Een derde "belangrijk facet is het thans bestaande "gat" dat gevormd wordt door de Zuiderstraat. Een oplossing voor deze problemen is te vinden door het realiseren van een gebouw ter hoogte van de Zuiderstraat, tussen V en D en de Bondsspaarbank. Aldus zou de aanwezige ruimte meer een be sloten plein worden en krijgt het pleintje rond de Mercuriusfontein door de "rugdekking" van het nieuwe gebouw een eigen karakter. Tevens zou dan het "gat" van de Zuiderstraat gecamoufleerd worden. Het op te richten ge bouw zou velerlei bestemmingen/functies kunnen hebben. Een motie om te onderzoeken of een passende bebouwing van het Ruiters- kwartier kan dienen om de multifunctionele bestemming van het Wilhelmina- plein te versterken, is destijds door de raad niet aanvaard. Wij laten dit aspect daarom verder buiten beschouwing. Parkeerproblematiek Bij de stukken voor de behandeling van de Doeleindennota Binnenstad Leeuwarden was o.a. gevoegd een I.B.V.-rapport 1973. In dit rapport wordt ook een parkeeranalyse gegeven. Van het "Centrale Winkelgebied" in onze stad (Gebied tussen Brol, Duco Martenapijp, Wirdumerdijk) wordt de toe komstige parkeerbehoefte t.b.v. winkelen en ander kort bezoek vastgesteld op ca. 1600 parkeerplaatsen, zulks op basis van een groeifactor 2,3 voor kort parkeren tot 1990» Aanwezig zijn met inbegrip van het Wilhelmina- plein en omgeving ongeveer 1200 parkeerplaatsen. Indien alle beschikbare parkeerplaatsen bestemd zouden zijn voor kort parkeren is nog een tekort aanwezig van 400 plaatsen voor deze categorie. In de planning volgens het rapport Uitvoering Structuurplan Binnenstad Leeuwarden wordt er boven dien van uitgegaan, dat het aantal parkeerplaatsen door het inrichten van voetgangersgebieden, lussen, beplanting, fietsenstallingen, bushalten etc. in de binnenstad en met name in het centrale winkelgebied met ca. 30% verminderd zal worden. De bouw van een parkeerkelder onder het Wil- helminaplein van 600 plaatsen geeft ongeveer een verdubbeling van het huidige aantal ter plaatse. Deze uitbreiding moet beschouwd worden als een noodzakelijke vervanging van vervallen of te vervallen parkeerplaatsen in het centrale winkelgebied. Het is een poging de gevolgen van de zich daar voordoende ontwikkelingen t.a.v. met name het kort parkeren in goede banen te leiden. Tevens zou door de bouw van de parkeerkelder het Wilhel- minaplein autovrij gemaakt kunnen worden. Er is veel minder sprake van stimuleren van ontwikkelingen als wel van reguleren. Keuze van Wilhelminaplein Om de volgende redenen moet ons inziens als eerste plaats voor parkeervoorzieningen in lagen het Wilhelminaplein worden aangewezen. a. Door het autovrij maken van het plein en omgeving is de mogelijkheid gegeven de vrijkomende ruimten een betere bestemming en functie te geven; b. voor het verdwijnen van de aanwezige parkeervoorzieningen moet ver vangende parkeerruimte worden gecreëerd, hetgeen ter plaatse slechts in lagen en in eerste instantie onder de grond kan geschieden; c_. uitgaande van de noodzaak tot gestapeld parkeren in het algemeen voor de binnenstad, komt het Wilhelminaplein -mede vanuit een oogpunt van exploitatie- als eerste daarvoor in aanmerking gezien de gunstige ligging en beschikbare ruimte; d.. t.o.v. andere plaatsen, waar in de toekomst mogelijk parkeergarages gerealiseerd zouden kunnen worden, heeft het Wilhelminaplein het voordeel, dat aan spoedige realisering van een parkeerkelder geen problemen van verwerving, bouwrijp maken, ontsluiting etc. in de weg staan. - 3 - Verkeer. In het rapport Parkeerkelder Wilhelminaplein zijn enige alterna tieve mogelijkheden aangegeven ter oplossing van de verkeersproblema tiek. E.e.a. hangt nauw samen met de totale verkeersproblematiek van de binnenstad binnen welk kader de verkeersoplossing rond het Wilhel minaplein met eventuele parkeerkelder ingepast zal moeten worden. Welke van de in het rapport aangegeven- dan wel andere -oplossingen gekozen zullen worden zal onderwerp van nadere studie zijn. Realisatie Zoals ook tijdens de excursie van de Commissie Ruimtelijke Ordening naar parkeergarages in andere steden in Nederland gebleken is, worden verschillende methoden toegepast. Soms staat de overheid geheel buiten de realisering en exploitatie van een parkeergarage; in andere gevallen vindt een samenwerking plaats tussen overheid en bedrijfsleven/particulieren. Daarbij speelt een rol dat naar mate de overheid meer invloed en zeggenschap wenst te hebben m.b.t. het reali seren, exploiteren en functioneren van een parkeergaragehet financieel risico dat de overheid moet dragen groter wordt. Een aantal argumenten pleiten voor de oprichting van een Stichting, waarin bedrijfsleven en gemeente participeren: a. de aanpak van de parkeerproblematiek is een taak van de gemeente, waarbij het bedrijfsleven uiteraard belang heeft; b. de financiële lasten die op de gemeente zouden drukken door rea lisering van (ondergrondse) parkeergarages zouden voor een deel gedragen kunnen worden door medebelanghebbenden, zoals het bedrijfs leven met name in het winkelcentrum; financiële voordelen die (op de duur) verbonden zouden zijn aan een parkeerkelder behoren ook aan de gemeente ten goede te komen, zulks met het oog op het oplossen van de totale parkeerproblema tiek; d. de gemeente behoort in het kader van het totale parkeerbeleid (verkeersmaatregelen, tarieven etc.) zeggenschap te hebben en te houden m.b.t. een van de belangrijkste parkeervoorzieningen in de binnenstad; e_. de Stichting Parkeergarages is een voor de hand liggende partner om een samenwerkingsverband aan te gaan voor de realisering en exploitatie van parkeervoorzieningen; dit sluit andore mogelijke participanten niet uit; _f. voorop staat, dat zeggenschap en invloed van de gemeente binnen een dergelijke stichting mede afhangt van het financieel risico dat de gemeente draagt c.q. de inbreng die de gemeente levert. Inbreng gemeente. a. Beschikbaarstellen van de grond. In het rapport Parkeergarage Wilhelminaplein wordt ervan uitgegaan, dat de gemeente de grond tegen een symbolische prijs of vergoeding van 1,ter beschikking stelt van de op te richten Stichting. Een van de voornaamste redenen is, dat aldus de exploitatie van de parkeerkelder gunstig wordt beïnvloedt. Daarbij moet opgemerkt worden, dat de gemeente eigenaar blijft van de grond en overigens de volledige beschikking houdt over de bovengrond dus t.a.v. be stemming en inrichting van het plein. Aan de Stichting kan een recht van opstal verleend worden voor de bouw van een parkeerkelder. In dit verband zal o.i. echter tevens de vraag aan de orde moeten

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 103