I
Pre-advies inzake de plannen van de heer 3). Hofstra te Leeuwar
den voor het maken van een jachthaventje ten noorden van de
Bonkevaart onder Snakkerburen.
ntgrondings-
erzoek en
regeling
ingediende
Igzwaren
Bijlage nr. 114-
Leeuwarden, 18 maart 1976.
Aan
de Gemeenteraad.
Be heer D. Hofstra, Fam. van der Weijstraat 63-69, alhier,
exploitant van een watersportbedrijf (motoren- en machineherstel-
bedrijf annex jachtverhuurheeft bij Gedeputeerde Staten van
Friesland een verzoek ingediend om vergunning, als bedoeld in
artikel 3 van de Ontgrondingenwet, voor het ontgronden van een
gedeelte van het kadastrale perceel Leeuwardeja,.-seetfe~"BT, nr. 20.
De voorgenomen ontgronding heeft ten doel een gedeelte" 'van het
perceel, gelegen onmiddellijk ten noorden van de -Bonkevaart en
ten zuiden van Snakkerburen, geschikt te maken voor het"Inrichten
van een jachthaventjeInclusief het verdiepen van een'bestaande
van bedoeld perceel deel uitmakende sloot voorziet het verzoek om
vergunning in het maken van een wateroppervlak van ongeveer 25
x 60 m.
Overeenkomstig de betreffende bepalingen van het Ontgrondin
genreglement Friesland heeft de burgemeester het verzoek van de
heer Hofstra gedurende 30 dagen ter secretarie voor een ieder ter
visie gelegd. Yan de ter inzage ligging is voorts mededeling ge
daan overeenkomstig de bepalingen van bedoeld reglement. Op grond
van dit reglement kunnen belanghebbenden gedurende de termijn van
ter visie ligging tegen een voorgenomen ontgronding schriftelijk
bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten, doch de bezwaarschriften
moeten worden ingediend bij de burgemeester. Na het verstrijken
van de termijn van ter visie ligging dient de burgemeester de
vergunningsaanvragen met de bezwaarschriften te zenden aan Gede
puteerde Staten. Daarbij dient tevens de mening van burgemeester
en wethouders te worden vermeld omtrent het verzoek om ontgronding
en de daartegen ingebrachte bezwaren.
Ingevolge artikel 3j lid- 2, van de Ontgrondingenwet kunnen
aan een vergunning voorgaarden worden verbonden ter.-bescherming
van alle bij een ontgronding betrokken belangen. De...weigering
intrekking of wijziging van een vergunning kan, iagevolge"hét"
derde lid van bedoeld artikel, geschieden op grond van strijd met
alle bij een ontgronding betrokken belangen.
Bij de beoordeling van een ontgrondingsverzoek speelt met
name de ruimtelijke ordening een belangrijke rol. Om deze reden
hebben Gedeputeerde Staten verzocht te willen meedelen of en zo
ja in hoeverre, het verzoek om ontgronding in overeenstemming is
met de ter plaatse getroffen c.q. te treffen ruimtelijke maat
regelen.
Tegen het verlenen van de door de heer Hofstra gevraagde ver
gunning zijn 42 bezwaarschriften ingediend: 40 van inwoners van
Snakkerburen, voorts van de Stichting Snakkerburen en van dorps
belang Lekkum-Miedum-Snakkerburen.
Daarnaast heeft de Rijksdienst voor de monumentenzorg -onder
ondersteuning van de argumenten van de Stichting Snakkerburen-
bij Gedeputeerde Staten er op aangedrongen de gevraagde vergunning
niet te verlenen»