r-' II-6 Wordt hiermee rekening gehouden, dan is de eind-uitkomst van de heide beleidsplannen ongeveer hetzelfde. De conclusies die wij in 1975 trokken t.a.v. het beleidsplan 1976-1980 gelden ook voor het thans aangeboden ontwerp-beleids- plan 1977-1981» Ook nu zien wij een daling van de batige saldi tot praktisch nihil in 1981 (na een extra verhoging van de eigen inkomsten met 450.000,in 1981; later gewijzigd in 250.000, Evenals in vorige jaren hebben wij een opstelling gemaakt van de totaalcijfers gesplitst in een drietal grote sectoren, t.w. de doeluitkeringensector, de bedrijvensector en de sector overheid. Daarbij zijn ook de cijfers vermeld van 1976. Het beeld is dan als volgt: (x 1.000,(B batig; N nade lig) Jaar doeluitkeringen- bedrijven overheids saldo sector sector sector 1976 2.085 N 1.477 B 534 B 74 B 1977 2.123 N 1.742 B 89 B 292 B 1978 2.180 N 1.789 B 150 B 241 B 1979 2.186 N 1.814 B 202 B 170 B 1980 2.286 N 1.840 B 155 B 313 B 1981 2.357 N 1.860 B 495 B 4 B Aan het slot van dit hoofdstuk is een specificatie opgenomen van de saldi van de bedrijvensector (bijlage D) en de sector doeluit keringen (bijlage E). Helaas zien wij, zoals in het verleden, dat er in de doeluitkeringensector aanzienlijke zelfs oplopende te korten zijn. Wat de politie betreft, die tot deze sector gerekend wordt, is er een dalende tendens. Het onderwijs blijft echter ge stadig hogere tekorten opleveren, ondanks een extra verhoging van de onderwijsuitkering uit het Gemeentefonds m.i.v. 1977» De bedrijvensector vertoont een vrij stabiel beeld. Over de gehele beleidsperiode is er een behoorlijk overschot, dat met de veel be scheidener overschotten op de sector overheid moet worden gebruikt om de tekorten in de doeluitkeringensector op te vangen. Wat het totaalbeeld van het beleidsplan 1977-1981 betreft, moet in de allereerste plaats de aandacht er op worden gevestigd, dat er een dalende lijn zit in de overschotten op de begrotingen van de opeenvolgende jaren tot praktisch nihil in 1981 Wanneer we bovendien in aanmerking nemen dat de overschotten over de jaren 1977 t/m 1979 met 800.000,nadelig zijn beïnvloed door incidentele stortingen in het fonds voor stadsvernieuwing is dit nog veel duidelijker.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 14