- 2 - Adviezen en opmerkingen..van.-raden,- commissies--en andere "ins tellingen. a. Wonen. In geen der ingekomen commentaren wordt afgeweken van het Alternatief wonen-2, dat in de modellennota de voorkeur heeft. b. Groenstructuur en waterpartij en. Óok tegen de voorkeur voor het alternatief Groenstructuur 2 heeft geen enkele instelling bezwaar gemaakt. De Federatie van Woningcorporaties pleit voor een wat smallere groenzone langs de randen van het plan met uit zondering van de rand langs de Groningerstraatweg. Hierdoor zou wa't meer groen in de wijk kunnen worden gebracht. Wij mogen hierbij opmerken,, dat er in de modellennota globale indicaties worden gegeven, die nog nader moe ten worden uitgewerkt. Er zij echter op gewezen, dat een versmalling van de groenzones niet langs alle randen mogelijk zal zijn. Men denke daarbij met name ook aan de zone langs de oostelijke buitentangent. Met betrekking 'tot de insteekhavens vraagt de federatie zich af, of deze technisch reali- seerbaar zijn en of ze nog wat meer verdeeld kunnen worden in de wijk. De eerste vraag kan bevestigd worden beantwoord zonder dat er vrees behoeft te bestaan voor een te hoog waterpeil. De tweede vraag is een kwestie van na dere uitwerking in het bestemmingsplan, waar aan.-do nodige- aandacht" zal wor den best-eodt _cWinkelvoorzieningen. In de modellennota wordt de voorkeur gegeven aan het alternatief win kelvoorzieningen 2, waarbij een winkelcentrum is gepland iets ten noord westen van het geografisch middelpunt van het plangebied, alsmede een steun punt in het zuidoostelijk gedeelte van de wijk. De Commissie Vooroverleg en een' aantal om commentaar gevraagde instellingen zijn van" mening, dat van de realisering van een steunpunt rnoe't worden afgezien. Men vreest, dat het totale winkelvoorzieningenniveau door een dergelijke spreiding te zeer zal worden aangetast. Wij kunnen ons met deze zienswijze verenigen en menen dat de wensen, van instellingen die pleiten voor een meer gespreide winkelv.esti- ging niet realiseerbaar zijn. Met betrekking tot de situering van het winkelcentrum merken wij op dat vooral om praktische redenen is gekozen voor een plaats iets ten noord westen van het geografisch middelpunt. Het winkelcentrum komt dan namelijk te liggen in het thans reeds opgehoogde gebied, zodat de realisering ervan niet te lang op zich behoeft te laten wachten. Indien gekozen zou worden voor een situering in het geografisch midden van de wijk, is het noodzakelijk ten be hoeve van de eerste fasen van de woningbouw noodwinkelvoorzieningen te creëren. .Dergelijke noodvoorzieningen lopen vaak redelijk goed en hebben de neiging om met de voortgaande woningbouw mee uit te breiden, .hetgeen de animo om'een definitief winkelcentrum te realiseren niet vergroot. Ook uit stedebouwkundig oogpunt is veel te zeggen voor de enigszins noord-westelijke situering. Het zwaartepunt van een wijk behoeft in principe niet samen te vallen met het geografisch middelpunt. Men dient ook rekening te houden met de woningdichtheid in de wijk. Aangezien te verwachten valt, dat deze in het westelijk gedeelte van de wijk iets hoger zal zijn dan in het oostelijke is een geringe verschuiving in westelijke richting ons inziens verantwoord. Ook de ligging aan de noordelijke hoofdontsluitingsweg is gelet op de ge plande eerste fase van de woningbouw een voordeel. d. Scholen. De om commentaar gevraagde instellingen spreken voorkeur uit voor con centratie van de scholen in het centrum van de wijk. - 3 - Men denkt daarbij vooral aan het verlevendigend effect op het wijkcentrum en de mogelijkheden tot multifunctioneel gebruik van 'de scholen, realisering van een sporthal etc. Wij kunnen ons met deze zienswijze verenigen, maar wijzen erop, dat hierdoor een zekere vermindering van de levendigheid in de woonbuurten zal worden veroorzaakt. _e. Werkgelegenheid. De Federatie van Woningcorporaties is van oordeel, dat het "industrie terrein" in het noord-westen van het plangebied zou moeten vervallen. Wij mogen erop wijzen, dat het in het betreffende plandeel, dat overi gens de bestemming "bedrijfsterrein" zal krijgen, gaat om verzorgende bedrij ven, waarvan geen overlast voor de woongebieden behoeft te worden verwacht. Naaf onze mening bestaat aan dergelijke terreinen zeker behoefte. Zij kunnen bovendien een belangrijke functie vervullen als afscherming tussen het woon gebied en de oostelijke buitentangent. V/ij zijn dan ook van oordeel dat deze bestemming zonder bezwaar kan worden gehandhaafd. fVerkeer. De Commissie Vooroverleg en de Raad voor de Volkshuisvesting pleiten voor een scheiding tussen gemotoriseerd en overig verkeer. Bij de opzet van de hoofdwegenstructuur (zie dë in hoofdstuk IV van de nota opgenomen profieltekeningen) is en wordt hiervan ook uitgegaan. De Federatie van Woningcorporaties wenst de zuidelijke ontsluitingsweg rechtstreeks te laten uitkomen in het wijkcentrum. V/ij zijn van mening, dat het centrum niet een te zware verkeersbelasting moet krijgen. Het wijkcen trum heeft nadrukkelijk geen bovenwijks karakter en behoeft derhalve ook niet in rechtstreekse verbinding met een der hoofdontsluitingswegen te staan. Met de F.R.A.M. zal nog nader overleg worden gepleegd over een goede buslijnopzet in dit plan. Voor het overige bevatten de ingekomen adviezen en commentaren een aantal wensen en opmerkingen die naar onze mening niet direct van belang zijn V£>or de bepaling van de toekomstige ruimtelijke structuur van Cammingha- buren, maar waarmee voorzover mogelijk bij de verdere uit'^erking van de plannen in overleg met betrokkenairekening zal worden gehouden. Standpunt college. Mede gelet op de binnengekomen adviezen en commentaren zijn wij van me ning dat het in de modellennota opgenomen composietmodel 2 de voorkeur ver dient. Wij zijn echter van oordeel, dat omtrent de situering van de scholen nader overleg met de schoolbesturen dient te worden gepleegd. Het in het kader van de winkelvoorzieningen geplande steunpunt kan ons inziens vervallen. Met het in de modellennota vervatte faseringsvoorstel kunnen wij ons eveneens verenigen. Wij stellen U dan ook voor opdracht te verlenen tot het ontwerpen van een nieuw globaal bestemmingsplan- Camminghaburen op basis....van het in de modellennota vervatte composiet model 2 met uitzondering van de situering van de scholen en het steunpunt voor de winkelvoorzieningen. Tevens geven wij U in overweging opdracht te verlenen tot het ontwerpen van uit werkingsplannen voor het noord-oostelijk gedeelte van Camminghaburen. Te volgen werkwijze. Wij hebben met de Dienst Stadsontwikkeling en het Bureau Kuiper en Compagnons overleg gepleegd over de verder te volgen werkwijze met betrek king tot het totstandkomen van het bestemmingsplan Camminghaburen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 354