-2- De bezwaren van het onvergrote deel van de particulieren en die van de stichting'en van dorpsbelang zijn identiek. Deze kun nen -voorzover zij betrekking hebben op de aanleg van het jacht- haventje-als volgt worden, samengevat a. de aanleg van het jachthaventje verdraagt zich niet met het karakter van Snakkerburen en kan daardoor de rehabilitatie van de buurtschap schaden; b, het jachthaventje is verkeersaantrekkend, waarop de straten in Snakkerburen niet berekend zijn, terwijl daarnaast parkeer overlast zal ontstaan; c_. bij mogelijk zwaar verkeer (vervoer van boten) zullen de oude woningen schade oplopen, De overige vier bezwaarschriften hebben (mede) betrekking op vermindering van uitzicht, vrees voor overlast en smerigheid... in Snakkerburen en vrees voor b.e.treding van weiland, aangrenzend., aan de te maken 'jachthaven, ----- De Stichting'-'Snakkerburen heeft U verzocht haar bezwaren tegen het verlenen van een ontgrondingsvergunning te ondersteunen, Geldende- en in De buurtschap Snakkerburen is vöor het grootste gedeelte ontwikkeling nog opgenomen in een hestemmingsplan, vastgesteld als uitbrei- zijnde plano- d-ingsplan in onderdelen door de gemeente LeeuwarderadeelHet logische maat- meest zuidelijke gedeelte van Snakkerburen, waaronder het perceel, regelen, waarop de ontgrondingsaanvrage betrekking heeft is bij het nog geldende bestemmingsplan, Vt-Ielan" bestemd als recreatief groen. De. aanleg van een jachthavent je is niet in overeenstemming met deze bestemming. Op basis van de geldende ruimtelijke maatregelen zou dus geen medewerking aan' de'plannen van de heer Hofstra' kunnen worden ver leend. Aan een ontwerp voor een bestemmingsplan voor geheel Snakker buren wordt reeds lange tijd gewerkt. Uitgaande van in het ver leden gevoerd, overleg'met dorpsvertegenwoordigers en gehoord de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is een ontwerp-plan ge maakt, dat kan dienen als basis voor re.habilitatieplannen van de buurtschap en tevens mogelijkheid biedt voor enige nieuwbouw. De ze nieuwbouw is geprojecteerd ten oosten van een nieuw aan te ..'leggen weggetje achter de oostelijke bebouwing aan Oan 'e Dyk eh op een te creëren bouwterrein aan het Leechpaed. In het ont- werp-plan dat met bovongenoemden is besproken komt het haventje niet voor. Nadere omschrij- Het is de bedoeling eenwopen jachthaventje te maken en dit ving plannen met eenvoudige middelen zodanig in te richten dat alleen aan de van de heer Hof- westzijde kan worden afgémeerd met de steven naar de wal of stra steiger. De ligplaatsen zullen worden aangegeven met palen. Aan de oost zijde kan niet worden afgemeerd. Deze oever is eigendom van de gemeente. Uitgaande van het vorenstaande biedt de te maken jachthaven plaats aan 15 a 20 boten (afhankelijk van de grootte). Het is niet de bedoeling op het perceel' een jachtwerf op te zetten met de daar bij behorende, takelinstallaties en opstallen. De heer Hofstra heeft hiervoor een voldoende uitgerust bedrijf aan de'"Dokkumer Ee en de Familie' van der Weijstraat, De ontgronding heéft"~'uit- sluitend ten deel een aantal ligplaatsen te creëren. Volgens mededeling van de heer Hofstra is er geen noodzaak om parkeer gelegenheid op het terrein aan te leggen. De gebruikers van de schiphuizen aan de Bonkevaart -parkeren namelijk hun auto's op zijn terrein aan de Fam. van der Weijstraat waar de bagage etc. uit de auto in de boot kan worden geladen en tevens drinkwater en brandstof kan worden ingenomen. Standpunt col- ege m.bt ilannen van de teer Hofstra en ie daartegen ingebrachte be svaren -3- De heer Hofstra is bereid de huurders van ligplaatsen contractueel te verplichten hun auto bij het bedrijf aan de Fam. van der Weijstraat te stallen. Ter plaatse is voldoende ruimte. De boten- loodsen, die 's zomers leeg staan hebben zeker een stallings capaciteit voor 50 autosVoorts is de mogelijkheid aanwezig op het terrein aan de Fam, van der Weijstraat de stallingsgelegen heid nog te vergroten. 