijke, voorafgaande machtiging van burgemeester en -
wethouders van do gemeente Leeuwarden.
REKENING EN VERANTWOORDING
Artikel 15
1. De penningmeester is gehouden jaarlijks vóór één maart aan het bestuur
rekening en verantwoording" te doen van zijn beheer over het afgelopen
boekjaar, zulks onder aanbieding van de door hem opgemaakte rekening
van de stichting over dat jaar.
2. Het bestuur doet zo tijdig door een deskundige een onderzoek naar de
deugdelijkheid van de rekening instellen, dat het rapport van deze
deskundige ter beschikking is bij de in het vierde lid bedoelde
voorlopige vaststelling.
3. Bij de inrichting van de rekening,'bij het in het vorige lid bedoelde
onderzoek en bij de keuze van de daarmee te belasten deskundige worden
eventuele aanwijzingen van burgemeester en wethouders van de gemeente
Leeuwarden in acht genomen.
4. Voor één meistelt het bestuur het ontwerp van de verlies- en winst
rekening over het afgelopen boekjaar en de balans per ultimo van
dat boekjaar voorlopig vast.
5. Binnen een week na de voorlopige vaststelling zendt het dagelijks
bestuur een exemplaar van de in het vorige lid vermelde stukken, ver
gezeld van een exemplaar van het in het tweede lid bedoelde deskundigen
rapport, in aan de raad van de gemeente Leeuwarden.