No. 11015.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
4 augustus 1977 (bijlage no. 289);
BESLUIT
ten behoeve van de vervanging van de glazen onderpanelen van tien abri's
door een stalen beplating en de volledige beplating van nog twee abri's
langs een aantal routes van de stadsautobusdienst, een krediet beschik
baar te stellen van 12.800,
Aldus vastgesteld in de openbare vergaderi
van
Voorzitter
Secretaris,
Preadvies inzake de brief van 23 mei 1977 van Wijkkern Willem Sprenger en de
Werkgroep Nieuwbouw Mariahof, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de voorge
nomen aanleg van een benzineverkooppunt aan Mariahof.
Bijlage nr. 290. Leeuwarden, 4 augustus 1977.
Aan de Gemeenteraad.
De Wijkkern Willem Sprenger en de Werkgroep Nieuwbouw Mariahof hebben
in een aan U gerichte brief bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen aanleg van
een benzineverkooppunt op het nieuwe terrein van oliehandel J. de Ruiter aan
Mariahof (Plangebied Oldegalileën)
In de raadsvergadering van 27 juni j.l. heeft U deze brief in onze han
den gesteld voor het uitbrengen van een pré-advies. Naar aanleiding hiervan
delen wij het volgende mede.
Ten behoeve van het oprichten van het benzineverkooppunt heeft de heer
J. de Ruiter, alhier, verzoeken ingediend voor het verkrijgen van een hinder-
wets- en een bouwvergunning. Voor het plaatsen van benzinepompen is ingevolge
artikel C 14 van de Algemene Politieverordening Leeuwarden eveneens vergun
ning vereist. Wij hebben laatstbedoeld verzoek van de heer de Ruiter tevens
beschouwd als een verzoek om een vergunning, als bedoeld in artikel C 14 van
de A.P.V.
Ingevolge de betreffende bepalingen van de Woningwet, de Hinderwet en
de A.P.V. dient ons college op de hierboven aangehaalde verzoeken te beslissen.
Op grond van artikel 50 lid. 2 en 3 van de Woningwet hebben wij de be
slissing op de bouwaanvrage aangehouden.
De gevraagde vergunning, ingevolge artikel C 14- A.P.V. hebben wij ge
weigerd op basis van de in dat artikel opgenomen weigeringsgronden.
Voor de motivering van deze beslissingen verwijzen wij U kortheidshalve
naar ons besluit van 5 juli 1977» nr. B 274/77 en onze brief van 8 juli 1977»
gericht aan de heer de Ruiter, welke stukken voor U ter inzage zijn gelegd.
Voorts hebben wij de heer de Ruiter in overweging gegeven zijn hinder-
wetsaanvrage voor het benzineverkooppunt in te trekken en een nieuwe aanvrage
voor zijn bedrijf in te dienen.
De indieners van het bezwaarschrift hebben wij van het vorenstaande in
kennis gesteld.
Inmiddels heeft de heer de Ruiter ons bij brief van 16 juli 1977 meege
deeld, dat hij niet accoord kan gaan met onze beslissingen.
Tegen onze besluiten tot aanhouding van de beslissing op de bouwaanvrage
en tot weigering van de vergunning ex artikel C 14 van de A.P.V. staat beroep
open op de Gemeenteraad.
Naar onze mening kan de brief van 16 juli j.l. van de heer de Ruiter
worden aangemerkt als een beroepsschrift zowel in de zin van artikel 51 van
de Woningwet als van artikel A 13 van de A.P.V.
Op grond van de procedure-regels opgenomen in de Bouwverordening en de
A.P.V. zullen wij het ingediende beroepsschrift in handen stellen van de
Commissie Beroepsschriften Bouwverordening en de Commissie Beroepsschriften
Algemene Politieverordening. Genoemde commissies zullen de gemeenteraad van
advies dienen inzake de te nemen beslissingen op het beroepsschrift van de
heer de Ruiter.
Wij geven U in overweging het vorenstaande voor kennisgeving aan te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer Secretaris.