III-13-4 Het rapport van de commissie "beroepsmatig jeugdwerk" zal mede dienen als richtsnoer bij het in de toekomst door onze gemeente te voeren beleid. De beschikking van middelen en mankracht is een zeer ingrijpende maatregel, die vergaande consequenties met zich mee kan brengen voor de desbetreffende jeugdwerkinstellingen. Wij hebben deze instellingen in dit verband reeds in april j.l. van eventuele maatregelen terzake op de hoogte gebracht. Te zijner tijd zullen wij ons met voorstellen over deze materie tot U wenden. In dit beleidsplan zijn wij voorshands uitgegaan van een accrés van 8voor alle stichtingen. "Vanuit de Raad voor Jeugdaangelegenheden en de Raad voor Maat schappelijke Dienstverlening is een zgn. "gemengde commissie jeugd werkloosheid" in het leven geroepen. Deze commissie heeft tot taak het initiëren en stimuleren van kortlopende projecten ter be strijding van de jeugdwerkloosheid. Op initiatief van deze commis sie zal worden getracht in het najaar van 1976 op plaatselijk ni veau te starten met een aantal projecten voor jeugdige werklozen. Hierbij wordt gedacht aan scholingsprojecten, vormingsprojecten en recreatieve projecten. De hiervoor benodigde middelen kunnen worden gevonden op grond van artikel J>6 van de W.W.V. en uit een bescheiden fonds van het Mi nisterie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Ten aanzien van het vrijwillig jeugd- en jongerenwerk menen wij het volgende te moeten opmerken. Wij hebben waardering voor de mensen die geheel belangloos dit werk gestalte geven. Zonder deze medewerking zouden tal van speel tuinverenigingen en het buurt- en clubhuiswerk gedwongen zijn ac tiviteiten te beëindigen. Mede door een versnelde invoering van het gemeentelijk subsidie in de huisvestingslasten willen wij het belang wat wij stellen in het goed functioneren van het vrijwillig jeugd- en jongerenwerk tot uiting brengen. Op dit moment zijn een drietal interim-rijksbijdrageregelingen voor het vrijwilligerswerk van kracht. Op grond daarvan bestaat voor het plaatselijk vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk, de speeltuinen en de peuterspeelzalen de mogelijkheid extra financiële middelen te verkrijgen. Wij gaan er vanuit, dat deze regelingen zullen worden betrokken bij de herziening van de rijkssubsidieregelingen Jeugd- en Jongerenwerk en Samenlevingsopbouw. Verwacht mag worden, dat in de nieuwe rijks- bi jdrageregeling voor bovengenoemde werksoorten de bestaande inte rim-ri jksbi jdrageregeling voor het vrijwilligerswerk wordt opgeno men.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1976 | | pagina 246