- 4 - Artikel XII A. Van artikel 50, lid 1, wordt het slot vervangen door: "een en ander mits het bouwwerk, voor zover het een bijgebouw is, op ten minste 3 m afstand van het eengezinshuis is gelegen". B. Van artikel 50 wordt lid 2 vervangen door: 2. Het erf van een tot bewoning bestemd gebouw, geen eengezinshuis zijn de, mag, voor zover dat achter dat gebouw is gelegen en indien zo nodig vrijstelling van het verbod tot overschrijding van de achter gevelrooilijn is verleend,, slechts zijn bebouwd met een gemeen schappelijke bergplaats - of een of meer groepen bergplaatsen - voor huishoudelijke doeleinden en met een gemeenschappelijke garage of een of meer groepen garages. De bergplaats(en) en de garage(s) moeten op ten minste 5 m afstand van het hoofdgebouw zijn gelegen en mogen per woning dan wel, indien het een bijzonder woongebouw betreft, per wooneenheid geen grotere afmetingen hebben dan die genoemd in lid 1, onder a en c. Artikel XIII Van artikel 62, lid 4 worden e t/m k vernummerd tot f t/m 1 en wordt een nieuwe bepaling onder e tussengevoegd, luidende: e. van het bepaalde in lid 1onder fmits een aanvaardbare toestand wordt verkregen, voor woningen waarvoor de vrijstelling onder b is verleend. Artikel XIV Van artikel 65 wordt lid 2 vernummerd tot lid 3 en wordt een nieuw lid 2 tussengevoegd, luidende: 2. Voor publiek bestemde ruimten van een voor publiek bestemd gebouw moeten voor rolstoelgebruikers bereikbaar zijn. Niet van toepassing is het bepaalde in dit lid indien de specifieke bruikbaarheid van het gebouw voor rolstoelgebruikers is verzekerd. Artikel XV A. Van artikel 72 worden de leden 8, 9 en 10 vernummerd tot onderscheiden lijk 910 en 11. B. Tussengevoegd wordt in artikel 72 een nieuw lid 8, luidende: 8. Indien in de kastruimte, genoemd in de leden 1 en 4 van artikel 78 niet is voorzien door middel van vaste kasten, wordt de vereiste oppervlakte van de desbetreffende kamer vergroot met de voor die - kasten benodigde plaatsruimte. C. Aan het nieuwe lid 11 van artikel 72 wordt toegevoegd: c. het bepaalde in lid 5» voor de gevallen waarin de vrijstelling bedoeld in artikel 62, lid 4» onder b1is verleend, onverminderd het bepaalde in lid 1 d. van het bepaalde in lid 8, indien nabij de kamer op een doeltref fende plaats voldoende plaatsingsmogelijkheid is voor een losse kast. Artikel XVI In artikel 78, lid 4, wordt de daar genoemde maat van 1,7 m vervangen door 1,6 m. Artikel XVII Van artikel 80 wordt lid 2 vervangen door de leden 2 en 3luidende: 2. In een voor publiek bestemd gebouw moet, indien het gebouw is voorzien van een of meer voor publiek bestemde privaten, op een doeltreffende plaats ten minste één privaat aanwezig zijn, waarvan de horizontale afmetingen ten minste 1,55 x 2,25 m bedragen; bedoeld privaat moet zodanig zijn ingericht dat het door rolstoel gebruikers kan worden gebruikt. 3. Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot aantal, afmetingen, ligging en inrichting van de in de leden 1 en 2 bedoelde ruimten. Artikel XVIII Van artikel 81 wordt lid 1 vervangen door: 1Ter bepaling van de oppervlakte van ruimten van gebouwen wordt gemeten binnen de afgewerkte omtrekwanden - in voorkomende gevallen binnen de balustrade - onder aftrek van in de ruimte uitspringende onderdelen van het gebouw zoals schoorsteenstoelen, kanalen en kasten, doch zonder aftrek van plinten en vast meubilair zoals aanrechten en verwarmings lichamen. Vloeroppervlakte waarboven minder dan 1,5 m hoogte aanwezig is, wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Artikel XIX A. Van artikel 83 wordt lid 1 vervangen door: 1Woningen en wooneenheden mogen niet toegankelijk zijn vanuit andere woningen en wooneenheden. Zij moeten vanaf de weg bereikbaar zijn zonder dat door een "bedrijfsruimte, een bergplaats of een garage moet worden gegaan. B. Artikel 83, lid 3 wordt vernummerd tot lid 4 en een nieuw lid 3 wordt tussengevoegd, luidende: 3- Toegangen als bedoeld in artikel 38, lid 2 moeten geschikt zijn voor rolstoelgebruikers Artikel XX A. Van artikel 86 wordt het opschrift vervangen door: Afmetingen van deuropeningen. B. Lid 6 van artikel 86 wordt vernummerd tot lid 8 en tussengevoegd worden de leden 6 en 7, luidende: 6. De dagmaat van de toegang, bedoeld in artikel 38, lid 2, van een voor publiek bestemd gebouw moet ten minste 0,90 m bedragen. 7. In een voor publiek bestemd gebouw moeten kozijnen van deuren die toegang geven tot een voor publiek bestemde ruimte die met een rolstoel moet kunnen worden bereikt, een vrije doorgang van ten minste 0,80 m verschaffen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 195