Nr. 12.817. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 september 1977 (bijlage nr. 341 BESLUIT: aan W.J.C. Leffef, wonende te Leeuwarden, Zuidvliet 54» het recht van opstal te verlenen voor het maken en hebben van een stoeppartij op een gedeelte van het vóór het perceel Zuidvliet 54, gelegen trottoir ter groot te van plm. 6 m2 (lengte plm. 6.00 m, breedte 1.00 m)welk perceelsge deelte op de bij dit besluit behorende tekening met een rode kleur is aangegeven, zulks onder de volgende bepalingen en bedingen: 1opstalhouder is verplicht jaarlijks vóór of op 1 juli aan de gemeente te voldoen bij vooruitbetaling een vergoeding van 54»hij niet- of niet-tijdige betaling van deze vergoeding heeft de gemeente de bevoegdheid dadelijk het opstalrecht te doen beëindigen zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke uitspraak zal zijn vereist; 2. de gemeente behoudt zich het recht voor de in het vorige artikel be doelde vergoeding eenmaal per 5 jaar te herzien; 5. opstalhouder kan het onroerend goed in eigen gebruik en genot aanvaar den op de datum van het passeren van de opstalakte, in de staat, waarin het zich dan bevindt, met alle daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden, rechten en lasten; de gemeente waarborgt de opstalhouder het rustig en vreedzaam bezit van zijn recht van op stal; de gemeente zal het onroerend goed niet verder met erfdienst baarheden of andere zakelijke rechten mogen belasten; verschil tussen de werkelijke en de hiervoor opgegeven grootte zal geen aanleiding geven tot enigerlei rechtsvordering, hoe ook genaamd; 4. opstalhouder is gerechtigd op het onroerend goed die werken op te richten, waarvan de omvang en aard vooraf zijn goedgekeurd door Burge meester en Wethouders; 5. alvorens met het maken van de werken wordt begonnen dient opstalhouder zich te vergewissen van de ligging van kabels en leidingen van de openbare diensten en bedrijven in het onderhavige trottoirgedeelte (N.V. Prigas, N.V. Waterleiding Friesland, G.E.B., P.E.B. en P.T.T.); indien één of meer van genoemde bedrijven van oordeel is, dat kabels of leidingen ten behoeve van de door opstalhouder te maken werken moeten worden verlegd, dan geschiedt zulks door of vanwege deze bedrij ven voor rekening van de opstalhouder; 6. de gemeente is niet aansprakelijk voor schaden en/of ongevallen, die van het aanbrengen en hebben van de werken op het onderhavige trottoir gedeelte het gevolg mochten zijn; opstalhouder vrijwaart de gemeente terzake mede tegen aanspraken door derden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 380