De financiële opzet.
Uitgangspunten van de exploitatie—opzet zijn zowel kwalitatieve als
kwantitatieve gegevens. In Uw vergadering van 14 december 1976 bent U
akkoord gegaan met een voorlopige exploitatie-opzet, welke gebaseerd
was op de kwalitatieve uitgangspunten van het voorkeursmodel betref
fende ondermeer ruimte, water en groen en de daarmee verband houdende
kwantitatieve gegevens, in het bijzonder de plancapaciteit (4200
woningen) en de globale differentiatie van de woningdichtheid.
E.e.a. resulteerde in hoge kavelprijzen. Terzake hebben wij toen
opgemerkt, dat lagere prijzen slechts te realiseren zouden zijn door
een hogere bebouwingsdichtheid of door op andere wijze afbreuk te
doen aan de kwaliteit van het plan (b.v. vermindering van openbaar
groen). Bij aanvullende raadsbrief hebben wij alsnog voorgesteld
nader te bestuderen in hoeverre tuinen van woningen in het noordelijk
plangedeelte op bepaalde plaatsen tot aan het water kunnen doorlopen
alsmede in hoeverre een beperking van de hoeveelheid openbaar groen
per woning mogelijk is. U hebt conform besloten,
groen In de thans bijgewerkte exploitatie—opzet is met een en ander rekening
gehouden.
Op kaart nr. 5 is gearceerd aangegeven welke stroken openbaar groen
langs het water toegevoegd zijn aan particuliere tuinen. Verder is de
hoeveelheid openbaar groen verminderd zowel door vermindering van het
structurele groen als van het groen binnen de woonvlekken.
Vergeleken met de exploitatie-opzet van november 1976 is het structu
rele groen verminderd met 4>92 ha. Deze vermindering is tot stand
gekomen door versmalling van de groenstrook langs het Oud Deel (van
30 tot 20 meter) en van de groenstrook langs de spoorlijn (van 15 tot
10 meter). Tevens is het gedeelte van het wijkpark waar in eerste
instantie de "centrumschool" was geprojecteerd, en welk gedeelte
voorlopig nog als openbaar groen bestemd was, thans definitief als
bouwgrond bestemd en dus in mindering gebracht op het centrale wijk
park. (0,8 ha). Tenslotte is ter plaatse van de geprojecteerde werk
gebied j es langs de Oosttangent de 85-meter brede groenzone langs de
Oosttangent teruggebracht tot 54 meter.
Daarenboven is het groen binnen de woonvlekken verminderd. Ervan
uitgaande dat de structurele groenvoorzieningen (langs Kurkemeer,
Oud Deel, spoorbaan, Groningerstraatweg en Oosttangent, wijkpark,
taluds langs vijvers etc.) mede van belang kunnen zijn voor de direkte
woonomgeving, althans daarin ingepast kunnen worden, is nader onder
zocht in hoeverre het groen binnen de woonvlekken zelf verminderd zou
kunnen worden. Dit heeft ertoe geleid, dat het groen binnen de woon
vlekken verminderd is van 60 m2 per woning naar 45 m2 per woning.
Uitgaande van de huidige plancapaciteit van 4550 woningen betekent
dit een besparing van 7 ha.
85 m T.a.v. de groenstroken langs de Groningerstraatweg en de Oosttangent
S1^113 kan n°g het volgende worden opgemerkt. Het ingenieursbureau Dwars,
Heederik en Verhey b.v. heeft een nader onderzoek verricht naar de
relatie tussen de breedte en de beplanting van deze groenstroken
en het terugdringen van de geluidshinder. Uit dit rapport blijkt, dat
middels beplanting van een strook ter breedte van 80 a 85 meter
vanuit de as van de weg, de geluidshinder tot het wettelijk toegestane
niveau wordt teruggebracht.
