No. 5287.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN?
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 april
1976 (bijlage no. 142);
BESLUIT;
I. aan te kopen van mevr. G. Tichelaar - Langius, wonende te
Leeuwarden, Vierde Klanderijdwarsstraat 22, en consorten, het
perceel met opstal, plaatselijk bekend Vierde Klanderijdwars
straat 22. kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, nummer
5745» groot 111 centiare, voor een prijs van 18.500,-- en voorts
onder de volgende bedingen;
1. het onroerend goed wordt overgedragen met alles wat daarop of
daarin aanwezig is, voorzover door de Wet als onroerend aange
merkt wordende, en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden
en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur,
hypotheek en beslag?
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte
van overdracht?
3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen,
welke van het over te dragen perceel met opstal worden geheven,
voor rekening van de gemeente Leeuwarden?
4. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning?
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ont
binding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het
Burgerlijk Wetboek;
6. vooruitlopende op de definitieve eigendomsoverdracht verlenen
de verkopers aan de gemeente Leeuwarden het recht om vrijelijk
over het onroerend goed te beschikken, met ingang van 24 maart
1976, of met ingang van de datum, waarop de huidige gebruikers
na 24 maart 1976 het onroerend goed hebben opgeleverd en de
koopster hiervan in kennis hebben gesteld?
7. het risico voor het gekochte komt voor rekening van de gemeente
Leeuwarden vanaf het moment van het tot stand komen van het
besluit van de Gemeenteraad tot aankoop van het onderhavige
onroerend goed?
8. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente
Leeuwarden?
II. het onder I bedoelde perceel onder te brengen in het Woningbedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de V/et op de Ruimtelijke Ordening
met betrekking tot het perceel Lekkumerweg 84 te Leeuwarden.
Bijlage no. 143. Aan de Gemeenteraad»
Leeuwarden, 8 april 1976»
De aanvankelijke plannen om de voormalige boerderij Lekkumerweg 84,
alhier, eigendom van de gemeente, in to richten als wijkcentrum zijn om
financiële redenen niet haalbaar gebleken.
Inmiddels hebben zich twee gegadigden aangemeld voor aankoop van dit
perceel.
Met de eerste gegadigde zijn wij inmiddels in onderhandeling getreden.
Deze wenst in het gebouw een dierenverzorgingsbedrijf te vestigen. Hiertegen
hebben wij in principe geen stedebouwkundige bezwaren. Een dergelijke ves
tiging is evenwel in strijd met het geldende bestemmingsplan "Lekkumerend-
Oost". Het perceel is daarbij bestemd voor "Bijzondere Doeleinden, klasse I"
(d.i, buurt-, verenigings- en kruisverenigingsgebouwen).
In verband hiermede is het gewenst voor dit perceel een voorbereidings
besluit, als bedoeld in artikel 21 van de V/et op de Ruimtelijke Ordening,
vast te stellen. Op grond van dat besluit kunrvnwij te zijner tijd - met
toepassing van de artikelen 19 van de V/et op de Ruimtelijke OrÜèning en 50>
lid 8, van de Woningwet-bouwvergunning verlenen voor de noodzakelijke
bouwkundige veranderingen aan de voormalige boerderij, een en ander mits
van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen.
Zodra de onderhandelingen, waarover de commissie voor het Grondbedrijf
is gehoord, zijn afgerond, zullen wij U voorstellen doen tot het vervreemden
van- en/of het vestigen van een zakelijk recht met betrekking tot - de grond
en .opstallen.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening over het
vorenstaande zal worden gehoord stellen wij IJ voor te besluiten, zoals
hierna in concept is aangegeven.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J»S. Brandsma Burgemeester.
de Jong
Secretaris.