III-1-4
Deze programma's dienen aan te geven hoe de gekozen doelstellingen
gerealiseerd kunnen worden. Ook uit deze alternatieve meerjaren
programma's zal door U een keuze gemaakt dienen te worden. Op de
ze wijze ontstaat een doelstellingenstructuur gevolgd door kwanti
tatief uitgewerkte meerjarenprogramma's, die een aanvulling be
tekenen op het huidige beleidsplan. Hierdoor kunnen de financiële
ramingen beter worden onderbouwd, kan het werk van de functionele
raden beter in het gemeentelijk beleid worden ingepast en kunnen
alternatieven beter worden afgewogen.
Ten aanzien van de practische uitvoering van deze verdere uit
bouw van de integrale beleidsplanning kan nog worden opgemerkt
dat, mede gezien de beperkte personele capaciteit, een sector-
gewijze aanpak de beste lijkt. Met het oog op het verkrijgen van
de nodige ervaring zal het eerstkomende jaar begonnen worden met
een klein onderdeel van een sector. We hebben daartoe de deel
sector samenlevingsopbouw uitgekozen. Het ligt in onze bedoeling
om de betrokken instellingen en raden, zoals bijv. het C.O.L.,
de Raad voor Maatschappelijke Dienstverlening e.d., actief bij
de werkzaamheden te betrekken.
De uitkomsten van het onderzoek per (deel-) sector kunnen eerst
definitief worden beoordeeld, nadat het onderzoek van alle sec
toren heeft plaats gevonden. Een volledige integrale benadering
is immers niet mogelijk en de prioriteitsstelling kan niet wor
den afgewogen tegen die van andere sectoren.
Aan de uitkomsten van het onderzoek per (deel-) sector kunnen
danook niet meer dan voorlopige conclusies worden verbonden,
waarmee tijdens de duur van het gehele onderzoek voorzichtig
moet worden gehandeld.
Met de werkzaamheden hebben wij reeds een begin gemaakt; ten
aanzien van de vorderingen en de resultaten zullen wij U te
zijner tijd informeren.
BToelichting per volgnummer.
Vergoeding raadsleden en presentiegelden der leden (niet raads
leden) van de commissies (volgnr. 10).
Bij de raming van deze post is uitgegaan van de maximale vergoeding
voor de raadsleden overeenkomstig de uitkomsten van het rapport
van de Commissie Merkx. Daarnaast zijn presentiegelden geraamd
voor het bijwonen van commissievergaderingen door niet-raadsleden.
Het totaal bedrag van de raming is lager dan in 1976, aangezien
toen abusievelijk naast de maximale vaste vergoeding voor de raads
leden ook nog presentiegelden zijn geraamd.