-
Onteigening van grond (met opstallen), gelegen in het bestemmingsplan
"Transvaalwijk"
Bijlage no. 237 Leeuwarden, 16 juni 1977»
Aan de Gemeenteraad.
Op 7 oktober 1974 besloot U tot vaststelling van het bestemmingsplan
"Transvaalwijk". Dit plan heeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten
van Friesland verkregen bij besluit van 11 april 1975»
Voor het aanleggen van de in dit plan ontworpen woon- en rij straten,
voor de bouw van ééngezinshuizen voor bejaarden, voor de bouw van kantoor-
en winkelruimte, alsmede voor het realiseren van gebouwen voor bijzondere
doeleinden (met bijbehoren erven) in dit gebied dient de gemeente de be
schikking te verkrijgen over een aantal in dit gebied gelegen percelen
en perceelsgedeelten. Een groot gedeelte van de benodigde percelen is
reeds eigendom van de gemeente, doch de onderhandelingen omtrent de aan
koop van de resterende percelen en perceelsgedeelten hebben totnutoe niet
het gewenste resultaat opgeleverd.
Omdat het noodzakelijk is, dat de gemeente de beschikking krijgt over
de voor de uitvoering van het bestemmingsplan benodigde percelen, zijn
wij van oordeel, dat maatregelen moeten worden getroffen om tot onteigening
van de bedoelde percelen en perceelsgedeelten te geraken.
Onteigening kan op basis van het genoemde bestemmingsplan plaats
vinden krachtens het bepaalde in artikel 77» lid 1, sub 1e van de Ontei
geningswet. Te dien einde hebben wij een onteigeningsplan doen opmaken,
dat bij de stukken voor U ter inzage is gelegd.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 80 van de Onteigenings
wet hebben de op het onteigeningsplan betrekking hebbende stukken geduren
de één maand voor een ieder ter gemeentesecretarie ter inzage gelegen.
De terinzagelegging is op 25 maart j.l. op de gebruikelijke wijze en door
publicatie in een tweetal ter plaatse verspreid wordende dagbladen ter
openbare kennis gebracht.
Binnen de daarvoor wettelijk gestelde termijn zijn tegen het ontei
geningsplan twee bezwaarschriften ingediend.
Eén der bezwaarschriften is ingediend namens de eigenaren van de
percelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E, nummer 4301
A1 t/m A4. Volgens het bestemmingsplan zijn deze percelen bestemd voor
het stichten van kantoren met bijbehorend erf. De eigenaren hebben kort
geleden een plan ingediend, volgens hetwelk de bestaande opstallen, die
thans nog voor bewoning worden gebruikt, zullen worden vervangen door
kantoorruimte, een en ander overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan.
Dit plan lijkt ons wel realiseerbaar. Uitvoering van het bouwplan bete
kent, dat dit gedeelte van het bestemmingsplan binnen afzienbare tijd
zal zijn verwezenlijkt, waarmede uiteraard de onteigeningsgrond komt te
vervallen. Wij geven U dan ook in overweging dit bezwaarschrift gegrond
te verklaren, onder aantekening evenwel, dat wij opnieuw een onteigening
van deze percelen zullen voorstellen, indien blijkt, dat de thans aan
hangige bouwplannen niet tot uitvoering zullen worden gebracht.
Het tweede bezwaarschrift is ingediend namens de eigenares van het
perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E, nummer 5061 (op
het grondplan voorkomende onder nummer 12). Het bezwaarschrift betreft
de onteigening van de strook van dit perceel, die volgens het bestemmings
plan bestemd is voor de aanleg van een woonstraat. Reclamante stelt, dat
de bedoelde strook bij doortrekken van de Herman Costerstraat moet wor
den gebruikt voor in- en uitweg van het aangrenzende bedrijfscomplex
en verder om het laden en lossen van vrachtwagens aldaar mogelijk te maken.