- 6 - Artikel XXXII. Het begrip "wooneenheid" is hiermede in de bepaling verwerkt. Zie ook het voorstel om artikel 1lid 3 te laten vervallen. Artikel XXXIII. Door de wijziging van artikel 258 is het mogelijk om nadere eisen te stellen met betrekking tot de aanwezigheid van parkeergelegenheid voor invaliden. Het opnemen van een algemeen geldende imperatieve bepaling op dit punt wordt, gezien de verschillen in de te verwachten behoefte en de aanwezige mogelijkheden, niet uitvoerbaar geacht. Artikel XXXIV. Het werd gewenst geacht om in dit artikel een bepaling op te nemen met betrekking tot de hoogte van een balie in voor publiek bestemde ruimten, alsmede een bepaling met betrekking tot de aanwezigheid van plaatsruimte voor rolstoelgebruikers in gebouwen, bestemd voor het bijwonen van voor stellingen of wedstrijden, of voor het houden van bijeenkomsten. Artikel XXXVII. Deze wijziging houdt verband met het laten vervallen van artikel 1, lid 3. De bepaling is nu ook van toepassing op bijzondere woongebouwen. De artikelen IXL en XL. Het begrip "wooneenheid" is hiermede in de tabellen verwerkt; zie ook het voorstel om artikel 1lid 3 te laten vervallen. In tabel 6 is van 03 de kolom 4 aangepast aan de Voorschriften en Wenken. Artikel XLI. De in dit artikel opgenomen wijzigingen houden verband met enkele door Gedeputeerde Staten bij de goedkeuring van de 4e wijziging van de Bouw verordening gesignaleerde onnauwkeurigheden. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor een gebied ten zuiden van de Harlingerstraatweg en ter weerszijden van de Bilderdijkstraat. Bijlage nr. 263 Leeuwarden, 16 juni 1977. Aan de Gemeenteraad. De Architektenmaatschap Teeuw en Hettema heeft plannen ontwikkeld voor een kantoorgebouw met woonaccommodatie (2 woningen) aan de zuidzij de van de Harlingerstraatweg op een perceel ten westen van de Bilderdijk- straat. De benodigde parkeerruimte zal grotendeels worden aangelegd op het tegenoverliggende - tussen Bilderdijkstraat en spoorlijn - open ter rein. De ingediende plannen zijn in afwijking van de geldende stedebouw- kundige voorschriften, waarbij de betrokken gronden zijn bestemd voor woningbouw. Wij hebben tegen de bouw van een kantoorgebouw overeenkomstig het ingezonden bouwplan geen stedebouwkundige bezwaren. Wij zijn dan ook be reid om in afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan de no dige medewerking te verlenen. Daarvoor is het noodzakelijk dat voor het betrokken gebiedje een voorbereidingsbesluit, als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt genomen. Vooruitlopende op het van kracht worden van een herzieningsplan kan dan met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 50, lid 8, van de Woningwet een bouwvergunning worden verleend, mits Gedeputeerde Sta ten vooraf hebben verklaard dat hunnerzijds daartegen geen bezwaren be staan. Wij stellen U dan ook voor ten aanzien van de hiervooromschreven gronden, welke op bijgevoegde tekening nr. 514-32 nader zijn aangegeven, een voorbereidingsbesluit te nemen, een en ander overeenkomstig het hier na afgedrukte ontwerp-besluit. Tenslotte delen wij U mede, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening in zijn vergadering van 24 januari 1977 akkoord is gegaan met het nemen van een voorbereidingsbesluit ten behoeve van het onderhavige bouwplan. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. loco

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 202