1Het perceel waarop de ontgrondingsaanvrage betrekking heeft, is door de heer Hofstra in eigendom verkregen door een grondruil met de gemeente. Het door de heer Hofstra ingeruilde perceel grond, waarop o.m. schiphuizen waren gevestigd, was be nodigd voor de realisering van woningbouw in het tegenwoordige bestemmingsplan Lekkumerend-WestIn het betreffende raadsvoorstel staat duidelijk vermeld, dat de heer Hofstra zijn eigendomsrech ten alleen wenste over te dragen indien hij zijn bedrijf kan ver plaatsen naar het onderhavige terrein. In de raadsbrief wordt voorts gesteld, dat het stichten van een watersportbedrijfje met enige beplanting er omheen op deze plaats geen bezwaren oplevert. Uitgangspunt bij deze grondruil is dus duidelijk geweest, dat de heer Hofstra zijn bedrijf aan de Fam. van der Weijstraat op dit perceel zou kunnen uitbreiden. Nu de Bonkevaart inmiddels is uitgediept en geschikt is ge maakt voor de recreatie vaart (t.z.t. zal de brug in de Lekkur.er- weg ook worden vernieuwd en een grotere doorvaarthoogte verkrij gen) wil hij door middel van het aanleggen van een jachthaventje van zijn verkregen rechten gebruik maken. Bij een negatief advies van de gemeente moet worden verwacht, dat de heer Hofstra een eis tot schadevergoeding zal indienen, omdat gedane toezeggingen niet worden nagekomen. Een reële moge lijkheid om van gemeentewege medewerking te verlenen aan een uitbreiding van het bedrijf van de heer Hofstra op een andere plaats ziet ons college niet. 2. Nu het hier gaat om het creëren van een 20-tal ligplaat sen zonder bijkomende voorzieningen menen wij dat door de aanleg van uitsluitend het haventje het karakter van de buurtschap Snakkerburen niet zal worden aangetast. Mocht het jachthaventje worden ontsloten via het hierboven reeds vermelde nieuwe weggetje ten oosten van Oan 'e Dyk - een aspect overigens, dat eerst aan de orde zal komen wanneer het ontwerp-bestemmingsplan voor geheel Snakkerburen aan U ter beslissing zal worden voorgelegd - dan mag worden aangenomen dat inderdaad'door de aanleg van het jachthaventje enig autoverkeer zal worden aangetrokken. Dit zal evenwel het oude gedeelte van de buurtschap niet mogen belasten. Een oplossing van dit probleem zal gevonden kunnen worden door thans reeds met de heer Hofstra overeen te komen, dat bij het jachthaventje op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid wordt aangelegd. Zou dit niet plaatsvinden, dan moet worden gevreesd dat zowel het weggetje als de daarbij gedachte parkeergelegenheid voor auto's van de buurtschapbewoners door auto's van bootbezitters wordt bezet. Besluit Uw Raad bij de vaststelling van het bestem mingsplan dat de aanleg van dit weggetje en de realisering van de daaraan geprojecteerde bebouwing geen doorgang zal vinden, dan is het niet aannemelijk dat bootbezitters hun auto zullen parkeren in de buurtschap. Enerzijds niet omdat er in feite nauwelijks ruimte voor is, ander zijds niet omdat dan de loopafstand tot het haventje praktisch ge lijk is aan de afstand gerekend vanaf het bedrijf van de heer Hofstra aan de Fam. v.d. Weijstraat, alwaar zeker voor 50 auto's stallingsgelegenheid aanwezig is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 307