Ill—11—7
In het kader van het streven naar permanente educatie kan het
plaatselijke vormings- en ontwikkelingswerk wellicht een aantal
instrumenten bieden. Wij hebben inmiddels een werkgroep ingesteld,
waarin, behalve ons college, ook de functionele raden vertegen
woordigd zijn. Be werkgroep zal ons adviseren t.a.v. de behoeften
en de mogelijkheden in het verband van dit werkgebied, waarvan
in de inmiddels door de regering aan de Tweede Kamer aangeboden
rijksbijdrageregeling de volgende definitie is opgenomen: "het
zonder winstoogmerk leveren van een doelgerichte en systematische
bijdrage aan bewustwordings- en leerprocessen van personen en
groepen, door het geven van mogelijkheden tot vermeerdering van
kennis, tot ontwikkeling van inzichten en vaardigheden en tot
bepaling van standpunten en houdingen".
Samenwerking en op enkele terreinen mogelijk integratie van samen
levingsopbouw en vormings- en ontwikkelingswerk, maar zeker ook van
andere instellingen en instituten op het sociaal-culturele en
educatieve terrein is hierbij een voorwaarde.
Bij de verdere uitbouw van de integrale beleidsplanning heeft het
vervaardigen van een beleidsplan samenlevingsopbouw prioriteit.
Er is reeds een begin gemaakt met een inventarisatie van alle
sociaal-culturele voorzieningen in Leeuwarden. Hieruit zullen
onder meer de gegevens moeten voortvloeien, die nodig zijn voor
een op te stellen buurt- en wijkaccommodatienota.
Aangezien in de naaste toekomst niet op grotere financiële
mogelijkheden van de zijde van het ministerie van C.R.M. gerekend
mag worden, verwachten wij dat er wijzigingen aangebracht zullen
moeten worden in het in dit beleidsplan neergelegde pakket van
bestaande activiteiten en wensen.
Op dit moment is nog niet bekend op welke financiële bijdrage van
C.R.M. voor 1977 gerekend kan worden.
Met de inwilliging van een verzoek van het Centraal Orgaan
Leeuwarden om een exploitatiesubsidie te verlenen voor samen-
levingsopbouwactiviteiten in de wijk Bilgaard is daarom ook nog
geen rekening gehouden.
Over eventuele wijzigingen zal uiteraard nauw overleg met de
plaatselijke welzijnsinstellingen plaats vinden.
Andere prioriteiten in de samenlevingsopbouw, zoals wij die op dit
moment zien, bestaan uit het leveren van bijdragen aan de inspraak
bij en realisering van stadsvernieuwing, het voorrang geven aan
groepen en situaties, waarbij een maatschappelijke of sociaal-
culturele achterstand bestaat en aan het onderwijsopbouwwerk.