Mede in het kader van het overleg inzake het verkrijgen van lokatie-
subsidie zijn een aantal posten kritisch doorgelicht. Besparingen
zijn gevonden ondermeer door vermindering van de oppervlakte ver
harding, door het niet opnemen van de verbinding met de Hemrik anders
dan voor voetgangers en fietsers en door het niet opnemen van twee
van de drie oorspronkelijk geplande verkeerslichteninstallaties.
Aangezien bij exacte opmeting de oppervlakte van het woongebied ca
16 ha groter bleek te zijn en bovendien rekening is gehouden met een
dichtere bebouwing door "hoekoplossingen" en iets meer gestapelde
bebouwing, is de plancapaciteit verhoogd tot 4550 woningen. E.e.a.
leidt ook tot een hogere opbrengst.
Opgemerkt wordt, dat de gemiddelde bebouwingsdichtheid verlaagd is
van 28,6 won/ha tot 28,1 won/ha. Indien de wateroppervlakte in de
"waterbuurt" niet meegerekend wordt, is de gemiddelde bebouwings
dichtheid thans 29,1 won/ha.
De huidige exploitatie-opzet resulteert in een kostprijs per fictieve
eenheid van ca 18.000,(incl. B.T.W.). Op basis van het vastgestel
de normbedrag voor grondkosten ad 12.000,zou het lokatiesubsidie
ca 6.000,per fictieve eenheid moeten bedragen. De onderhandelin
gen terzake met het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening zijn nog niet afgerond. Over de hoogte van het toegezegde
lokatiesubsidie bestaat thans geen enkele zekerheid.
Ingevolge onze toezegging aan Uw raad, is ook de mogelijkheid ter
sprake gebracht het plan in verschillende exploitatiegebieden te
verdelen. Hiermee gaat het ministerie niet akkoord. De grondprijs
c.q. het lokatiesubsidie moeten worden vastgesteld op basis van een
"over-all" exploitatie-opzet.
Het noordelijk plandeel.
Evenals in de Nota Uitwerking Structuurmodel Camminghaburen november
1976 is de aandacht, vooral geconcentreerd op het noordelijk plandeel,
aangezien daar met de bouw van de eerste woningen wordt begonnen.
Op basis van de in principe door U aanvaarde projectindeling voor
het noordelijk plandeel (eerste fase) is thans mede in overleg met de
woningcorporaties en ondernemingen een definitief voorstel uitgewerkt,
waarin de herziene kwantitatieve gegevens zijn verwerkt. Voor het
overige verwijzen wij kortheidshalve naar hoofdstuk 3 van de nota
Randvoorwaarden en Richtlijnen juni 1977» In hoofdstuk 2 van deze
nota is nader ingegaan op de kwalitatieve aspecten van de eerste fase.
In hoofdstuk 4 en 5 tenslotte zijn voor wat betreft het plangebied 1
(of deelplan 1de randvoorwaarden en richtlijnen, waarbinnen de
participanten met hun architecten kunnen opereren, per project ge
detailleerd uitgewerkt zowel verbaal als visueel (zie kaart nr. 9)»
Het zuideli.ik plandeel.
Thans is ook de structuur van het zuidelijk plandeel uitgewerkt, zoals
dit al eerder voor het noordelijk deel was geschied. Nadat U zich met
deze uitgewerkte structuur akkoord hebt verklaard, kan in een volgende
fase conform de procedure bij het noordelijk deel een gedetailleerde
ruimtelijke beschrijving gegeven worden, gekoppeld aan het opstellen
van randvoorwaarden en richtlijnen. Intussen zal de vastgestelde
structuur van zowel het noordelijk als van het zuidelijk deel dienen
als basis voor het globale bestemmingsplan. (Zie de structuurschets
bij het bestemmingsplan).
In het kader van de vaststelling van de structuur van het zuidelijk
deel, dient de situering van de school in dit gebied alsmede in het
centrale gedeelte definitief te worden vastgelegd. Wij stellen U voor
akkoord te gaan met beide lokaties zoals aangegeven op de bestemmings-
- 2 -