Plan_A_(Carré De ontwerper stelt dat de bouwkosten zijn berekend overeenkomstig de bij de Directie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid gebruikelijke wijze van toet singsprijsberekening. Als de aanneemsom per woning (excl. B.T.V. en C.V.-installatie) wordt een gemiddelde prijs van 53.275,gegeven. Als verdere kosten per woning zijn opgevoerd: aansluitkosten 750, renteverlies tijdens de bouw 1.800,honorarium 1.000,constructeur 500,en toezicht 550,Prijsstijgingen tijdens de bouw zijn niet inge calculeerd. Plan_B_(Allerhande De ontwerper deelt mee, dat bij de opzet gewerkt is met recente ervarings cijfers van andere woningbouwplannen. De opgegeven aanneemsommen (excl. B.T.W. en C.V.-installatie) variëren van 30.200,voor een onderwoning voor een alleenstaande, tot 59.19O,voor een eengezinswoning. Per type is een berekening gegeven. Verdere kosten per woning: aansluitkosten 35O,renteverlies 2.016, honorarium 1.200,constructeur 500,en toezicht 584,Prijsstij gingen tijdens de bouw zijn niet ingecalculeerd. Plan_C_(Sluitsteen) De architect volstaat met de vermelding, dat de ontworpen woningen zijn getoetst aan de regels en voorschriften, die het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor de volkswoningbouw hanteert. Met uitzondering van de 19 flatwoningen in het woongebouw aan plein A (liggende buiten het gebied waarvoor opdracht is gegeven) kunnen de woningen volgens de architect als woningwetwoning worden gebouwd. Een specificatie van de bouwkosten is niet gegeven. PI an_ D_Me t amo rfo s e De architect geeft per type een gespecificeerde opgave van de geraamde bouwkosten. De aanneemsom (excl. B.T.W. en C.V.-installatie) variëert van 38.830,voor een woning voor een alleenstaande, tot 61.800,voor een eengezinswoning. Verdere kosten per woning: aansluitkosten 850,honorarium en construc teur 1.600, toezicht 600,— en renteverlies 2.500, Voorts calculeert de architect 3.000,per woning in voor loon- en prijsstijgingen tijdens de bouw. Geen der architecten geeft de garantie, dat de plannen als woningwetbouw tot stand kunnen worden gebracht. Omdat het in casu om niet meer dan schets- plannen gaat is dit niet mogelijk.Aangenomen mag worden, dat de architecten, vertrouwd zijnde met de toetsingsprijsberekening van het ministerie, hun calcu laties daarop hebben gebaseerd. Uit de door de architecten (m.u.v. die van Sluitsteen) gegeven specificatie, kan worden afgeleid, dat Allerhande uitgaat van de laagste m3-prijs. Het verschil met bijvoorbeeld Metamorfose is rond 15per m3, hetgeen bij een inhoud van de woningen van gemiddeld 325 m3 een prijsverschil oplevert van ongeveer 5.000,per woning. In huur uitgedrukt is dit ongeveer 20,per maand. Daartegenover staat, dat bij Metamorfose in de huurprijsberekening is ver disconteerd het bedrag van 3.000,per woning voor prijsstijgingen tijdens de bouw; dit betekent ongeveer 12,huur meer per maand. Bij een zuivere huurprijsvergelijking dient hiermede rekening te worden gehouden. Voorts moet nog worden opgemerkt, dat enkele architecten in hun visie omtrent de meest gewenste indeling van de omgeving muurtjes, zandbakken, car ports e.d. hebben ingétekend. Bedacht dient te worden, dat de hieraan verbonden kosten niet in de ramingen zijn opgenomen. - 7 - Huurprijzen Het gemiddelde aantal verblijfseenheden (V.E.'s: de V.E. is een onderdeel van de berekening van de rijkssubsidie) bedraagt in Plan_A_£Carré3,51De gemiddelde huur per woning is door de ontwerper van dit plan berekend op f 358,55 P©r maand. Plan B (Allerhande) geeft een gemiddeld aantal V.E.'s per woning aan van 4,16. Een gemiddelde huurprijs is in dit plan niet gegeven. De huurprijzen zijn berekend per type woning. Deze loopt op van 187,voor een bejaarden woning, tot 411,voor een eengezinswoning met 6 kamers. In de toelichting op plan C (Sluitsteen) zijn geen gegevens omtrent de huurprijzen vermeld. Voor het gemiddeld aantal V.E.'s per woning wordt het getal van 3,88 gegeven. De ontwerper van plan D (Metamorfose) geeft een berekening van de huur prijs per type woning, alsmede een gemiddelde huurprijs. Deze laatste is bere kend op 350,75- Voorzover die gegeven zijn, komen de huurprijsberekeningen ons op zich redelijk voor. Wel is het zo, dit blijkt ook uit het hierbovenstaande ten aanzien van de financiële haalbaarheid der plannen, dat de toerekening van de kosten per plan wel verschillen geeft te zien. In algemene zin kan ten aanzien van de huurprijs van de toekomstige woningen het volgende worden opgemerkt. Teneinde de nieuwbouw in stadsvernieuwingsgebieden te bevorderen heeft de Staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aan verschillende grote en middelgrote gemeenten (waaronder Leeuwarden) een nieuwe regeling binnen het kader van de bestaande Beschikking geldelijke steun huurwoningen toegezegd. De bedoeling van deze regeling is de stichtingskosten, op basis waarvan de huurprijzen worden berekend, terug te brengen op dat peil, dat zou hebben gegolden indien de woningen in een uitbreidingsplan tot stand zouden worden gebracht. Dit betekent dat diverse extra kosten, voortvloeiend uit het bouwen in stadsvernieuwingsgebieden, niet voor de huurprijsberekening meetellen. Tevens is voor deze woningen een vast percentage van de stichtingskosten gegeven, dat maatgevend is voor de huurprijs. (Normaal hangt dit percentage af van het aantal verblijfseenheden en de stichtingskosten). Nadat een keus is gemaakt uit de thans aan de orde zijnde plannen, zullen wij de Staatssecretaris verzoeken zo spoedig mogelijk een definitieve huur prijs vast te stellen. Volledigheidshalve merken wij nog op, dat eventuele verlaging of verhoging van de stichtingskosten ten gevolge van wijzigingen in de uitvoering of uitrusting van de woningen wel worden doorberekend in de huur prijzen. Standpunt College Uit het bovenstaande is ons gebleken, dat de Welstandsadviescommissie, de Raad voor de Volkshuisvesting, de Raad voor de Bejaardenaangelegenheden, de Vrouwenadviescommissie en de Commissie voor het Woningbedrijf hebben gekozen voor plan D (Metamorfose). De in deze adviezen opgénomen argumentatie kunnen wij onderschrijven. Dit geldt eveneens ten aanzien van de "voorwaarden" die de Commissie voor het Woningbedrijf heeft gesteld met betrekking tot de woningen voor alleenstaanden (poortwoningen), de buitentrappen en de situering van enkele woningen. Gelet op de eenduidige keuze van de overige advieslichamen, is het opval lend dat de enquête die onder de bevolking is gehouden aangeeft, dat het over grote deel van de geënqueteerden heeft gekozen voor plan B. Met 19 geënquêteer den, die zich opgaven voor het wonen in deze nieuwbouw, is hierover gesproken. Daarbij bleek, dat vooral de situering van de woningen het belangrijkste motief was om voor plan B te kiezen. O.a. uitzicht op blinde muren en onvoldoende uitzicht op de (verkeers)weg waren de bezwaren tegen plan D.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 100