Aanbrengen beschoeiing langs gedeelte Wirdumervaart Bijlage no. 305. Leeuwarden, 4 augustus 1977» Aan de Gemeenteraad. Op 18 februari 1974 besloot IJ tot het aanleggen van een wandelpad tussen Beemdgras en Nieuw Rapenburg. Dit plan omvatte tevens het aan brengen van een walbeschoeilng langs een gedeelte van de oostzijde van de Wirdumervaart. Deze walbeschoeilng is, om de kosten zo veel mogelijk te beperken, uitgevoerd in de vorm van een eenvoudige betuining. Thans blijkt, dat de aangebrachte oeververdediging niet bestand is tegen de sterke zuiging, welke in dit vaartgedeelte ontstaan als gevolg van het voorbij varen van grotere schepen door het Van Harinxmakanaal De betuining wordt hierdoor ondermijnd en verkeert thans in een zodanige staat, dat het noodzakelijk is, dat ter plaatse verbeteringsmaatregelen worden getroffen. Wij achten het gewenst de bestaande betuining niet meer te herstellen, maar deze te doen vervangen door een azobé-beschoeiïng. De kosten van een dergelijke beschoeiing (over een lengte van plm. 85 m) worden geraamd op 45«000»en kunnen worden gedekt in het kader van een sluitende grondexploitatie. Onder mededeling, dat de Commissie voor Openbare Werken over dit voorstel zal worden gehoord, stellen wij voor te besluiten overeen komstig het hierbij gevoegde ontwerp. De Commissie voor het Grondbedrijf kon omtrent dit voorstel niet worden gehoord. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 303