Vaststellen van een verordening tot wijziging van de Bouwverordening (vijfde wijziging). Bijlage nr. 262 Leeuwarden, 16 juni 1977. Aan de Gemeenteraad. Bij Raadsbesluit van 26 januari/29 maart 1976, no. 16667 A/4047, heeft U een verordening vastgesteld tot wijziging van de Bouwverordening (vierde wijziging). Gedeputeerde Staten van Vriesland hebben dit besluit gedeeltelijk goedgekeurd. Aan twee artikelen werd goedkeuring onthouden, n.l. aan het artikel betreffende de paalfunderingen en aan het artikel, dat een zgn. parcelleringsbepaling bevat. Overeenkomstig ons voorstel hebt in Uw vergadering van 4 oktober 1976 besloten (Raadsbesluit no. 13657) bij H.M. de Koningin beroep in te stellen tegen de onthouding van goedkeuring, voorzover deze betrekking heeft op de zogenaamde parcelle ringsbepaling. Deze bepaling, die de toevoeging van een derde lid aan artikel 54 van de Bouwverordening omvat, is bedoeld om de gemeente de mo gelijkheid te geven om uit welstandsoverwegingen nadere eisen aan de breedte van gevels te stellen. In hun brief van 2 maart 1977 hebben Gedeputeerde Staten aan de Raad van State medegedeeld, dat zij na heroverweging van alle relevante fak- toren het betreffende artikel alsnog zouden willen goedkeuren. Derhalve geven zij de Raad van State in overweging om hun eerdere besluit op het gewraakte onderdeel te vernietigen; dit laatste zou namelijk goedkeuring mogelijk maken. De behandeling van laatstbedoeld verzoek van Gedeputeerde Staten door de Kroon zal echter wel geruime tijd in beslag kunnen nemen. Het is om die reden, dat wij U op verzoek van de Raad van State en na overleg met de provinciale griffie voorstellen een andere procedure te volgen. Deze komt er op neer, dat U opnieuw het betreffende artikel, opgenomen in bij gaand ontwerp, vaststelt waardoor het weer ter goedkeuring wordt voorge legd aan Gedeputeerde Staten. Wordt vervolgens goedkeuring verkregen, dan zullen wij voorstellen het nog lopende beroep bij de Kroon in te trekken. Op deze wijze hopen wij een tijdsbesparing en daardoor snellere effectiviteit van de vastgestelde bepaling te verkrijgen. Wat betreft de verdere hoofdpunten uit bijgaand ontwerp merken wij het volgende op. De door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ingestelde Adviescommissie voor de unificatie en toepassing van gemeentelijke bouw verordeningen heeft weer een aantal wijzigingen aangebracht in de model bouwverordening; deze zijn vervat in de elfde en de dertiende wijzigings circulaire. Wij stellen voor deze wijzigingen over te nemen. In de elfde serie wijzigingen is een aantal artikelen opgenomen met betrek king tot de zogenaamde splitsingsvergunning. Deze vloeien voort uit de wijziging van o.a. artikel 55 van de Woningwet, die op 15 oktober 1974 van kracht is geworden. Daarbij is namelijk bepaald, dat de Bouwverordening bepalingen moet bevatten omtrent de inrichting van aanvragen om bouwvergun ning en splitsingsvergunning. De voorgestelde nieuwe afdeling B van hoofd stuk 2 voorziet hierin. Een belangrijk deel van de voorgestelde wijzigingen heeft betrekking op de bereikbaarheid, de toegankelijkheid en de bruikbaarheid van nieuw te bouwen "voor het publiek bestemde gebouwen" voor invaliden en wel in het bijzonder rolstoelgebruikers. Bij het opstellen van de desbetreffende be palingen is in ruime mate rekening gehouden met de wensen die terzake door de Nederlandse vereniging voor revalidatie zijn geformuleerd. De dertiende wijziging van de Model-Bouwverordening bevat een bepa ling met betrekking tot de bereikbaarheid en toegankelijkheid van bestaan de voor publiek bestemde gebouwen ten behoeve van invaliden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 192