4* De aanvraag moet door de aanvrager of, indien een gemachtigde is aan
gewezen, door de gemachtigde zijn ondertekend. De overige bescheiden
moeten door de aanvrager of de gemachtigde zijn ondertekend dan wel
gewaarmerkt
- 3 -
- 2 -
Artikel III
A. Van artikel 28 wordt het opschrift vervangen door:
Voltooiïngsverklaring.
B. Aan de eerste zin van lid 2 van artikel 28 wordt toegevoegd:
(voltooiïngsverklaring)
Artikel IV
A. De titel van hoofdstuk 2 wordt vervangen door:
Administratieve bepalingen.
B. Het huidige hoofdstuk 2 wordt aangeduid als:
AFDELING A, administratieve bepalingen omtrent het bouwen.
C. Aan het nieuwe hoofdstuk 2 wordt toegevoerd:
AFDELING B, administratieve bepalingen omtrent splitsing in appartements
rechten.
Artikel V
In hoofdstuk 2, afdeling B, wordt opgenomen een artikel 31a, waarvan het
opschrift en de tekst luiden:
Artikel 31a Begripsomschrijving.
Waar in dit hoofdstuk wordt gesproken van splitsingsvergunning wordt daar
onder verstaan de splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 56a van de
Woningwet.
Artikel VI
In hoofdstuk 2, afdeling B, wordt opgenomen een artikel 31 h, waarvan het
opschrift en de tekst luiden:
Artikel 31b De aanvraag om splitsingsvergunning.
1 Voor het verkrijgen van een splitsingsvergunning moet een schriftelijke
aanvraag worden ingediend;
2. De aanvraag moet inhouden:
a. naam en correspondentieadres in Nederland van de aanvrager;
b. indien een gemachtigde is aangewezen, diens naam en adres;
c. straat en huisnummer; de kadastrale ligging en het jaar van tot
stand komen van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft;
d. de aard en het huidige gebruik van het gebouw waarop de aanvraag
betrekking heeft;
e. de namen en adressen van de bewoners van het gebouw waarop de aan
vraag betrekking heeft;
f. een splitsingsplan, waarin de indeling en de met de splitsing beoogde
eigendomswijzigingen zijn aangegeven.
3- Bij de aanvraag moeten in drievoud de voor de beoordeling van het
splitsingsplan nodige tekeningen op ten minste schaal 1 200 worden
gevoegd, evenals een taxatierapport als bedoeld in artikel 56a, lid 6,
van de Woningwet.
Indien een gemachtigde is aangewezen, dient een machtiging te worden over
gelegd.
Artikel VII
In hoofdstuk 2, afdeling B, wordt opgenomen een artikel 31c, waarvan het opschrift
en de tekst luiden:
Artikel 31c Niet-ontvankelijkheid van de aanvrager.
1. Burgemeester en wethouders kunnen bij een met redenen omkleed besluit de aan
vrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren, indien niet is voldaan aan
de in artikel 31h gestelde eisen. Van een besluit tot niet-ontvankelijkver-
klaring zenden burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk een afschrift aan
de aanvrager.
2. De aanvrager kan tegen het besluit tot niet-ontvankelijkverklaring binnen een
maand na de dag, waarop het afschrift is verzonden, bij de gemeenteraad in be
roep komen.
Artikel VIII
In hoofdstuk 2, afdeling B, wordt opgenomen een artikel 31h, waarvan het opschrift
en de tekst luiden:
Artikel 31d Ontstentenis van de aanvrager.
Bij ontstentenis van de oorspronkelijke aanvrager van een splitsingsvergunning,
voordat de beslissing op de aanvraag onherroepelijk is geworden, kunnen burgemees
ter en wethouders op verzoek van de rechtverkrijgende deze verder als aanvrager
Beschouwen.
Artikel IX
In hoofdstuk 2, afdeling B, wordt opgenomen een artikel 31c» waarvan het opschrift
en de tekst luiden:
Artikel 31e Tenaamstelling en uitreiking der splitsings
vergunning; geldigheid der bescheiden; inzage
en afschriften bescheiden.
1. De splitsingsvergunning wordt verleend aan de aanvrager en wordt op zijn naam
gesteld.
2. De splitsingsvergunning wordt zo spoedig mogelijk aan de aanvrager uitgereikt;
een vanwege burgemeester en wethouders gewaarmerkt stel van de overgelegde
bescheiden wordt gevoegd bij en maakt deel uit van de splitsingsvergunning.
3. Indien afschriften of afdrukken afwijken van de bescheiden, waarop de beslissing
op de aanvraag om splitsingsvergunning is genomen, gelden deze laatste.
4. Burgemeester en wethouders kunnen ieder die kan aantonen, dat hij belanghebbende
is, inzage geven van de splitsingsvergunning en de daarbij behorende bescheiden.
Artikel X
Aan artikel 34 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Als nadere eis kan worden gesteld dat de gevel van een gebouw geen grotere
breedte verkrijgt dan die van het bouwwerk, hetwelk ter plaatse bestond op het
tijdstip, waarop deze bepaling in werking treedt en indien zich op dit tijdstip
ter plaatse geen gebouw bevond, geen grotere breedte dan die, welke niet be
langrijk afwijkt van de breedte van de gebouwen in de naaste omgeving.
Artikel XI
Van artikel 38 wordt lid 2 vernummerd tot lid 3 en wordt een nieuw lid 2 tussen
gevoegd, luidende:
2- Ten minste een der toegangen van een tot bewoning bestemd gebouw dat krachtens
het bepaalde in artikel 101 van liften moet zijn voorzien, alsmede een der toe
gangen van een voor publiek bestemd gebouw moet vanaf de openbare weg voor rol
stoelgebruikers bereikbaar zijn.