Ill—9—1
PAR. 9 BELEIDSSECTOR ECONOMISCHE AAMGELEGENHEDENc
A. Algemeen
De economische recessie, waarvan naar het zich laat aanzien het diep
tepunt voorbij is, heeft in Leeuwarden geen grote calamiteiten veroor
zaakt op het gebied van de werkgelegenheid.
Omvangrijke bedrijfssluitingen hebben zich niet voorgedaan. Wel moest
een aantal bedrijven werktijdverkorting toepassen. Hgt merendeel hier
van is inmiddels weer opgeheven.
Mede aan de hand van ingediende investeringspremie-aanvragen blijkt
dat bij een aantal belangrijke Leeuwarder bedrijven uitbreidingspro
jecten op stapel staan, waaraan ook positieve werkgelegenheidseffec-
ten zijn verbonden. Met name in de dienstensector is sprake van rela
tief omvangrijke nieuwbouwactiviteiten, In het kader van de spreiding
van rijksdiensten blijft Leeuwarden in noordelijk verband een rol
spelen, met name voor wat betreft de uitbreiding van het aantal ar
beidsplaatsen bij de gelddiensten van de P.T.T., te weten Giro en even
tuele Postbank. Voorts is er een toezegging gedaan dat in Leeuwarden
ook een deel van de Centrale Directie van de P.T.T. zal worden geves
tigd. De westelijke industrieterreinen zijn bijna geheel uitgegeven.
Op korte termijn moet de Hemrik zijn ontsloten (zie ook paragraaf 5)«
De behoefte aan industrieterreinen is de laatste jaren vooral voortge
komen uit verplaatsing van bedrijven vanuit de binnenstad en uit
nieuwe projecten van reeds gevestigde bedrijven. Nieuwe industriële
vestigingen hebben zich de laatste jaren niet meer voorgedaan. Wel
is een uitbreiding in de groothandelssector tot stand gekomen. De be
hoefte aan kantoorruimte buiten de stadsgrachten voor de eerstkomende
tien jaar is berekend op ca 85.000 m2 bruto-vloeroppervlak. Een werk
groep heeft zich beziggehouden met de vraag welke terreinen voor kan-
torenbouw moeten ^worden aangewezen. Wij zullen U hierover te gelege
ner tijd nader informeren.
Een en ander houdt niet in, dat het huidige - te hoge - niveau van
werkloosheid op vrij korte termijn zal dalen. De groeikracht van de
economie van onze regio zal te gering blijken te zijn om de groei
van de beroepsbevolking en de stroom van schoolverlaters die tot de
arbeidsmarkt toetreedt te compenseren. Het verbeteren van de werkge-
legenheidsstructuur blijft dan ook doelstelling op sociaal-economisch
gebied.
Wij hebben de indruk dat de centrale overheid, meer dan in de voor
bije jaren het geval is geweest, de aandacht met betrekking tot de
sociaal-economische ontwikkelingen met name richt op de Randstad.
Uit de Verstedelijkingsnota is dit duidelijk op te merken» Vanuit het
Noorden zullen wij positieve stimuleringsmaatregelen moeten blijven
bepleiten.